Pesten van school bannen: “We moeten nú praten over racisme, sexting en rechtsextremisme”
- Artikel
- 13 okt 2021
- 6 minuten leestijd
Pesten, discriminatie, racisme: voor veel jongeren is hun schooltijd zeker niet de makkelijkste periode uit hun leven. De Nederlandse Ismail, Elmar en Yuan zorgen ervoor dat de schoolbanken een veilige plek wordt voor iedereen.
Elmar Noteboom (41) heeft met zijn organisatie InDifferent een eigen methode ontwikkeld om scholen te ondersteunen bij het aanpakken van inclusie, diversiteit en respect.
“Ik ben tekendocent op een middelbare school en zag vaak dat leerlingen die afwijken van de norm gelijk als buitenbeentje worden gezien. Ze worden gepest, genegeerd of zelfs geïntimideerd. Ik heb daarom met leerlingen InDifferent opgezet, een community voor jongeren waar iedereen welkom is.”
“We begonnen met een groep van twintig op het Dorenweerd College maar zijn nu actief op meerdere scholen. We gaan samen naar het theater of kijken films, praten ook over cultuur, racisme, feminisme en seksuele intimidatie. Zo maken we actuele onderwerpen bespreekbaar en krijgen ze de kans om met en van elkaar te leren. Dit heeft ervoor gezorgd dat jongeren die zich eerder eenzaam voelden nu een groep hebben, en ook de cultuur op school wordt positiever. Zowel leerlingen als docenten en ouders zien minder leerlingen in hun eentje verloren de pauzes doorkomen.”
“Binnen scholengemeenschappen moet er nog een hoop worden veranderd. Allereerst is het zo dat er vooral, witte, heteroseksuele mannen op de directeursstoel zitten waardoor diversiteit soms meer iets op papier is dan in de realiteit.”
“Verder merk ik dat we scholen vaak als een kennisfabriek zien. We verwachten veel van leerlingen: ze moeten luisteren, kennis opslaan en voldoendes halen, maar er wordt weinig gedaan om ze in hun persoonsvorming en socialisatieproces te ondersteunen. Scholen moeten meer aandacht besteden aan zaken als positieve omgangsvormen en actuele zaken die aansluiten bij de leefwereld van de leerlingen.”
“Ik zou graag zien dat we wat meer aandacht hebben voor de cultuur op scholen. In Amerika is er bijvoorbeeld overdag les en is de school ’s avonds een plaats waar je terecht kan voor theater, sport of muziek. Waarom hebben wij dat niet? Hoe mooi zou het zijn als er ook op Nederlandse scholen ruimte komt voor persoonlijke en sociale ontwikkeling in plaats van alleen focussen op een baan voor de toekomst?”
Ismail Aghzanay (30) behoort tot het collectief Meesters met Dromen en is wederom genomineerd voor Leraar van het Jaar. Hij is leraar Engels, coacht docenten en geeft cursussen over diversiteit en inclusie.
“Als kind haatte ik leraren. Op jonge leeftijd werd ik naar speciaal onderwijs gestuurd, omdat ze me te druk vonden. Ik werd zomaar weggehaald uit mijn veilige omgeving en voelde me daardoor niet gewaardeerd. Nu ik zelf docent ben probeer ik het anders te doen.”
“Ik kan mezelf best zorgen maken om de polarisatie en tweedeling in de samenleving die groeit. Daarom geef ik cursussen aan onder andere docenten. We hebben allemaal een unconscious bias door onze bagage aan ervaringen en tegenslagen. In mijn cursussen ga ik de dialoog aan over deze onbewuste vooroordelen en hoe we die niet de leiding moeten laten nemen.”
“Het is lastig om uit te komen voor je eigen vooroordelen, soms komt naar voren dat iemand denkt dat jongeren met een migratieachtergrond lager zijn opgeleid. Dan gaan we in gesprek over waar zo’n vooroordeel vandaan komt.”
“Ik vind dat leraren beter begeleid moet worden, want ik merk dat ze het soms moeilijk vinden om écht in gesprek te gaan met hun leerlingen. Verdiep je eens in de achtergrond van je leerlingen en durf jezelf kwetsbaar op te stellen.”
“Ook merk ik dat bepaalde onderwerpen worden vermeden in het klaslokaal. Er wordt weinig gepraat over zaken als racisme, discriminatie, sexting, rechtsextremisme en islamofobie. Dit zijn dingen die spelen onder jongeren en daar moeten we het over hebben – ook op school.”
“Verder vind ik het belangrijk dat het docententeam en natuurlijk ook het bestuur op scholen een weerspiegeling wordt van de maatschappij. Het is belangrijk dat kinderen zichzelf kunnen identificeren met de mensen om hen heen.”
“Ik hoor vaak van leerlingen dat ik een rechtvaardige leraar ben, iets wat ik zelf vroeger miste bij leraren. Mijn leerlingen zeggen dat ik voor ze klaarsta, maar ook duidelijke kaders en regels heb. Ik wil ze laten zien dat ik ze geloof en waardeer.”
Yuan Druijff (23) is werkzaam bij Asian Raisins, een Nederlandse antiracisme-organisatie die via campagnes sociale problemen zichtbaar en bespreekbaar maakt. Momenteel werken ze aan de bewustwordingscampagne ‘Stop Hanky Panky Shanghai’.
“Hanky Panky Shanghai is een ‘verjaardags’lied dat wordt gezongen op basisscholen en kinderfeestjes alsof het de Chinese variant van Happy Birthday is. Dat is het natuurlijk niet. Daarom is het zingen ervan niet alleen kwetsend, maar verspreidt het ook misinformatie over de Chinese talen.”
“Tijdens het zingen worden vaak racistische karikaturale handelingen uitgevoerd. Denk aan de ooghoeken met de vingers naar de zijkant trekken of de handen tegen elkaar vouwen en buigbewegingen maken. Op deze manier worden kinderen van (Oost-)Aziatische afkomst belachelijk gemaakt en reduceer je ze tot racistische stereotypen met alle gevolgen van dien. Uit enquêtes die wij afnemen komt vaak naar voren dat (Oost-)Aziatisch-Nederlandse kinderen zich niet geaccepteerd voelen en zich schamen voor hun afkomst en gevoelens. Zeker wanneer zulke liedjes gezongen worden in een omgeving die veilig moet zijn, met goedkeuring van de leerkracht als autoriteit. Een verjaardag op school wordt hierdoor een stressvolle in plaats van een leuke ervaring.”
“Muziek verbindt mensen, maar het heeft ook een keerzijde. Wanneer liedjes worden gezongen op basis van hardnekkige stereotypen en ongelijke behandeling sluit het mensen uit. We willen Hanky Panky Shanghai daarom verbannen op (basis-)scholen en PABO-opleidingen. Juridisch kun je hier weinig tegen doen, maar door kennis te delen hopen we scholen bewust te maken over het racistische karakter van dit kinderlied.”
“Daarnaast zijn we bezig met lespakketten waarin we het hebben over anti-Aziatisch racisme. We hebben het niet alleen over Hanky Panky Shanghai, maar ook over de discriminatie van Aziatische Nederlanders in het algemeen. We willen leerlingen leren hoe je een bondgenoot kunt zijn door bijvoorbeeld te vertellen wat je kunt doen wanneer iemand in de klas wordt gediscrimineerd.”
“Verder zijn we ook bezig met een toolkit waarin het maatschappelijke en pedagogische belang wordt uitgelegd, zodat ook leraren onderling met elkaar in gesprek kunnen gaan. Momenteel loopt er een crowdfunding om deze pakketten te kunnen realiseren. Als we racisme en discriminatie in de jonge jaren voorkomen, zal het ook minder gebeuren onder volwassenen.”