Steeds meer varkens, steeds minder boeren. Waar is deze beweging in de varkensindustrie begonnen?
Varkens zijn al duizenden jaren onderdeel van de landbouwcultuur. Maar in de loop van de 19e en 20e eeuw raakt de varkenshouderij, net als veel andere sectoren, steeds verder geïndustrialiseerd.
Gat van Rotterdam
Door de grote toename van import en export wordt het rond de 19e eeuw mogelijk om grootschalig veevoer te importeren. De Europese Unie besluit in 1962 maatregelen te nemen om de graanmarkt te beschermen tegen goedkope graanimport uit derde landen. Om de graanprijs kunstmatig hoog te krijgen, worden er concessies gedaan. Voortaan wordt er voor graanvervangers als soja een laag tarief gehanteerd. Deze graanvervangers maken uitstekend veevoer. De maatregelen resulteren in het Gat van Rotterdam, zo genoemd omdat de Rotterdamse haven de belangrijkste plek was voor de import van graanvervangers. De Nederlandse varkensindustrie profiteert van de maatregelen en floreert vanaf de jaren 60 door dit kostprijsvoordeel.
Meer varkens, minder boeren
Inmiddels worden er in Nederland zo’n 12 miljoen varkens gehouden, als je op dit moment zou tellen. Gezien vleesproductievarkens na zes maanden geslacht worden en er veel varkens ‘uitvallen’ door biggensterfte en ziekte (deze varkens tellen dus niet mee op de 12 miljoen) gaat het jaarlijks om veel grotere getallen. De productie van varkensvlees bedroeg 240 miljoen kilo in 1950. Zestig jaar later, in 2011, produceert Nederland 1.840 miljoen kilo. Daar staat tegenover dat het aantal varkensboeren in rap tempo afneemt. In de jaren vijftig telde Nederland 270.000 varkensboeren. In 1997 waren er nog 24.000 over, en in 2013 werden er nog maar 3.700 varkensboeren geteld. Tussen 2000 en 2013 is het aantal varkensbedrijven met 52 procent gedaald. Volgens een enquête van de Balansbal zijn 1.600 varkensboeren van plan om voor 2020 de sector te verlaten. Het zou dan neerkomen op zo’n 2.000 varkensboeren, die ieder gemiddeld 6.000 varkens op stal hebben. Ter vergelijking: in de jaren 50 had een varkensboer gemiddeld zeven varkens op stal.
Schaalvergroting
De schaalvergroting valt deels te verklaren door nieuwe techniek die de varkensindustrie sinds de industriële revolutie steeds efficiënter heeft gemaakt. Het Gat van Rotterdam is nog steeds niet echt gedicht, waardoor import van plantaardige eiwitten nog steeds goedkoop te importeren zijn. Ook de varkenspest heeft invloed gehad op het verminderde aantal varkensboeren: veel kleinere bedrijven zijn door de ziekte gesloten. Het zijn de grote gespecialiseerde bedrijven die de ziekte hebben doorstaan en daarna door hernieuwde vraag naar varkensvlees de kans hebben gekregen om nog groter te groeien.
Auteur: Anouk Bosch