Bij Scotland Yard werken sinds kort agenten met superpowers. We belden hun baas
- Interview
- 25 aug 2016
- 6 minuten leestijd
Eliot Porritt, een superheld in politie-uniform, is hoofd van de vorig jaar opgerichte Super Recogniser Unit. "Ik dacht: dit zijn vaardigheden die elke agent heeft.”
Toen hij een kleuter was, onthield Eliot Porritt van iedere film die hij zag alle acteurs, zelfs zij die de bijrollen van het lulliger soort vertolkten. Als hij ze dan in een andere productie terugzag, wist hij nog precies wie ze waren en waarvan hij ze kende. Later, toen hij eenmaal agent was, sloeg de Brit ook de gezichten van mensen die hij aanhield opvallend goed op. Soms complimenteerden collega’s hem daarmee. Dat ervoer hij dan als overdreven, vertelt hij aan de telefoon: “Voor mij was het heel normaal, ik ken alleen maar mijn manier van kijken en onthouden. Ik dacht: dit zijn vaardigheden die elke agent heeft.”
Dat blijkt niet het geval, want inmiddels is de 36-jarige Porritt hoofd van een speciale eenheid die zich richt op het vaststellen van de identiteit van verdachten. Bij de in Londen opererende Super Recogniser Unit werken vijf agenten, die allemaal beschikken over een bijna onmenselijk goed geheugen en dito zicht. Ze kunnen allemaal moeiteloos iemand die ze acht jaar geleden een keer tegen het lijf zijn gelopen, herkennen op schokkerige beveiligingsbeelden.
Inderdaad: dienders met superpowers.
Wetenschappers kwamen op het spoor van deze superherkenners toen ze onderzoek deden naar exact het tegenovergestelde: mensen voor wie geen enkel gezicht, hoe vaak ze ook zagen, bekend voorkomt. In 2009 publiceerden drie wetenschappers onder leiding van de aan Harvard verbonden psycholoog Richard Russell de eerste studie naar excellente tuurders. Uit hun tests bleek dat er inderdaad mensen met deze opvallende krachten bestaan. Een paar jaar later werden de eerste agenten getoetst op superherkennen. De procedure is grondig, de methodes wetenschappelijk erkend. Het resultaat: een groslijst van zo’n 120 hypergetalenteerde kijkers. In mei vorig jaar werd de Super Recogniser Unit in het leven geroepen, met Porritt dus aan het roer.
De resultaten liegen er niet om. In de afgelopen veertien maanden hebben Porritt en de zijnen 2205 mensen als verdachte aangemerkt. Van hen werd 58 procent ook daadwerkelijk vervolgd. Ter vergelijking: het gemiddelde ligt bij de Metropolitan Police op rond de vijftien procent, vertelt Porritt monter. “En het was bij ons eerst nóg hoger. Op een gegeven moment haalden we de 70 procent.”
Een ander voordeel van het team van Porritt: steeds vaker herkennen ze een verdachte als veelpleger. “Wij vinden criminelen die nooit aangemerkt zijn als grote vissen. Dit zijn mensen die vroeger voor één misdaad werden gepakt en er dan vanaf kwamen met een boete of een taakstraf.”
De superherkenners koppelen echter steeds vaker daders aan eerdere misdrijven, vertelt Porritt. “Vorige week nog hadden we een prolific unknown. We herkenden iemands beeld en koppelden hem zo aan achttien inbraken. Hij was sinds 2011 op vrije voeten en was er anders zeker met een milde straf vanaf gekomen.” Bij een latere vervolging maakt zo iemand volgens Porritt geen kans. “Als jij achttien keer herkenbaar op beeld staat, kun je wel blijven beweren dat je op dat moment thee dronk bij je moeder, maar dan is de aanklager toch echt in het voordeel.”
Wat opvalt: de superherkenners hebben een op het eerste gezicht relatief saaie kantoorbaan, de deur gaan ze zelden uit. Hoe ze toch zoveel voor elkaar krijgen? Welnu, Groot-Brittannië kent een lange geschiedenis van het ongevraagd op videobeelden vastleggen van haar eigen burgers. De eerste beveiligingscamera’s in de publieke ruimte verschenen er al in de jaren zestig van de vorige eeuw. In de afgelopen twintig jaar ontstond er een heuse wildgroei, die ook niet afnam toen de politie in 2008 zelf aangaf dat meer Closed-circuit television (CCTV) níet tot minder misdaad leidde.
De massale rellen in Londen in 2011 zorgde voor een verandering binnen het korps. Een jaar later werd er software aangekocht die, beter dan ooit te voren, een database aanlegt van beelden van verdachten. De database is gemakkelijk doorzoekbaar op uiterlijke kenmerken. Voer een zoekopdracht als “South-London + burglary + White male + red jacket + glasses + grey hair” in, en er rolt een rits mogelijke daders uit. In de database zijn sinds 2012 meer dan 100 duizend afbeelding van verdachten verzameld. Het olifantengeheugen en de kijktalenten van de superherkenners doen de rest.
Zo brengt de Metropolitan Police drie keer per week intern een krantje uit met foto’s van mogelijke verdachten. In totaal zijn dat er zo’n 500 per week. Daar gaan de superherkenners vervolgens mee aan de slag, tot tevredenheid van de rest van het korps. “Dat is mooi om te merken, ja,” vertelt Porritt. “We krijgen intern steeds meer waardering, al ben ik de enige vaste superherkenner. De rest wordt gedetacheerd.”
Het succes van de superherkenners blijft ook in het buitenland niet onopgemerkt. Na de massale aanrandingen in Keulen met oud en nieuw doet de Duitse politie een beroep op Porritt. “We zijn daar een poosje geweest om ze te helpen, want er waren wel camera-beelden maar daarop was veel niet goed zichtbaar en de verhalen waren talrijk. Toen we kwamen, hingen er foto’s van 20 verdachten op een prikbord. Niet dat wij al het werk hebben gedaan, maar toen we vertrokken waren dat er 120.”
Andere landen benaderden Porritt nog niet, maar desgevraagd zegt hij ook in Nederland te willen helpen, bijvoorbeeld tegen terrorisme. “Als wij met onze ervaring iets kunnen betekenen, natuurlijk. Waarom niet? Onze eigen terrorisme-jongens doen liever alles zelf, maar ik denk dat we zeker een zouden kunnen helpen. Onze methoden werken elders natuurlijk ook.”
En wie denkt dat de overdaad aan CCTV het werken in Groot-Brittannië makkelijker zou maken, komt bedrogen uit. In 2014 kenden de Britten één beveiligingscamera per elf inwoners. Dat gemiddelde lag in Nederland in datzelfde jaar exact even hoog, zo viel toentertijd te lezen in Trouw.
Als ik hem vraag of hij er problemen mee heeft dat zijn succes rechtstreeks samenhangt met een forse beperking van iedereens privacy, reageert de verder opgewekte Porritt voor het eerst in het gesprek bars. “Look mate, we just wanna fight crime. En dat doen we met de middelen die we tot onze beschikking hebben. Dat werkt, dus ik zie het probleem niet.”
Dan, vlak voor we ophangen, stel ik de vraag die me bezighoudt sinds ik hem via Twitter benaderde voor een telefonisch interview. Hij heeft mijn gezicht gezien, zij het op een piepkleine profielfoto. Zou Porritt nu weten wie ik ben, als ik in dezelfde coupé zou zitten als hij in een propvolle Londense metro?
“What, you? Mate, i’d recognise you in a heartbeat.”
Benieuwd jij ook een superherkenner bent? Doe dan deze test van de University of Greenwich, of deze van Cambridge.