De zwevende Gen Z is aan zet: hoe kies jij op wie je stemt?
- Artikel
- 03 feb 2021
- 6 minuten leestijd
In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen volgen we zwevende kiezers Dilara (18), Kasper (20) en Thijs (20), die voor het eerst naar de stembus gaan op 17 maart. Vandaag deel 1: hoe begin je met oriënteren? "Ik neem wekelijks partijprogramma’s door."
Welke partijen richten zich op de thema’s die wij belangrijk vinden? En bestaat er wel een partij waar we ons volledig achter kunnen scharen? In drie afleveringen vertellen deze drie jongeren over hun keuzeproces, wat zij belangrijk vinden, en uiteindelijk – in aflevering 3 – over de grote beslissing die hen te wachten staat: welke partij verdient mijn stem?
Thijs Sigtermans is 20 jaar, woont in Breda, en studeert economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
“Als derdejaarsstudent economie zou ik graag willen dat de economie op een goede manier wordt gestimuleerd. Veel organisaties worden in deze coronacrisis in stand gehouden door overheidssteun. Gaan zij zich ook staande houden als deze steun wegvalt? Het beleid moet voorkomen dat veel bedrijven failliet gaan, en werkloosheid stijgt. Door hoge werkloosheid komt er minder geld in de economie, waardoor nog meer bedrijven failliet gaan. Zo belanden we in een neerwaartse spiraal."
"Jongeren vinden onderwerpen als het klimaat belangrijk, maar de linkse partijen kunnen daar te ver in doorschieten. Dat hoeft voor mij niet."
"Jongeren vinden onderwerpen als het klimaat belangrijk, maar de linkse partijen kunnen daar te ver in doorschieten. Dat hoeft voor mij niet. Daarom denk ik aan een stem op een partij die aandacht besteedt aan het klimaat, maar meer aan de economie, zoals VVD of CDA. Bij CDA twijfel ik omdat het een christelijke partij is, en ik niet weet hoe ze denken over zaken als abortus. Ik ben daar niet op tegen, en als deze partij dat wel is, dan wil ik er niet op stemmen."
"Om tot een keuze te komen, wil ik een stemwijzer inzetten als onderdeel van mijn oriëntatieproces. Vervolgens ga ik mij verdiepen in de top drie partijen die daaruit resulteren, en volg ik de actualiteit en social media om me te informeren over de politiek. Ik denk ook na over waar andere mensen op stemmen, en of het wel verstandig is om de verkiezingen op 17 maart te houden nu we middenin een pandemie zitten. We moeten zoveel mogelijk thuisblijven, maar wel naar buiten om op locatie te stemmen? Het coronabeleid en alles eromheen kan daarnaast invloed hebben op de stemkeuze, waardoor mensen zich meer kunnen laten leiden door hun emoties in plaats van feiten. En dat is niet gunstig voor de lange termijn.”
Kasper Kurpershoek is 20 jaar, woont in Amersfoort, en is bezig met de inschrijving van een studie aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht.
“De Partij voor de Dieren spreekt me aan, omdat die focust op het klimaatprobleem. Dat doet GroenLinks ook, maar die doet daarnaast veel voor jongeren, en dat vind ik ook belangrijk. De SP doet als sociale partij veel voor het zorgsysteem. Daar neig ik ook naartoe. Het zijn partijen die van elkaar verschillen, en niet allemaal de standpunten uitdragen waar ik mij volledig achter kan scharen. Verder is mijn stem afhankelijk van wat ik op dit moment en voor de komende vier jaar belangrijk vind. Ik ben tegen stemmen op basis van kortetermijndenken, maar dat zit uiteindelijk wel in mijn overweging."
"Wat ik zorgwekkend vind, is hoe de polarisatie tussen links en rechts enorm is toegenomen in de afgelopen jaren."
"Als ik mijn stem voornamelijk zou laten afhangen van de partij die het goed doet voor jongeren, dan is dat omdat dat nu voor mij belangrijk is. Voor de lange termijn vind ik het klimaatprobleem urgenter om mijn keuze op een partij op te baseren. Het liefst zou ik stemmen voor een coalitie. De partijprogramma’s zijn specifiek, maar net niet specifiek genoeg om precies mijn standpunten te vertegenwoordigen, en ook niet breed genoeg om mij vrij te stellen van deze keuzestress. Misschien moet ik maar eens kijken in hoeverre de partijen waar ik over twijfel coalities willen vormen, en met welke partijen zij dat willen doen."
"Nu de Tweede Kamerverkiezingen naderen, zal ik het nieuws beter in de gaten houden. Wat ik zorgwekkend vind, is hoe de polarisatie tussen links en rechts enorm is toegenomen in de afgelopen jaren. Dat komt ook door social media, waar mensen constant in discussie gaan zonder te letten op hun bronnen. Daarom zal ik mij niet berusten op social media om een weloverwogen beslissing te maken. Het is al moeilijk genoeg.”
Dilara Bilgic is 18 jaar, woont in Alphen aan den Rijn, en studeert psychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Vorig jaar schreef ze op basis van haar profielwerkstuk het boek ‘De Black Box Democratie’: een analyse op het huidige politiek systeem in Nederland, en een alternatief waarin inclusie centraal staat.
“Welke politicus kan het denken vanuit links, rechts, of midden overstijgen, en per situatie afwegingen maken zonder te ‘profileren om het profileren’? Welke politicus kan aan de samenleving bijdragen zonder mensen verder te polariseren met politiek getouwtrek? Dat vraag ik mij af bij het oriënteren naar de partij die mijn stem krijgt op 17 maart. Ik neem wekelijks partijprogramma’s door. Zo krijg ik een goed beeld van wat ze voor de samenleving kunnen betekenen. Daarnaast richt ik mij op de politici. Hoe gaan zij om met maatschappelijke dilemma’s? Kunnen zij zich staande houden in de chaos, en tot de kern komen van wat voor de samenleving belangrijk is?"
"Een goede politicus zou voorbij oppositie- en coalitie-denken moeten gaan."
"In mijn omgeving kom ik mensen tegen die hebben gestemd op een partij, en achteraf beseffen dat zij zich helemaal niet vertegenwoordigd zien door de politicus waarop ze hebben gestemd. Dat kan gebeuren. Ik zal het ook niet altijd eens zijn met de politicus waar ik uiteindelijk op ga stemmen. Daarom volg ik politici al langer op de voet via mainstream en social media om uiteindelijk mijn stem uit te brengen op de mensen die het land gaan regeren."
"Een goede politicus zou voorbij oppositie- en coalitie-denken moeten gaan, voorbij de polarisatie en het zoeken naar een zondebok, om tot de kern van maatschappelijke vraagstukken te komen. Als een politicus dat doet om vervolgens oplossingen aan te dienen die de samenleving verder helpt en zich daarin niet laat leiden door zijn populariteit in de peilingen, dan zie ik dat als positief.”