'Hij gaf mij de schuld dat hij dronk'. De ex van Romy (28) was alcoholverslaafd
- Artikel
- 06 apr 2023
- 9 minuten leestijd
Romy* (28) werkte al jaren in de verslavingszorg toen ze zelf een relatie kreeg met een verslaafde man. Samen konden ze zijn verslaving de baas worden, dachten ze. Niks bleek minder waar.
Waarschuwing: in dit verhaal staan beschrijvingen van verbaal en fysiek geweld, verslavingsproblematiek en suicide.
Ze leerden elkaar kennen op Tinder, in de zomer van 2021. Eerst had Romy alleen online contact met Joep vanwege de lockdown, maar na een paar maanden ontmoetten ze elkaar in een kroeg. Romy: “Joep vertelde me gelijk alles. Dat hij die zomer in een kliniek had gezeten, dat het een tijdje beter ging. Hij wilde eerlijk zijn.”
Mens achter verslaving
Het voelde goed. Door corona werd hun wereld klein, maar ze voelde zich geen moment opgesloten wanneer ze samen opgehokt zaten tijdens de lockdownperiodes. Romy: “Het was juist knus. Hij was zó’n tof persoon om bij te zijn: heel sociaal, goedlachs en empathisch.”
Ze was zich nog niet bewust van haar blinde vlek als hulpverlener. Achteraf was het naïef, zei ze. “Ik ben door mijn werk heel goed in het zien van de mens achter de verslaving. Ik weet dat verslavingsproblematiek tijdelijk kan zijn.”
Gezonde versie
Hij was van plan om in opname te gaan, mocht het nodig zijn, en Romy wilde hun relatie een kans geven. “Ik was heel verliefd op zijn gezonde versie, en ik dacht dat we er wel bovenop konden komen, als we ons samen zouden inspannen.”
Maar Joeps verslaving was sterker dan hij, en nam langzaam de overhand. Romy: “Na alles wat ik heb meegemaakt is het heel moeilijk te herinneren hoe de gezonde Joep was.”
Hij dronk cola met rum. In de tijd dat Romy hem leerde kennen, dronk hij enkele rum-cola’s per dag om zijn hoofd leeg te maken voor het slapengaan. Romy: “Hij had een moeilijke jeugd gehad. Hij groeide op zonder vader, voelde zich onbegrepen en was met grote vraagstukken bezig waar niemand hem bij kon helpen.”
Hij leerde te vluchten van zijn emoties op de middelbare school; eerst met wiet, daarna met alcohol.
Smoesjes
Waar het eerst de vrijdagavonden waren, werd het daarna de zondagmiddagen, dan door de werkweek heen. Al snel ging er een fles rum per dag doorheen, vertelt Romy.
Wanneer de winkel bijna dichtging en ze niks in huis hadden, moest hij op pad. “Dan kwam hij met allerlei smoesjes om naar de winkel te gaan: sigaretten halen, snoep, kaas voor over de spaghetti. Voor Romy was dat, zeker vanuit haar achtergrond, doorzichtig.
“Ik vond het absurd. Vaak zei ik tegen hem: ‘Ik weet wat je nu gaat doen.’ Dan kwam bij mij de hulpverlener naar buiten en gingen die gesprekken soms over in therapie. Ik vroeg hem dan: wat gebeurt er als je nu níet gaat? Je bent veilig, ik ben er voor je. Laten we er een gezellige avond van maken.”
Dat leidde tot discussies. En frustratie, bij Joep. Soms gaf hij haar zelfs de schuld dat hij toch ging drinken. Op die discussies kwam hij altijd terug. Dan gaf hij haar gelijk. “En ik gaf ook aan dat ik niet in mijn eigen huis als hulpverlener aan de slag wilde. Daardoor is hij een paar keer opgenomen.”
Drank was de duivel
Wonder boven wonder ging het na zijn opnames – drie waren tijdens hun relatie – beter. Hij werkte, dronk niet, ze gingen samen op reis.
Voor Romy’s gevoel was hij terug: de Joep waar ze ooit superverliefd op was. Die kreeg door medicatie weer een goed dag-nachtritme en zijn stabiliteit terug.
Romy: “We wandelden samen, hij bleef weer bij me in de weekenden. Het was hij en ik, zonder drank. Drank was de duivel; als we die buiten onze relatie konden houden, dan zat het goed.”
Toch ontstond bij Joep na een tijdje het idee dat het af en toe wel weer kon. Daarna was het snel terug bij af. Romy: “En zo is het een paar keer gegaan.”
Diepste dal
Het diepste dal in hun relatie, vertelt Romy, was toen ze zelf in de put zat. “Toen zei hij tegen mij dat ik me aanstelde, dat er mensen waren die het erger hadden. Ik antwoordde: ‘Als je zo tegen mij praat, dan wil ik dat je mijn huis nu verlaat.’”
Ze voelde zich al onveilig toen hij dreigend naast haar kwam zitten, maar toen pakte hij haar hoofd vast en trok hij haar naar de grond. Ze zei kwaad: “Je pakt je spullen en ik wil je hier vanavond niet meer hebben.”
Hij werd kwaad, pakte haar vast en duwde haar tegen de kast. “Hij zei dat ik hem maar naar de nachtwinkel moest brengen. Vanaf daar redde hij zich wel.”
Ze besloot hem naar huis te brengen. “Ik zette zijn spullen voor zijn deur, en toen ik de straat weer overstak naar mijn auto sloeg hij me met zijn vuist in mijn gezicht.”
Schaamte
Daarna hadden ze drie weken geen contact en liet Joep zich vrijwillig opnemen. Tot hij haar opbelde. Hij zei dat hij zijn huis niet uit durfde van schaamte, dat hij niet dezelfde persoon was als eerst. Hij had antabus, een middel dat ervoor zorgt dat je ziek wordt als je gaat drinken, aangevraagd, en een langdurige opname. “Daarna zag ik hem twee weken weer niet, en belde hij me vanuit de opname om te zeggen dat hij nuchter was en met me wilde praten. Zelfs als we de relatie stoppen, zei hij, wil ik dat dit niet zo eindigt.”
“Ik ben daarheen gegaan, en we zagen elkaar wekelijks voor een wandeling. Hij wilde zich laten helpen en medicatie blijven nemen, en hij wilde dat ik zag dat hij niet de persoon was die ik eerder gezien had. Langzaam kreeg hij me weer mee in zijn verhaal.”
Tegen haar familie bagatelliseerde ze alles. Tegen haar vriendinnen zei ze: jullie kennen de echte Joep niet. Dit is verslaving. Jullie kennen de persoon niet die eronder zit. “Ik dacht dat zij het niet konden beoordelen.”
Benzo's
In de kliniek, tijdens zijn laatste opname gedurende hun relatie, maakte Joep kennis met zijn nieuwe vluchtroute: kalmeringsmiddelen. Die bestelde hij online, op een website voor research chemicals. “In een witte envelop vielen die op de deurmat.”
Toen ze erachter kwam dat hij die gebruikte tijdens zijn opname, belde ze zijn behandelaars om ze te waarschuwen. Hoewel ze hem probeerde te behoeden, had het het tegenovergestelde effect: de kliniek zette hem op straat, omdat hij zich niet aan de afspraken van hun nultolerantiebeleid had gehouden.
Twee dagen later belde de politie haar: Joep had een auto-ongeluk gehad. Of ze hem kon komen halen. “Hij was niet aanspreekbaar op dat moment. De eerste dagen erna stond ik op de automatische piloot. Ik heb een opname bij een nieuwe kliniek voor hem verzorgd via de huisarts.”
Naïef
Eigenlijk was de relatie al kapot nadat hij haar geslagen had. Romy: “Ik denk niet dat dat ooit heeft kunnen herstellen, hoeveel moeite hij er ook zelf voor deed. Op momenten hoopte ik dat het terug zou komen, dat het kon worden zoals vroeger. Achteraf was dat naïef."
Ze hield vast aan de Joep zonder alcoholmisbruik, en bagatelliseerde de persoon die hij onder invloed werd.
Was hij nuchter, dan gingen ze samen in gesprek, maakten ze plannen en schakelden ze hulp in. Was hij onder invloed, dan werd hij iemand tegen wie ze vocht. Romy: “Het gekke is: je wordt kwaad op de verslaafde persoon, maar je vormt een team met de nuchtere persoon.”
“Vanuit mijn werk zie ik veel succesverhalen. Mensen die het lukt. En ik ben iemand die veel geeft, zorgt voor anderen. Ik geef moeilijk mijn grenzen aan. Als je dan iemand hebt die maar neemt, neemt en neemt, dan is het einde zoek.”
Grenzen
Het is nu bijna een half jaar later, ze heeft bijna geen contact meer met Joep, en heeft inmiddels een nieuwe partner. Ze vindt het nog moeilijk om in kroegen te zijn, en dronken mensen, vooral agressieve, zijn een trigger voor haar. Vorig jaar, nadat het uitging, is ze even gestopt met werken. Nu werkt ze parttime, en heeft ze therapie. “Ik ben geconfronteerd met hoever ik mijn eigen grenzen voor iemand anders kan verleggen. Ik heb veel dingen gedaan die ik niet wilde doen, en dat was niet okay."
Rechtszaak
De rol van de partner krijgt volgens Romy te weinig plek in behandelingen. Ze werd amper betrokken, terwijl ze wél iedere keer mocht komen opdraven als het fout ging. In de anderhalf jaar dat Romy en Joep samen waren, is ze twee keer op gesprek gevraagd tijdens zijn traject – op zijn initiatief.
Romy: “Mensen met een verslaving worden uit hun omgeving gehaald tijdens een opname, en je moet als partner maar hopen dat het goed komt.”
Na hun relatie viel Joep terug en deed hij een suïcidepoging. Dat weet ze, omdat ze toevallig langs zijn appartement reed toen ze hem met de ambulance ophaalden. Vorige week sprak ze tijdens een hoorzitting, waarna de rechter hem een gedwongen opname oplegde.
Praten
Romy: “Joep vroeg mij of ik bij de zitting wilde zijn. Ik heb dat gedaan, want ik wil straks niet degene zijn die hem dood in zijn appartement aantreft.”
In de rechtszaak vertelde ze nog één keer haar kant van het verhaal. Nu denkt ze: “Dit is het einde. We zijn al vijf maanden uit elkaar en de Joep die ik kende is er niet meer.”
Ze hoopt nog altijd dat hij voor het leven kiest, en dat hij sterker wordt dan zijn verslaving. Wat ze aan andere mensen in haar positie wil meegeven? “Zorg voor jezelf en minimaliseer je eigen behoeften niet. Praat met andere mensen. Heel vaak heb ik situaties niet gedeeld omdat ik mezelf voorloog, of bang was voor reacties. Alleen als je erover praat, kunnen mensen er voor je zijn.”
*Namen zijn vanuit privacy-overwegingen gefingeerd, maar ze zijn wel bekend bij de redactie.
Beeld in header: ©Maxim de Gilder