Vrouwen staan tijdens verkiezingen op de tweede plek
- Achtergrond
- 26 feb 2017
- 3 minuten leestijd
Op 15 maart mogen we naar de stembus om een nieuwe volksvertegenwoordiging te kiezen, maar is de Tweede Kamer daarna wel echt een afspiegeling van de Nederlandse samenleving? De dataredactie van KRO-NCRV keek naar de kieslijsten van alle 28 partijen en ontdekte dat de tweede Kamer voor een derde een Amsterdams/Haags feestje wordt, vrouwen op de tweede plek staan en niet-westerse allochtonen redelijk goed vertegenwoordigd zijn.
Het zou de ideale volksvertegenwoordiging zijn: een Tweede Kamer met 50 procent vrouwen, 12,3 procent Nederlanders van niet-westerse afkomst, een geografische verdeling door het hele land en het liefst ook diverse seksuele orientaties en meerdere culturele achtergronden. Maar bij het samenstellen van de kieslijsten worden er al veel keuzes voor jou gemaakt.
Dinsdag wordt de tweede reportage uit de serie Op Eigen Kracht uitgezonden bij Brandpunt. Henk van der Aa gaat naar de veenkoloniën (het gebied tussen Hoogezand-Sappemeer en Emmen). Hij gaat daar op zoek naar inwoners die een grote kloof tussen hun omgeving en de Haagse politiek ervaren.
Wij hebben gekeken naar de gegevens die door de Open State Foundation zijn verzameld. Slechts 10 van de 1.175 kandidaten op de kieslijst voor de aankomende Tweede Kamerverkiezingen komen uit de veenkoloniën. Dit zijn veelal personen op een onverkiesbare plek. De als vijftiende geplaatste veenkolonist (en die als dichtste tegen een zetel aan zit) is Jan Fonhof van 50PLUS. De kloof tussen die regio en Den Haag zal dus niet gedicht worden.
Een kwart van de kandidaten op de lijst komt uit een van de vier grote steden. En op verkiesbare plekken (gekeken naar de meest recente stand op Peilingwijzer.nl) zouden 46 personen uit Amsterdam en Den Haag komen. Kortom, de Tweede Kamer wordt na 15 maart voor een derde een Amsterdamse en Haagse aangelegenheid.
Bij een pure volksvertegenwoordiging zou je voor de helft vrouwelijke Kamerleden verwachten, maar die kans zit er ook dit jaar niet in. Slechts 34,4 procent van de kieslijst is vrouw. En volgens de stand van Peilingwijzer komen er zelfs nog minder vrouwen in de Kamer dan er nu zitten: 54 personen in plaats van de huidige 58.
Er is echter een opmerkelijk verschijnsel, namelijk de vrouw op de tweede plek. Slechts 4 partijen hebben een vrouwelijke lijsttrekker (Partij voor de Dieren, Artikel 1, Piratenpartij en MenS en Spirit). Daarvan staat enkel Partij voor de Dieren op een zetel. Maar dan komt de tweede plek op de kieslijst. En dat is een drukbezette plek door vrouwelijke politici.
Maar liefst 57,7 procent van de tweede plekken heeft een vrouw. En daarna daalt het percentage vrouwen weer net zo hard voor plek 3 tot en met de lijstduwer. Kortom, veel partijen zien de vrouwelijke politici het liefst op de tweede plek staan.
Ten slotte hebben wij gekeken naar niet-westerse allochtonen, of zoals het CBS het omschrijft, Nederlanders met een niet-westerse migratie-achtergrond. Drie van de 28 lijsttrekkers is van niet-westerse afkomst. En volgens de stand op Peilingwijzer zou ongeveer 8 procent van de aanstaande Kamerleden van niet-westerse afkomst zijn. Dat is nog onder het landelijke gemiddelde van 12,3 procent. Ook op dat vlak valt nog iets te winnen om een echte volksvertegenwoordiging te krijgen.