Een select gezelschap bepaalt wat jij leest en bekijkt, en dus hoe jij naar de wereld kijkt. Wie zijn de doorgaans jonge leden van deze ongeorganiseerd online-illuminati? En hoe kijken ze naar hun werk?
Voor velen een standaardritueel of een herkenbaar fenomeen: je ontwaakt en om nog even aan het idee te wennen dat je bed toch echt door je verlaten moet worden en de dag strijdbaar bij de lurven moet gaan grijpen stel je het verlaten van je warme holletje nog even uit door het licht van je smartphone op je tegenstribbelende ogen toe te laten. Immers is het belang van het filmpje van een hond die met open mond door een waterstraal uit een tuinslang in een tuin rondrent van onschatbare waarde voor het verdere verloop van je humeur.
Na een minuut is je wakker wordende hoofd klaar voor de nieuws posts die staan te dringen op je tijdlijn. Een behapbaar filmpje van NOS op 3 over de nieuwe donorwet, het verhaal van de dag met Tyler The Creator in de hoofdrol dat gratis door de Correspondent aangeboden wordt, een artikel van VICE over hoe het is om met een aan heroïne verslaafde moeder op te groeien; dat werk.
Uit het jaarlijkse onderzoek van het Reuters Instituut, het onderzoekscentrum naar journalisme dat is gekoppeld aan de universiteit van Oxford, blijkt dat 51 procent van alle ondervraagden uit 26 landen wereldwijd hun nieuwstoevoer van social media kanalen haalt. Sterker nog: twaalf procent haalt nieuwsberichten uitsluitend van social media kanalen zonder daarbij de krant te lezen, het nieuws te kijken of naar de radio luisteren. Bovendien stelt het Reuters instituut dat Facebook verreweg het belangrijkste netwerk is voor nieuwsvergaring.
Dit betekent dat de rol van de redacteuren die bepalen wat er op onze Facebook tijdlijn voorbij komt een taak vervullen met een groeiend belang. Zij fungeren als een soort poortwachters, die met vindingrijke, puntige tekstjes en snappy video’s de strijd om jouw aandacht – en daarmee jouw kennis – in hun voordeel moeten beslechten.
Oké, dat is aan het veranderen: Mark Zuckerberg kondigde op 11 januari aan dat zijn doel is om op onze news feed overwegend meer informatie en posts te laten zien van vrienden en familie, in plaats van een overdaad aan nieuwsartikelen, aangezien de verbinding met online contacten is waar wij gelukkig van worden. Maar toch: vijf sociale media-bonzen over hun ambacht, invloed en werkwijze.
Rik Beune (24), VICE (179 duizend likes)
“Als social editor heb je een duale verantwoordelijkheid: enerzijds is het je taak om artikelen zo prikkelend mogelijk te presenteren, omdat iedereen door de stortvloed aan beschikbare content eigenlijk per definitie ongeïnteresseerd is. Anderzijds is het belangrijk om je lezer niet te foppen, om daar niet in door te schieten. Mensen wegen constant af of ze hun tijd aan je moeten besteden, en daar moet je verantwoordelijk mee omgaan."
"Het verschil tussen door een krant of een tijdschrift bladeren en door je telefoon scrollen is dat die laatste nooit stopt. Het is in de strijd om aandacht makkelijk om te gaan schreeuwen of om in een wedstrijd van lomp-lomper-lompst te vervallen, maar daar schiet niemand iets mee op. Je wil je lezers toch iets zinnigs bieden, hoop ik. En als je gaat schreeuwen verlies je uiteindelijk je stem.”
Eric van den Berg (37), samensteller online van WNL (59 duizend likes)
“De gemiddelde leeftijd van onze lezers is 47,7 jaar oud, en 55 procent is man. Onze doelgroep is een beetje de Telegraaf-lezer, dat zijn nou eenmaal ouderen. Ik maak daarop mijn selectie qua content, hippe verhalen als Airbnb ofzo boeit ze echt geen reet. Als sociale media redacteur moet je een zeker fingerspitzengefühl hebben, denk ik. En empathie. Je moet je kunnen verplaatsen in je publiek. Intelligentie kan ook geen kwaad. En wacht, ook niet geheel onbelangrijk: goed spellen! Er zijn dagen dat we 5000 comments per dag halen. Soms is het dan best moeilijk om daar tegenop te modereren. Als de comments te heftig of te racistisch zijn, haal ik ze eruit.”
Lena Bril (25), de Correspondent (220 duizend likes)
“Mijn voornaamste doel is dat mensen onze artikelen lezen. Daarvoor zijn twee dingen belangrijk: aan de ene kant wil je dat mensen klikken, maar aan de andere kant wil je dat mensen iets doen met je post, zodat je hoger in het algoritme van Facebook terecht komt. Liken, delen of een comment achterlaten is daar belangrijk voor.”
“Ik probeer rigide te zijn in de aanschrijf: kort en sec benoemen waar het artikel over gaat. Voor ons is Facebook een manier om mensen lid te maken. Iedereen mag gratis lezen; hopelijk raken mensen dan geïnteresseerd en binden we ze aan ons. Daarbij willen we onze kennis en verhalen aan zoveel mogelijk mensen laten zien. Elke ochtend deel ik het verhaal van de dag, dat is het grootste verhaal, waar vaak maanden aan is gewerkt. De Correspondent staat bekend om mooie en grote artikelen met veel nuance. Dat past niet allemaal in een Facebook-postje, dat is soms pijnlijk. Soms zit ik dan ook op het randje van té populair.”
“We verwijderen nooit comments. Het is juist goed om de tegenreacties op artikelen te behouden. Wij zijn erg transparant, daar past censuur niet bij. Al helpt het natuurlijk dat we niet het type publiek aantrekken dat onredelijk tekeergaat onder een bericht.”
Even navelstaren hoor: Jeroen Pen (30), samensteller online bij Brandpunt+ (107 duizend likes)
“Wij werken story first, zoals dat in flitsend media-jargon heet. We kijken met de hele Brandpunt+ redactie eerst op welk medium een verhaal het best weggezet kan worden. Dus niet: wat kunnen we voor tv maken en wat voor online, maar juist: wat willen we maken, en welke vorm – tekst, een kort filmpje, een reportage van achttien minuten – past daar het best bij?”
“Online is onze achterban wat jonger dan op tv, daar hou je rekening mee. De toon die ik probeer neer te zetten houdt het midden tussen een rookruimte in een bruin café en een goedgevulde collegezaal. Op Facebook wil je natuurlijk prikkelen, maar wat achter de klik zit moet wel waar zijn. Als je onzin verkoopt, ben je gezien, en daarvoor zijn wij als publieke ook niet ter aarde. Dat blijft een spanningsveld: wat is een belangrijk journalistiek verhaal, en hoe krijgen we dat bij de mensen? Uiteindelijk doet een post het vooral goed als-ie appelleert aan de belevingswereld van veel mensen, niet van een nichegroep. Maar je kan natuurlijk ook weer de nichegroep heel goed aanspreken.”
“Er zijn onderwerpen en thema’s waar mensen altijd op klikken en reageren. Vraag is alleen: laat je dan het hele plaatje zien? De ene achterban klikt op alles over feminisme, de andere wil niets liever dan boze emoticons achterlaten bij nieuwsberichten over willekeurige Nederlandse moslims die iets verkeerd doen. Dat mag nooit leidend worden, vind ik. Je hoeft niet altijd te bevestigen wat mensen al vinden, denken en liken, daar wordt niemand wijzer van. Ik zou het zonde vinden als we over een jaar een medium zijn waar maar één type mens naar kijkt. Daarom streef ik naar een medium dat meer is dan alleen rechtse verhalen voor rechtse mensen, of linkse verhalen voor linkse mensen. Hopelijk worden we een plek waar mensen met elkaar in discussie kunnen gaan over hoe de wereld in elkaar steekt, niet nog een echokamer van elkaar high-fivende gelijkgestemden. Het is belangrijk dat lezers zich realiseren dat iemand die in een andere filterbubbel zit niet per definitie debiel is. In vrijwel alle bellenblaas-bubbels zitten rationele mensen. Ik wil verhalen maken voor een zo breed mogelijk publiek, waarin de lezer soms hun gelijk bevestigd ziet maar ook de andere kant van de medaille krijgt voorgeschoteld.”
Jonna ter Veer (40), NOS op 3 (102 duizend likes)
“Wat mijn functietitel eigenlijk is? Nou, ik ben social media redacteur, maar eigenlijk ook social media strateeg en social media analist, en daarnaast volle bak bezig met innovatie. Mijn collega’s die de NOS-Facebookpagina (736 duizend likes) coördineren, noemen hun rol overigens ‘community manager’.”
“Ik vind het belangrijk dat we op de Facebook van NOS op 3 een interactieve omgeving creëren en dus in gesprek gaan met ons publiek. Daarom reageren we altijd op persoonlijke berichten. Ik heb vandaag nog een mooi idee gekregen in een privé-bericht van een online lezer die een persoonlijk verhaal deelde. Hier gaan wij nu mee aan de slag. Je kan zo heel dichtbij je publiek komen en zij bij jou.”
“Onze toon is een andere dan die van de ‘reguliere’ NOS. We zijn een nieuwsorganisatie, dus je moet wel serieus blijven, maar onze redactie is jong en onze doelgroep ook. We proberen het persoonlijk te houden, soms met humor, maar die humor moet wel hout snijden. Soms is het moeilijk om de juiste tone of voice te vinden. Zoals laatst bij het verhaal over de transgender-jongen, die eerst Mustafa was en toen Aleyna werd. In dit geval twijfelde ik of ik de term: ‘coming out’ mocht gebruiken. Omdat het een dermate gevoelig onderwerp is loop ik dan even langs de maker, leg ik het voor en plaats het daarna pas. Verder heb ik zelf veel vrijheid op de sociale media kanalen. Onder toeziend oog van de eindredacteur natuurlijk.”
Eric van den Berg, Lena Bril, Rik Beune, Jeroen Pen, Jonna ter Veer. Beeldbewerking: Isabelle Veltman
Deze sociale media-bonzen bepalen goeddeels jouw wereldbeeld
Een select gezelschap bepaalt wat jij leest en bekijkt, en dus hoe jij naar de wereld kijkt. Wie zijn de doorgaans jonge leden van deze ongeorganiseerd online-illuminati? En hoe kijken ze naar hun werk?
Voor velen een standaardritueel of een herkenbaar fenomeen: je ontwaakt en om nog even aan het idee te wennen dat je bed toch echt door je verlaten moet worden en de dag strijdbaar bij de lurven moet gaan grijpen stel je het verlaten van je warme holletje nog even uit door het licht van je smartphone op je tegenstribbelende ogen toe te laten. Immers is het belang van het filmpje van een hond die met open mond door een waterstraal uit een tuinslang in een tuin rondrent van onschatbare waarde voor het verdere verloop van je humeur.
Na een minuut is je wakker wordende hoofd klaar voor de nieuws posts die staan te dringen op je tijdlijn. Een behapbaar filmpje van NOS op 3 over de nieuwe donorwet, het verhaal van de dag met Tyler The Creator in de hoofdrol dat gratis door de Correspondent aangeboden wordt, een artikel van VICE over hoe het is om met een aan heroïne verslaafde moeder op te groeien; dat werk.
Uit het jaarlijkse onderzoek van het Reuters Instituut, het onderzoekscentrum naar journalisme dat is gekoppeld aan de universiteit van Oxford, blijkt dat 51 procent van alle ondervraagden uit 26 landen wereldwijd hun nieuwstoevoer van social media kanalen haalt. Sterker nog: twaalf procent haalt nieuwsberichten uitsluitend van social media kanalen zonder daarbij de krant te lezen, het nieuws te kijken of naar de radio luisteren. Bovendien stelt het Reuters instituut dat Facebook verreweg het belangrijkste netwerk is voor nieuwsvergaring.
Dit betekent dat de rol van de redacteuren die bepalen wat er op onze Facebook tijdlijn voorbij komt een taak vervullen met een groeiend belang. Zij fungeren als een soort poortwachters, die met vindingrijke, puntige tekstjes en snappy video’s de strijd om jouw aandacht – en daarmee jouw kennis – in hun voordeel moeten beslechten.
Oké, dat is aan het veranderen: Mark Zuckerberg kondigde op 11 januari aan dat zijn doel is om op onze news feed overwegend meer informatie en posts te laten zien van vrienden en familie, in plaats van een overdaad aan nieuwsartikelen, aangezien de verbinding met online contacten is waar wij gelukkig van worden. Maar toch: vijf sociale media-bonzen over hun ambacht, invloed en werkwijze.
Rik Beune (24), VICE (179 duizend likes)
“Als social editor heb je een duale verantwoordelijkheid: enerzijds is het je taak om artikelen zo prikkelend mogelijk te presenteren, omdat iedereen door de stortvloed aan beschikbare content eigenlijk per definitie ongeïnteresseerd is. Anderzijds is het belangrijk om je lezer niet te foppen, om daar niet in door te schieten. Mensen wegen constant af of ze hun tijd aan je moeten besteden, en daar moet je verantwoordelijk mee omgaan."
"Het verschil tussen door een krant of een tijdschrift bladeren en door je telefoon scrollen is dat die laatste nooit stopt. Het is in de strijd om aandacht makkelijk om te gaan schreeuwen of om in een wedstrijd van lomp-lomper-lompst te vervallen, maar daar schiet niemand iets mee op. Je wil je lezers toch iets zinnigs bieden, hoop ik. En als je gaat schreeuwen verlies je uiteindelijk je stem.”
Eric van den Berg (37), samensteller online van WNL (59 duizend likes)
“De gemiddelde leeftijd van onze lezers is 47,7 jaar oud, en 55 procent is man. Onze doelgroep is een beetje de Telegraaf-lezer, dat zijn nou eenmaal ouderen. Ik maak daarop mijn selectie qua content, hippe verhalen als Airbnb ofzo boeit ze echt geen reet. Als sociale media redacteur moet je een zeker fingerspitzengefühl hebben, denk ik. En empathie. Je moet je kunnen verplaatsen in je publiek. Intelligentie kan ook geen kwaad. En wacht, ook niet geheel onbelangrijk: goed spellen! Er zijn dagen dat we 5000 comments per dag halen. Soms is het dan best moeilijk om daar tegenop te modereren. Als de comments te heftig of te racistisch zijn, haal ik ze eruit.”
Lena Bril (25), de Correspondent (220 duizend likes)
“Mijn voornaamste doel is dat mensen onze artikelen lezen. Daarvoor zijn twee dingen belangrijk: aan de ene kant wil je dat mensen klikken, maar aan de andere kant wil je dat mensen iets doen met je post, zodat je hoger in het algoritme van Facebook terecht komt. Liken, delen of een comment achterlaten is daar belangrijk voor.”
“Ik probeer rigide te zijn in de aanschrijf: kort en sec benoemen waar het artikel over gaat. Voor ons is Facebook een manier om mensen lid te maken. Iedereen mag gratis lezen; hopelijk raken mensen dan geïnteresseerd en binden we ze aan ons. Daarbij willen we onze kennis en verhalen aan zoveel mogelijk mensen laten zien. Elke ochtend deel ik het verhaal van de dag, dat is het grootste verhaal, waar vaak maanden aan is gewerkt. De Correspondent staat bekend om mooie en grote artikelen met veel nuance. Dat past niet allemaal in een Facebook-postje, dat is soms pijnlijk. Soms zit ik dan ook op het randje van té populair.”
“We verwijderen nooit comments. Het is juist goed om de tegenreacties op artikelen te behouden. Wij zijn erg transparant, daar past censuur niet bij. Al helpt het natuurlijk dat we niet het type publiek aantrekken dat onredelijk tekeergaat onder een bericht.”
Even navelstaren hoor: Jeroen Pen (30), samensteller online bij Brandpunt+ (107 duizend likes)
“Wij werken story first, zoals dat in flitsend media-jargon heet. We kijken met de hele Brandpunt+ redactie eerst op welk medium een verhaal het best weggezet kan worden. Dus niet: wat kunnen we voor tv maken en wat voor online, maar juist: wat willen we maken, en welke vorm – tekst, een kort filmpje, een reportage van achttien minuten – past daar het best bij?”
“Online is onze achterban wat jonger dan op tv, daar hou je rekening mee. De toon die ik probeer neer te zetten houdt het midden tussen een rookruimte in een bruin café en een goedgevulde collegezaal. Op Facebook wil je natuurlijk prikkelen, maar wat achter de klik zit moet wel waar zijn. Als je onzin verkoopt, ben je gezien, en daarvoor zijn wij als publieke ook niet ter aarde. Dat blijft een spanningsveld: wat is een belangrijk journalistiek verhaal, en hoe krijgen we dat bij de mensen? Uiteindelijk doet een post het vooral goed als-ie appelleert aan de belevingswereld van veel mensen, niet van een nichegroep. Maar je kan natuurlijk ook weer de nichegroep heel goed aanspreken.”
“Er zijn onderwerpen en thema’s waar mensen altijd op klikken en reageren. Vraag is alleen: laat je dan het hele plaatje zien? De ene achterban klikt op alles over feminisme, de andere wil niets liever dan boze emoticons achterlaten bij nieuwsberichten over willekeurige Nederlandse moslims die iets verkeerd doen. Dat mag nooit leidend worden, vind ik. Je hoeft niet altijd te bevestigen wat mensen al vinden, denken en liken, daar wordt niemand wijzer van. Ik zou het zonde vinden als we over een jaar een medium zijn waar maar één type mens naar kijkt. Daarom streef ik naar een medium dat meer is dan alleen rechtse verhalen voor rechtse mensen, of linkse verhalen voor linkse mensen. Hopelijk worden we een plek waar mensen met elkaar in discussie kunnen gaan over hoe de wereld in elkaar steekt, niet nog een echokamer van elkaar high-fivende gelijkgestemden. Het is belangrijk dat lezers zich realiseren dat iemand die in een andere filterbubbel zit niet per definitie debiel is. In vrijwel alle bellenblaas-bubbels zitten rationele mensen. Ik wil verhalen maken voor een zo breed mogelijk publiek, waarin de lezer soms hun gelijk bevestigd ziet maar ook de andere kant van de medaille krijgt voorgeschoteld.”
Jonna ter Veer (40), NOS op 3 (102 duizend likes)
“Wat mijn functietitel eigenlijk is? Nou, ik ben social media redacteur, maar eigenlijk ook social media strateeg en social media analist, en daarnaast volle bak bezig met innovatie. Mijn collega’s die de NOS-Facebookpagina (736 duizend likes) coördineren, noemen hun rol overigens ‘community manager’.”
“Ik vind het belangrijk dat we op de Facebook van NOS op 3 een interactieve omgeving creëren en dus in gesprek gaan met ons publiek. Daarom reageren we altijd op persoonlijke berichten. Ik heb vandaag nog een mooi idee gekregen in een privé-bericht van een online lezer die een persoonlijk verhaal deelde. Hier gaan wij nu mee aan de slag. Je kan zo heel dichtbij je publiek komen en zij bij jou.”
“Onze toon is een andere dan die van de ‘reguliere’ NOS. We zijn een nieuwsorganisatie, dus je moet wel serieus blijven, maar onze redactie is jong en onze doelgroep ook. We proberen het persoonlijk te houden, soms met humor, maar die humor moet wel hout snijden. Soms is het moeilijk om de juiste tone of voice te vinden. Zoals laatst bij het verhaal over de transgender-jongen, die eerst Mustafa was en toen Aleyna werd. In dit geval twijfelde ik of ik de term: ‘coming out’ mocht gebruiken. Omdat het een dermate gevoelig onderwerp is loop ik dan even langs de maker, leg ik het voor en plaats het daarna pas. Verder heb ik zelf veel vrijheid op de sociale media kanalen. Onder toeziend oog van de eindredacteur natuurlijk.”
Eric van den Berg, Lena Bril, Rik Beune, Jeroen Pen, Jonna ter Veer. Beeldbewerking: Isabelle Veltman
Maartje Krijnen