Het is de nacht van 26 april, 1986. In de kerncentrale van Tsjernobyl wordt een experiment gehouden met de turbogenerator. Ongeveer een minuut na de start van de test vinden er twee grote explosies plaats.
De grootste nucleaire ramp in de geschiedenis is een feit. De eerste melding over hoog gemeten radioactiviteit komt uit Zweden: de Sovjet-Unie probeerde het ongeluk in eerste instantie geheim te houden. In de dagen na het incident verspreidt zich een radioactieve wolk over Europa.
Getroffen gebieden
Pas op 6 mei weten de Russen de brand in de kernreactor te blussen. In de tussentijd blijft er radioactieve stof vrijkomen. De directe omgeving van Tsjernobyl is uiteraard het zwaarst getroffen. Ook het huidige Oekraïne, Wit-Rusland en delen van Rusland krijgen de volle laag. Polen, delen van de Baltische Staten, en gedeeltes van Duitsland, Roemenië en Servië worden zwaar getroffen. De mate waarin de radioactieve stoffen ergens neer komen, is sterk afhankelijk van de weersomstandigheden. De wolken worden heen en weer gedragen door de wind. Het radioactieve gebied is dan ook niet gelijk verspreid over Europa. Het gebied ten noorden van Tsjernobyl is veel sterker getroffen dan het gedeelte aan de westelijke kant. Ook is de radioactiviteit veel sterker naar het Westen verspreid dan naar het oosten.
De reacties in Europa
In eerste instantie is de berichtgeving vanuit Sovjet-Unie schaars en worden er weinig maatregelen getroffen. Zeker West-Europa blijft dagenlang in onwetendheid. Ook bestaan er nog weinig inzichten op het effect van radioactiviteit op lange afstand. Nederland heeft bijvoorbeeld wel een noodplan voor zijn eigen centrales, maar dit focust zich op een straal van 5 tot 15 kilometer rond de plek waar zoiets zou kunnen gebeuren. Er wordt daarom snel een crisisteam gevormd, wat geen crisisteam genoemd mag worden, want dat klinkt te bedreigend.
Maatregelen
Door metingen van het KNMI wordt het duidelijk dat de radioactieve wolken ook voor radioactieve neerslag kunnen zorgen. Dit zorgt in veel landen – waaronder Nederland – voor paniek en maatregelen. In Duitsland en Nederland gaan de koeien op stal zodat zij geen besmet gras kunnen eten. Duitsland sluit de grens voor Nederlandse groenten.
Impact
De impact van de ramp bij Tsjernobyl is ook nu nog groot. Vóór de ramp was kernenergie de toekomst, een nieuwe manier van energie leveren waar veel mensen in geloofden. Na de ramp raakte kernenergie zwaar in diskrediet. Ook is sinds de ramp nog steeds straling in de natuur terug te vinden. Dit geldt met name voor paddenstoelen, waarvan veel soorten de eigenschap hebben om de radioactiviteit op te slaan.
Auteur: Anouk Bosch