Wat ik leerde als witte vrouw: de strijd tegen racisme is nog lang niet over
- Artikel
- 20 jan 2021
- 11 minuten leestijd
De afgelopen tijd keek ik, een witte vrouw van 22, diep en lang in de privilege-spiegel. Dit is het laatste deel van mijn belangrijkste conclusies over racisme en mijn eigen witte privilege, met het boek ‘Me and White Supremacy’ van Layla F. Saad als leidraad.
Na er voor langere tijd intensief mee bezig te zijn geweest, heb ik zeker het idee dat ik op de goede weg zit – ook al ben ik er nog lang niet natuurlijk. Ik neem een bewustere houding aan en onderneem veel meer actie dan eerst. Wel probeer ik een goed evenwicht te vinden in mijn activisme. Alleen als je mild bent voor jezelf kun je ook mild zijn voor een ander.
Zo ben ik als bijna afgestudeerd journalist momenteel druk bezig met het zoeken naar opdrachten en werk. Terwijl ik door de vacatures heen aan het scrollen ben, denk ik aan alles wat ik de laatste tijd geleerd heb en realiseer ik me dat het voor mij als wit persoon veel makkelijker is om als bijna afgestudeerde aan een baan te komen dan als een persoon van kleur. Hoe oneerlijk is dat: dat simpele alledaagse dingen als solliciteren voor de een moeilijker is dan voor de ander. Het institutioneel racisme – racisme dat structureel in onze maatschappij zit – valt mij steeds vaker op en het maakt me zelfs een beetje kwaad.
Het racisme‘debat’
Omdat ik open sta voor discussie en de meningen van de mensen om me heen, leer ik ook veel meer van hen. Zo was ik laatst in gesprek met iemand van kleur en noemde ik het probleem ‘het racismedebat’. Toen ik dat zei keek hij me heel verbaasd aan. “Een debat? Als het gaat over racisme is er toch niks om over te discussiëren?” Misschien had ik inderdaad niet zo goed nagedacht over mijn woordkeuze.
Racisme is inderdaad niet iets om over te discussiëren. We weten dat het een probleem is, daar valt niet aan te twisten. Het is goed om bewuster met woorden om te gaan. Zo schreef ik in mijn tweede deel van deze serie ‘Als wit persoon moet ik mijn podium delen met anderen’ ook over hoe het woord ‘blank’ een negatieve lading heeft voor mensen met kleur. Een woordkeuze lijkt een simpel iets, maar het is het begin van een groter probleem aanpakken.
Andere privileges
Nadat mijn tweede deel van mijn serie gepubliceerd was, had ik het met een familielid over de Facebookcomments. Ik had naar aanleiding van mijn stuk namelijk veel negatieve reacties gekregen op Facebook. Mensen reageerden bijvoorbeeld met dat niet alleen mensen van kleur, maar ook witte mensen het vaak moeilijk hebben en niet altijd over veel privileges beschikken. Mijn familielid zei dat hij wel begreep dat deze mensen, die het moeilijk hebben, zich aangevallen voelen als zij horen over ‘wit privilege’. Hij denkt dat dat slechts een kwestie is waarmee succesvolle, witte mensen zich mee bezighouden. Ik snap heel goed waar hij vandaan komt. Ik denk dat het belangrijk is om te beseffen dat er op deze aardbol verschillende privileges zijn. Verschillen tussen arm en rijk, man en vrouw, opleidingsniveau en ga zo maar door. Wit privilege heeft te maken met de privileges die je krijgt vanwege je huidskleur. Dit staat dus los van alle andere privileges en betekent niet dat witte mensen het nooit slecht hebben. Ik vond dit een interessante realisatie die ook belangrijk is in de zoektocht naar bewustzijn over wit privilege.
Voor de eerste twee delen van deze serie las ik So You Want To Talk About Race van Ijeoma Oluo, How To Be An Antiracist door Ibram X. Kendi en Hallo witte mensen van Anousha Nzume.
Me and White Supremacy
Voor dit laatste deel lees ik het boek ‘Me and White Supremacy’ van Layla F. Saad. Haar boek is een soort werkboek: een 28-daagse zoektocht om op een individueel niveau te vechten tegen racisme en de wereld te veranderen. Het focust zich dus op de dingen die jij als persoon kan doen en niet op het grotere geheel. Grote verandering begint immers bij jezelf. Tijdens het lezen van dit boek houd je een dagboek bij waarin je verschillende vragen beantwoordt die jouw bewustzijn over wit privilege vergroten.
Op de achtste dag gaat het over het idee van kleurenblindheid. Zo is een van de vragen: Wat zegt jouw instinct als je de woorden witte of zwarte mensen moeten zeggen?
Dit is het antwoord dat ik in mijn dagboek schrijf: Mijn eerste ingeving vindt het onnatuurlijk om deze woorden te zeggen, omdat ik hiervoor nooit bezig was met het bewust zien van kleur. Toch merk ik dat ik gaandeweg steeds meer begin te wennen aan deze woorden, omdat ik weet dat het cruciaal is om kleur te erkennen als anti-racist.
Hoe verder in het boek, hoe complexer de vragen worden. Deze vraag van dag 27 zet me erg aan het denken: Ben je bereid om je witte privilege te verliezen na alles wat je geleerd hebt?
Mijn eerste instinct was meteen ‘Ja, ik wil niet meer deel uitmaken van de groep met de oneerlijke privileges’. Dit voelt misschien als een onnatuurlijk antwoord omdat niemand bewust zou kiezen voor een slechter leven met minder privileges. Toch was dit mijn antwoord omdat ik het steeds erger begin te vinden dat witte mensen het beter hebben in deze wereld en ik absoluut niet meer wil dat dit zo is.
Het werkboek begint dus met de basis: wat is wit privilege en hoe uit het zich in jouw dagelijks leven? Vervolgens ga je dieper in op hoe jij omgaat met racisme en wat voor actie je wel of niet onderneemt. Stapje voor stapje laat Saad mij zien hoe ik als wit persoon de wereld een stukje eerlijker en gelijker kan maken. Ze heeft me nog meer gemotiveerd om actie te ondernemen en mijn strijd als antiracist door te zetten.
Dit zijn de lessen die ik van Layla F. Saad leerde:
Dat jij er geen last van hebt, betekent niet dat er niks hoeft te veranderen
In het boek heeft Saad het vaak over ‘witte kwetsbaarheid’. De term is bedacht door Robin DiAngelo en betekent ‘het ongemak en de verdediging van een wit persoon wanneer die geconfronteerd wordt met informatie over raciale ongelijkheid en onrechtvaardigheid.’ Een aanvallende reactie dus.
De oorzaak van deze witte kwetsbaarheid is volgens Saad dat witte mensen hun privilege nog niet erkend hebben en daardoor het gevoel hebben dat zij het probleem niet hoeven aan te pakken. Ik herken dit wel van mezelf. Voordat ik met deze zoektocht begon en iemand het had over racisme reageerde ik meteen in een aanvallende houding: ‘Ja maar, ik ben helemaal niet racistisch en hou van alle mensen’. Maar in plaats van zo aangevallen te reageren, kunnen we deze energie toch veel beter inzetten om verandering teweeg te brengen, stelt Saad.
Als wit persoon is het makkelijk om weg te kijken, gaat ze verder. Wij hebben namelijk geen flauw benul hoe racisme voelt omdat we het nooit meemaken. Wij weten niet hoe het is om minder privileges te hebben alleen omdat we een andere huidskleur hebben. De tijd die het kost en het ongemak dat we misschien voelen tijdens onze zoektocht, is niks vergeleken met de pijn waar mensen van kleur dagelijks doorheen gaan.
Intern en extern werk gaan hand en hand
Zoals ik in mijn eerste deel over wit privilege al schreef: bewustwording van racisme en je witte privilege begint natuurlijk met een intern proces. Dit proces kost veel tijd. Als we klaar zijn met deze individuele zoektocht is het volgens Saad onvermijdelijk om dit werk om te zetten in een extern proces en het te delen met de rest van de wereld. Want op dat punt hebben we een sterke basis in onszelf gecreëerd en staan we sterker in onze schoenen. Dit zorgt ervoor dat we nu anderen kunnen sturen om ook bij te dragen aan een gelijke wereld. Dit hoeft niet per se op landelijk of politiek niveau te zijn natuurlijk.
Ikzelf kan ook eerst beginnen in mijn eigen gemeenschap, door anderen te informeren over het onderwerp of er iets van te zeggen als iemand anders (onbewust) racistisch handelt. Iets wat ik binnen mijn familie- en vriendenkring al bewust aan het doen ben.
Welke positieve stappen zijn er al wel gemaakt?
Ondanks dat er nog ontiegelijk veel moet gebeuren, hebben er ook al veel positieve ontwikkelingen plaatsgevonden in de afgelopen jaren. Persoonlijk vind ik het belangrijk om ook even terug te blikken op wat er al bereikt is. Dit is een belangrijke stap in mijn persoonlijk proces: focussen op de positieve dingen, en niet alleen op wat er nog moet gebeuren, is vaak ook belangrijk. Het geeft namelijk positieve hoop en daardoor nog meer doorzettingsvermogen om de wereld een betere plek te maken. Even een terugblik dus:
In 2013 begon de Black Lives Matter-beweging met een hashtag op Facebook. Aanleiding voor deze post was de dood van Trayvon Martin, een 17-jarige zwarte jongen uit Miami. In de nacht van 26 februari 2012 werd hij terwijl hij over straat liep doodgeschoten door de buurtwacht George Zimmerman. Nadat die laatste werd vrijgesproken voor de dood van Martin, richtten drie zwarte vrouwen, Patrisse Cullors, Alicia Garza en Opal Tometi, als tegenreactie de campagne #BlackLivesMatter op.
In 2014 organiseerde de beweging zijn eerste protest: de ‘Freedom Ride’- demonstratie. Het protest werd georganiseerd na aanleiding van de dood van Michael Brown, een andere zwarte, ongewapende scholier. Samen met een groep activisten reisden zij met een bus door het land om aandacht te vragen voor Black Lives Matter.
Sindsdien heeft de Black Lives Matter-beweging al veel positieve ontwikkelingen teweeggebracht. Ze zetten zich in om geweld tegen zwarte mensen tegen te gaan, waaronder politiegeweld en etnisch profileren. Iedere keer als er een zwart persoon vermoord werd ten gevolge van politiegeweld, kwamen zij in opstand. Na de dood van de 46-jarige George Floyd in mei 2020 stond niet alleen Amerika maar ook de rest van de wereld op zijn kop.
Ook in Nederland groeit de beweging flink. Het netwerk bestaat inmiddels uit verschillende allianties verspreid over verschillende steden door heel het land. Op 1 juni 2020 vond een groot protest plaats op de Dam in Amsterdam. Later vonden ook protesten plaats in steden als Nijmegen en Rotterdam.
Racisme is een levenslange strijd
In het boek van Saad ben je 28 dagen bewust met je zoektocht bezig. Aan het eind van het boek stelt Saad dat het belangrijk is om een verplichting aan te gaan met jezelf en met de wereld. Een commitment om te investeren in een eerlijke en gelijke wereld voor iedereen waarin racisme niet meer bestaat. Om altijd iets te zeggen tegen mensen die racistisch handelen, om ons nog meer te verdiepen in het onderwerp en om de mensen van kleur een podium te geven in onze maatschappij.
Om me heen merk ik dat steeds meer mensen zich aan het verdiepen zijn door middel van het lezen van boeken over privilege en racisme, het voeren van gesprekken en meedoen aan protesten. Maar we zijn er nog niet. Ondanks dat er al veel werk is verzet, is racisme nog lang niet uit de wereld geholpen.
Ik ben hoopvol voor de toekomst, maar we hebben nog een lange weg te gaan. Ik heb dan wel het boek afgewerkt en dit is het laatste deel van mijn serie over wit privilege, maar ik weet ook: dit is volgens Saad pas het begin van een levenslange strijd om een antiracist te worden. Ik moet er dus constant in blijven investeren. De antiracist moet deel worden van wie ik ben als persoon. Help jij ook mee?
Ook geïnteresseerd? Lees met mij mee, en haal ook Me And White Supremacy van Layla F. Saad in huis.