Kwark was er al eeuwen voordat we er machines voor hadden uitgevonden.
Kwark is een hele verse magere kaas. Het zit
ergens tussen cottage cheese en yoghurt in. We zijn er in toenemende mate gek
op in Nederland: de verkoop steeg het afgelopen jaar met 18 procent naar 70,5 miljoen kilo.
Het komt oorspronkelijk uit Oost-Europa, waar het Duitse
woord quark afgeleid is van het Slavische tvarog. In de 1ste eeuw werd hier al
over geschreven in het boek ‘Germania’ van de Romeinse historicus Tacitus. Met het woord
lac concretum (dikke melk) werd waarschijnlijk kwark bedoeld: een
product dat door Germaanse volken gegeten zou worden.
In Rusland staat het zelfs op de voedsellijst van
aanbevolen minimale dagelijkse hoeveelheid. Oostenrijkers noemen het pot kaas,
in Estland is het schuimende melk, in Frankrijk verse of witte kaas en de
Belgen gaan prat op platte kaas. Er bestaan veel namen voor kwark, omdat het per
land weer net even anders is.
Traditioneel werd deze verse kaas in meelzakken gegoten en uitgehangen om de wei eruit te laten lopen. Nu zou
je dat kaasdoeken noemen. Maar omdat dit proces dagen duurt, is er een veel
snellere manier uitgevonden: de centrifuge. Hierin wordt de melk verwarmd en wordt de wei er binnen een paar minuten uitgeslagen, zodat er op industrieel niveau veel geproduceerd kan worden.
Geschreven door: Marlou Kusters
Beeld: Cilia Hulspas