De stijgende lijn in vleesconsumptie is duidelijk zichtbaar, maar hoe zal deze zich uittekenen in de toekomst?
In Nederland is de vleesconsumptie de afgelopen vijftig jaar flink gestegen: van 48 gram per persoon per dag in 1950 naar 116 gram aan het begin van de 21e eeuw. In ruim een halve eeuw is de doorsnee Nederlander drieënhalf keer zoveel kaas en bijna tweeënhalf keer zoveel vlees gaan eten. Daarentegen is het consumptie van groente met zo’n 20 gram gedaald. Het is duidelijk: dierlijke producten zijn bij veel mensen favoriet.
Stijgende lijn
Er wordt verwacht dat mensen ook in de komende jaren steeds meer vlees gaan eten. Volgens de cijfers van de internationale Voedsel-en Landbouworganisatie zal er in de komende tien jaar globaal gezien alleen maar meer vlees gegeten worden. Dit geldt vooral voor de opkomende landen zoals China. In de rijkste gebieden ter wereld (zoals de Verenigde Staten, West-Europa en Japan) is er juist een afname van vleesconsumptie te zien door een steeds hoger bewustzijn voor dierenwelzijn en milieu. Maar deze afname weegt niet op tegen de hoeveelheid die in de opkomende economieën extra geconsumeerd zal worden. De cijfers liegen er niet om: de vraag naar vlees zal alleen maar blijven stijgen. In 2030 zal de totale vleesconsumptie 41 procent gestegen zijn ten opzichte van 2010 volgens cijfers van de Rabobank. Volgens het eerdergenoemde rapport van de Voedsel- en Landbouworganisatie zal in 2050 de vraag naar vrijwel alle soorten vlees verdubbeld zijn. Met name de hoeveelheid gegeten kip en varken gaat naar verwachting enorm toenemen.
Verklaringen
Hoe is deze grote toename in vleesconsumptie te verklaren? Allereerst komt dat door de groei van de wereldbevolking. De mensheid lijkt nog lang niet klaar met groeien. De verwachting is dat we in 2050 met 9 miljard mensen zullen zijn volgens de data-atlas van OneWorld. Zodoende zal er niet alleen meer vlees geproduceerd en geconsumeerd worden, dit geldt namelijk voor al het voedsel. Daarnaast ontstaat er een steeds grotere groep mensen met een relatief goed inkomen, met name in landen waar de economie opbloeit zoals in China, India en landen in Latijns-Amerika. Deze opkomende middenklasse kan steeds meer luxeproducten consumeren, waardoor de vraag naar onder andere vlees toeneemt.
Auteur: Anouk Bosch