Waarom ons beeld van voodoo helemaal niet klopt
Jonge Nigeriaanse vrouwen, die met een mensenhandelaar naar Europa kwamen, durven vaak niet in opstand te komen. Ze blijven doen wat (tegen hun wil, en met geweld) van ze verlangd wordt. Doen ze dat niet, zijn ze bang dat ze vervloekt worden.
De opkomst van de Nigeriaanse maffia in Europa is een groot probleem, waarschuwen Europol en Team Afrika (het gespecialiseerde team van de Brusselse politie): elk jaar worden duizenden minderjarige Nigeriaanse vrouwen verhandeld, en de criminele netwerken achter de handel blijven groeien. De jonge vrouwen stappen zelf niet naar de politie, te bang voor de wraak van de mensenhandelaar en voor die van oude goden. Voodoo, het geloof in het bestaan van krachtige geesten, legt ze het zwijgen op.
Een van de verhandelde Nigeriaanse vrouwen is Rita. Onder valse voorwendselen bracht een mensenhandelaar haar naar Europa, waar ze onder dwang de prostitutie in ging. Ze kwam niet in verzet: handelaren als die van Rita maken misbruik van het West-Afrikaanse geloof in voodoo.
Ze is ontsnapt nu, maar nog altijd doodsbang. “Voodoo is real”, zegt Rita, terwijl ze Nadia’s hand vasthoudt. “It works. You can’t escape it.”
Voor ze naar Europa vertrok met de handelaar, moest Rita een eed afleggen bij een voodoo-priester, waarin ze zwoor niet te vluchten. Tijdens zo’n ceremonie staan de jonge vrouwen schaamhaar en afgeknipte nagels af, bijvoorbeeld. Deze intieme materialen worden door priesters gebruikt om het meisje op afstand te kunnen vervloeken, als je niet gehoorzaamt.
Rita sloeg toch op de vlucht. Nu is ze ervan overtuigd dat het onheil haar op de hielen zit. Ze kan nu elk moment gek worden, denkt ze, of een enge ziekte krijgen. Of sterven. En zij niet alleen: ook haar familie zou in gevaar zijn.
Zo’n ceremonie past in het westerse beeld van voodoo als zwarte magie: prikken in een poppetje en daarmee iemand pijn doen. En toch, volgens Birgit Meyer, hoogleraar religiewetenschap aan Universiteit Utrecht, klopt ons beeld van geen kant. Ooit was voodoo namelijk een vredelievende natuurgodsdienst. Meyer: “Voodoo komt van Vodu, dat is de naam voor de goden van de Ewe en de Fon, volkeren in West-Afrika. Deze goden speelden tot halverwege de negentiende eeuw een belangrijke rol in hun dagelijks leven. Mensen deden een beroep op de goden als ze bijvoorbeeld bescherming, vruchtbaarheid of een goede oogst wensten.”
Het was rond diezelfde tijd dat zendelingen naar Afrika kwamen: christenen die hun geloof onder niet-christenen wilden verspreiden. “Jullie goden zijn demonen, die leiden naar de duivel, vertelden zij de Ewe en de Fon”, legt Meyer uit. De zendelingen probeerden de inheemse religie te demoniserenen. Het christendom was goed (denk: Jezus en de Heilige Geest), en Vodu kwaad.
En dat werkte, een beetje: “Ze kregen op deze manier veel bekeerlingen, maar deze namen nooit helemáál afstand van Vodu. Veel Afrikanen vonden dat de christelijke god veel verder weg stond van de mens dan de inheemse goden. Ook geloofden ze niet dat hun eigen goden volledig slecht konden zijn. Dus als er iets misging in hun leven, deden ze ’s nachts stiekem toch een beroep op hun ‘demonen’.”
Het is zelfs zo dat het demoniseren juist bijdroeg aan de instandhouding van Vodu: de oude goden waren dan wel duivels, ze waren geen bijgeloof. Het werd niet minder echt, maar angstaanjagend. De Nigeriaanse mensenhandelaren weten daar vandaag nog slim gebruik van te maken. Gelovigen zijn soms zo bang voor het kwaad dat ze tot alles in staat zijn; Rita was zelfs bereid een scheermesje door te slikken tijdens haar voodoo-ritueel.
In maart 2018 verklaarde de koning in Benin, de federale staat in Nigeria, alle voodoo-eden die bij traditionele priesters waren afgelegd (zo ook van de Nigeriaanse mensenhandelslachtoffers) ongeldig. In een ceremonie op zijn paleis drongen honderden voodoo-priesters zich rond een aantal verbrande voodoo-poppen. De koning vervloekte iedereen die betrokken is bij mensenhandel. Als een priester zich nu nog inlaat met dat soort praktijken, zal de vloek van de koning ervoor zorgen dat hij op een mysterieuze wijze sterft, of plotseling gek wordt.
Zou dit helpen? En is het de juiste manier om de handelaars tegen te werken? Volgens Meyer zou dit zeker wat druk van de ketel kunnen halen, maar een nog betere oplossing vindt ze in de ontstaansgeschiedenis van voodoo als hekserij: “De overal in Afrika populaire pinksterkerken organiseren regelmatig zogenaamde kruistochten waarbij boosaardige geesten worden uitgedreven. Het verbaast me dat de prostituees geen toevlucht zoeken in het exorcisme dat die kerken aanbieden.”
Zoiets gaat meestal als volgt: de exorcist pakt het hoofd van de ‘vervloekte’ persoon vast en roept teksten als: ‘‘Come out, come out, in the name of the holy spirit, come out!” Dit wordt the deliverance from the powers of darkness genoemd. Daarna wordt de betreffende persoon voorzien van een denkbeeldig schild, dat beschermt tegen nieuwe kwade krachten. Meyer: “Op basis van mijn onderzoek naar pinksterkerken in West-Afrika, denk ik dat zo’n krachtig ritueel de vrouwen er mogelijk van kan overtuigen dat de banden met het kwaad echt zijn doorgesneden.”