'Fck VVD', 'Eet de rijken': hoe politieke straatstickers vechten om jouw aandacht, stem en ziel
- Artikel
- 12 okt 2022
- 7 minuten leestijd
Politiek wordt niet alleen in gemeentehuizen of Den Haag bedreven, maar ook op straat: met politieke stickers bepalen de plakkers wie er thuishoren in de buurt, en wie niet. Stickers plakken is een laagdrempelige vorm van activisme, reclame of straatkunst.
Door Pim van den Berg
De politieke sticker lijkt ongekend populair. Kijk bij een kruispunt eens om je heen en verwonder je om de vele, soms radicale stellingnames die je overal geplakt ziet. Stickers pleiten voor gratis voorbehoedsmiddelen en maandverband, betaalbare woningen, verwelkomen asielzoekers, of beklagen het zogenaamde verlies van de vrijheid van meningsuiting door socialisme of de Islam.
Vanaf het moment dat Maarten Luther zogenaamd zijn 95 stellingen spijkerde aan de deur van de Slotkerk in Wittenberg, is de openbare ruimte zelf een strijdtoneel geworden waar we onze overtuigingen opplakken en uitdragen. Of Maarten Luther echt die stellingen ophing aan de kerk wordt betwijfeld, maar de reformatie boekte wel zodanig veel succes met het ophangen en verspreiden van pamfletten dat de Katholieke Kerk er een stokje voor probeerde te steken. Dankzij de uitvinding van de drukpers werd het stukken makkelijker om teksten vrij letterlijk de wereld in te slingeren. Meer mensen leerden lezen; plots was het niet meer nodig om zelf aanwezig te zijn bij je verkondiging van mogelijk impopulaire of zelfs gevaarlijke ideeën. Je kon plakken en wegwezen.
Vorm van activisme, reclame of kunst
Stickers plakken is tegenwoordig een laagdrempelige vorm van activisme, reclame of straatkunst. Ze zijn goedkoper en makkelijker dan graffiti, en stiekemer te plakken dan posters. Desalniettemin blijft het plakken van stickers veelal strafbaar. Zo kreeg een docent een boete van €250 en bijna een strafblad voor het plakken van een ‘Fck VVD’-sticker in een park, meldde AT5 vorig jaar. Maar de strafbaarheid van het plakken is relatief makkelijk te omzeilen door hoe snel het plakken is gepiept.
Ondanks die strenge regelgeving is inmiddels het beplakken van onze openbare ruimte met boodschappen vanzelfsprekend, al zijn die minder vaak politiek dan commercieel. Reclame verovert steeds meer plek in ons blikveld. De alomtegenwoordigheid van bepaalde merken is er niet (alleen) om ons over te halen om bepaalde diensten of goederen te kopen, maar ook om in ons brein te prenten zodat, als we eenmaal in de supermarkt staan, we naar het bekende merk grijpen in een vlaag van herkenning, alsof we reiken naar een oude vriend.
Reclame = schadelijk
De politiek filosoof Michael J. Sandel schrijft in zijn boek What Money Can't Buy: The Moral Limits of Markets uit 2012 over de psychologische effecten van al die reclameboodschappen in de openbare ruimte. Sandel waarschuwt tegen de schadelijke effecten van overal een reclame op te hangen. Op de eerste plaats seint het aan mensen dat geld nu eenmaal onontkomelijk is: als aan alles een prijskaartje hangt, word je constant geconfronteerd met hoe vol (of leeg) je portemonnee is. Dat is extra zuur voor degenen die weinig tot niks hebben, en zo achtergesteld worden ten opzichte van de mensen die wél met geld kunnen strooien.
Maar ook beschrijft Sandel hoe we dingen waar reclames op staan gaan beschouwen als handelswaar, in plaats van wat die dingen nog meer voor ons betekenen: het park wordt een plek waar je geld moet uitgeven, bij de horeca of kinderboerderij, in plaats van een plek om te ontspannen. Scholen en universiteiten worden afzetmarkten voor betaalde lunches en afgestudeerden. Als er medemenselijke kanten aan zitten, dan schaaft reclame die er langzaam af. Zo wordt alles een markt, betoogt Sandel. En daar is geen plek voor de armen.
Complottheorieën en een nationale identiteit
Op een soortgelijke manier maken politieke stickers van de openbare ruimte een strijdtoneel waarin wordt bevochten wie erbij hoort en wie niet. Een extreem voorbeeld zijn de stickers van Vizier op Links, die in de afgelopen jaren werd gebruikt om de thuisadressen van vermeend ‘linkse’ prominenten en activisten te markeren, met als doel om ze te intimideren en het zwijgen op te leggen. Nederland is niet voor jullie, gold de waarschuwing.
Sommige andere stickers lijken op eenzelfde manier aan te sturen op een bepaalde nationale identiteit. De Geuzenbond schermt met xenofobe slogans als ‘TAAL, ERFGOED, EIGENHEID’. Een bijzonder hallucinante sticker tegen globalisatie oogt als een filmposter, met Klaus Schwab, oprichter en directeur van het World Economic Forum in het midden. Hij wordt geflankeerd door Mark Rutte en Sigrid Kaag, en naast hen George Soros en Bill Gates, zinspelend op de antisemitische complottheorie dat Joden en/of hagedissen achter de schermen de touwtjes in handen hebben, om het witte ras plaats te laten maken voor een socialistische dystopie, of zoiets.
Dezelfde taal als memes
Progressievere stickers lijken daarentegen vooral geruststellend en bevestigend bedoeld. Stickers als ‘Geen mens is illegaal!’ van de Vrije Bond, of een sticker van de trans-vlag, met het universele transgender-symbool en de slogan ‘Hier groeten wij de vlag en knielen we voor het kruis’ seinen dat bepaalde gemarginaliseerde bevolkingsgroepen zich thuis mogen en horen voelen.
Stickerplakker Kees ziet die bevestiging als voorname reden waarom hij ze plakt. “Om andere linkse mensen het idee te geven van 'je bent niet alleen, hier in deze omgeving'. En om te laten zien dat dat geluid ook bestaat.” Sommige stickers zetten aan tot actie, of promoten bepaalde politieke standpunten, maar Kees vermoedt dat ze niet zo gauw andersdenkenden zullen overhalen. “Stickers bevatten daarvoor te weinig informatie. Het zijn korte statements die niet echt werken om mensen van mening te doen veranderen.”
Veel politieke stickers bevatten wel degelijk dezelfde taal en logica als memes. Beiden gebruiken (variaties op) bekende beelden om herkenbare, behapbare sentimenten over te dragen met een beetje humor. Maar vooral die de mensen die het toch al snappen. Een sticker van de communistische webwinkel De Rode Lap, van een chagrijnige, langharige kat met een slabbetje om en een lo-fi-filter, bevat driemaal het onderschrift ‘EET DE RIJKEN’. Mensen die het verhaal achter dit pleidooi voor kannibalisme kennen (vrij naar de Franse revolutionair Rousseau, “als het volk niets meer te eten heeft, eten ze de rijken”) zullen het ongetwijfeld minder raadselachtig en aanstootgevend vinden. Ze lezen het zoals het bedoeld is, namelijk voor het nivelleren van welvaart en inkomen, tot het ronduit afschaffen van het kapitalisme.
Naamsbekendheid
“Voor naamsbekendheid is het wel een handig middel,” gaat Kees verder. “Bijvoorbeeld BIJ1 wordt zo best wat zichtbaarder op sommige plekken, zodat mensen het idee krijgen dat die partij ertoe doet. En dat geldt ook wel voor de zichtbaarheid van andere obscure linkse clubs, zoals de VrijeBond.” Het tegendeel is ook het geval. “Voor rechtse stickers geldt dat ook eigenlijk. Ik had nog nooit van de Geuzenbond gehoord, tot die stickers.”
Dat vertelt ook Arnout de J. van De Rode Lap tegen De Groene Amsterdammer. “‘Stickers met daarop de tekst ‘Ja, ik ben vvd: Veroordeeld Voor Discriminatie’ gaan heus de wereld niet veranderen, maar ze helpen wel de boodschap verspreiden.” Ondanks de linkse literatuur, posters en kleding is De Rode Lap is vooral bekend dankzij stickers als ‘D66 is kut LMAO’ en ‘Hier zat een racistische sticker. Nu niet meer.’ Hun werk is prominent aanwezig op lantaarnpalen, stoplichten en verkeersborden. De vriendschap met populaire meme-pagina’s als Memes voor de Massa's leidt tot een vruchtbare bodem voor memes die tot stickers leiden, en stickers die mensen weer teruglokken naar de memepagina en webwinkel.
Zo wordt de straat een wervingsmiddel om zieltjes te ronselen voor de Goede Zaak, en om duidelijk te maken wie er welkom zijn in de openbare ruimte, zij het een selecte groep of juist iedereen. Ook maken ze weer nodig zichtbaar dat politiek niet alleen gebeurt in gemeentehuizen of Den Haag, maar ook beslist wordt op straat. Waar mensen mogen gaan en staan, waarvoor ze zouden moeten betalen en waar ze gratis recht op hebben. Zo is het simpele plakken van een politieke sticker een democratische daad.