Veel studenten zijn hun inkomen kwijt: “Maximaal lenen is de enige uitweg”
- Artikel
- 22 mei 2020
- 5 minuten leestijd
“Volgens mij begrijpt de regering niet helemaal wat die duizenden extra euro’s aan schuld later voor ons betekent.”
“Het gaat slecht met studenten”, zegt Bas van Weegberg (23), voorzitter van FNV Young & United. Veel bedrijven die doorgaans kranig gebruik maken van de werkende handen van studenten, zijn dicht. Het gevolg: veel studenten krijgen niet of nauwelijks doorbetaald. Tot grote ergernis van Bas: “De overheid heeft een steunpakket voor iedereen om inkomensverlies te compenseren, maar waarom hoort de student niet bij ‘iedereen’?”
Er zijn regelingen waarbij inkomensverlies van werknemers gecompenseerd wordt, maar werkgevers zijn niet verplicht dit te doen bij flexwerkers. En dat, terwijl zeventig procent van de studenten een flexcontract heeft. Er bestaat een compensatie voor flexwerkers, maar deze regeling geldt alleen voor inkomens hoger dan zeshonderd euro per maand. En dat verdienen studenten niet. Het simpele advies van Minister van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) aan studenten: meer lenen.
Brandpunt+ sprak met drie studenten die het advies van Van Engelshoven ongewild moeten opvolgen.
“Het lijkt wel alsof ze ons vergeten zijn”
Loes van der Woerdt (19), student Sociale Geografie en Planologie in Utrecht, geeft normaliter bijles aan eindexamenkandidaten via Lyceo, maar sinds er geen fysiek onderwijs meer is zit Loes thuis, zonder inkomen. Normaal gesproken komt ze rond zonder hulp van een, zoals ze dat zelf noemt, ‘misleidend leenstelsel’. Nu móét ze lenen om überhaupt rond te komen. “Toen ik hoorde dat ik niet gecompenseerd werd, was ik echt ontzettend boos”, zegt Loes. “Nog steeds eigenlijk.”
Omdat Loes een flexcontract heeft, maakt haar werkgever geen gebruik van het steunpakket van de overheid. Dat kost geld. “Ik werd gebeld dat ik pech had”, zegt Loes geagiteerd. “Ik werk hard om leerlingen te laten slagen bij hun eindexamen, maar mij laten ze vallen alsof het niets is.”
Loes is noodgedwongen gaan lenen, en daar is ze absoluut geen fan van: “Zo schuif ik het probleem voor me uit. Nu kan ik door, maar later moet ik terugbetalen. Waar is die compensatie die zogenaamd voor ‘iedereen’ is?”
Gelukkig kan Loes nog terug naar haar ouders ‘om af en toe een brood te stelen’. Die wonen op een half uurtje fietsen in Houten. “Maar een vriendin van me woont in Friesland. Dat is even wat anders”, zegt ze. “Zij moet thuis wonen omdat het leven in Utrecht simpelweg te duur geworden is.”
“Ik voel me in de steek gelaten”
Voor Jerom Maat (22), student Docent Geschiedenis in Leeuwarden, is het iets minder heftig. Het theatertje in Groningen waar Jerom werkt heeft wél aanspraak gemaakt op het steunpakket van de overheid. Zo krijgt hij nog een klein deel van zijn inkomen uitbetaald. Dit is overigens lang niet voldoende om van te kunnen leven. Geen voorstellingen, geen drankjes. “En dat merk ik in m’n portemonnee”, zegt Jerom. “Ik heb helaas ook niks aan het nieuwe pakket voor flexwerkers, omdat ik nooit meer verdien dan die benodigde zeshonderd euro.”
Hoe hij dat oplost? Bijlenen. Er zit volgens Jerom niets anders op: “Er zijn geen creatieve oplossingen die we kunnen bedenken om op een andere manier geld te verdienen. Hier in Groningen is geen enkel bijbaantje meer te vinden.”
“Ik frustreer me vooral over het feit dat er schulden bijkomen vanwege gebrekkige maatregelen van de overheid”, zegt hij. “Ik voel me echt in de steek gelaten.” Jerom’s lening wordt op deze manier hoger en hoger. “Volgens mij begrijpt de regering niet helemaal wat die duizenden extra euro’s aan schuld later voor ons betekent", zegt Jerom overtuigd.
Zonder steun komen studenten deze crisis niet door, denkt hij. “Ik hoor genoeg verhalen over studenten die letterlijk hun huis uit moeten omdat ze het niet meer kunnen betalen”, zegt hij. “Is dat hoe we het huizentekort willen oplossen?”
“Ik ben vooral boos op mijn universiteit”
Drankjes schenken, broodjes maken, en omgevallen biertjes wegboenen, dat is wat Fleur de Korver (22), student Psychologie en Technologie aan de Technische Universiteit in Eindhoven, normaal gesproken veertig uur per maand doet in de kantine van het sportcentrum op de campus. Die veertig uur is nu nul. En de vierhonderd euro die ze er doorgaans mee verdient? Ook nul.
“Een aantal vrienden van me met nul-uurcontracten krijgt wel doorbetaald, maar ik niet”, zegt Fleur. “Dat voelt oneerlijk.” Fleur werkt in de horeca, maar staat onder contract bij de universiteit. Zij zien haar als flexwerker. Daar denkt ze zelf anders over: “Ik heb gewoon een rooster dat een maand vooruit gaat. Wat is daar flex aan?”
De vierhonderd euro die ze misloopt voelt ze in alles wat ze doet. “Ik kan meer lenen, maar dat is dweilen met de kraan open. Dat moet ik later allemaal weer terugbetalen, terwijl ik op dit moment gewoon recht heb op inkomsten”, zegt Fleur.
Dat de bar nog wel eventjes dichtblijft begrijpt ze: “Maar geef me dan andere klusjes. Laat me de bar verven. Ik doe alles, als ik maar uren kan maken.” En wanneer de bar weer opengaat, dan heeft Fleur nog steeds twijfels over de toekomst. “De kantine gaat dan nog niet volledig open, en de vaste werknemers krijgen dan als eerste werk. Daarna kunnen wij pas weer aan de slag”, zegt Fleur. “Dit gaat dus nog wel eventjes duren, en dat kóst me op deze manier duizenden euro’s.”