Zijn de nieuwe Dafne en Epke al geboren?
- Reportage
- 05 aug 2016
- 3 minuten leestijd
Voor veel jonge sporters is het een absolute droom om ooit op de Olympische Spelen te mogen staan. Maar, hoe groot is eigenlijk de kans dat de jonge talenten van nu ooit dat doel zullen bereiken? Lopen de opvolgers van Dafne, Epke en Naomi al ergens rond op de Nederlandse trainingsvelden? En hoe kunnen we ze herkennen?
10.000 uur trainen minimaal
Chris Visscher, hoogleraar jeugdsport aan het Medisch Centrum Groningen, doet onderzoek naar de potentie van jonge sporters. Aan de hand van tabellen, groeicurves en video-analyses ontleedt Visscher de kansen van deze prille sportcarrières. Volgens Visscher is toptalent namelijk al heel jong te meten.
Je moet minimaal 10.000 uur in een sport stoppen om überhaupt de top te kunnen behalenChris Visscher, hoogleraar jeugdsport
Maar hoe groot het talent ook is, noeste arbeid moet er sowieso geleverd worden. “Je moet minimaal 10.000 uur in een sport stoppen om überhaupt daar de top in te kunnen halen. Dat betekent voor iemand die nu 10 is dat hij minstens tot zijn 20ste twintig uur per week daarin moet stoppen. Als je die investering niet doet, gaat het je sowieso niet lukken.”
Naast fysieke aangeboren zaken als gewicht en spiermassa is de mentale kant van de jonge sporter minstens zo belangrijk. Het absolute doorzettingsvermogen om de top te willen bereiken moet er al heel jong inzitten. Visscher: “Je moet kinderen hebben die elke dag met hun sport bezig zijn. Het zijn jonge sporters die er alles voor over hebben en zelf actief zijn in hun eigen carrière. En ook heel erg op hun eigen kompas varen. Een beetje eigenwijs moeten ze ook wel zijn.”
Een goed voorbeeld van een sporter die al heel jong zijn eigen koers uitzette is turner Epke Zonderland. Jarenlang schaafde hij tot in de meest bizarre details aan zijn oefening om het ultieme te bereiken: een nooit eerder vertoonde rekstokoefening die goud opleverde in Londen.
Er zijn sporters die er geen probleem mee hebben om 15 jaar korter te leven als ze maar een olympische medaille kunnen winnenChris Visscher, hoogleraar jeugdsport
Alles voor goud
Wat de ‘echte’ topsporters ook onderscheidt van de rest is dat ze bereid zijn enorme offers te brengen, soms tot het bizarre aan toe. Visscher: “Er zijn onderzoeken bekend waaruit blijkt dat er sporters zijn die er geen probleem mee hebben om 15 jaar korter te leven als ze maar een olympische medaille kunnen winnen.”
Helaas blijft de kans op falen groter dan slagen. Toch ziet de hoogleraar de jonge sporters die het net niet halen zeker niet als verliezers. “Ik denk dat kinderen die de kenmerken hebben van een topsporter, die echte winnaarsmentaliteit, ook op school of later op hun werk heel erg goed zijn en zullen uitblinken.”
Eerder volgde Brandpunt de levens van 3 jonge sporters die aan de voet staan van de Olympus. Zwemmer Nyls (12), turnster Wendy (11) en tennisser Jelle (15). Wat zijn de offers die zij moeten brengen en hoe gaan de ouders om met het talent van hun kind?