Geluk bij een ongeluk. Een groep onwetende reizigers wist niet dat een kalverenmaag de melk doet klonteren. Nu eten wij het dolgraag.
Al sinds de Gouden Eeuw wordt Nederland onlosmakelijk
verbonden met kaas. Maar eigenlijk hebben wij onze kaaskennis al veel langer in
huis. In Nederland maken we al sinds 800 voor Christus kaas. Archeologen hebben
namelijk in Nederland een prehistorisch vergiet gevonden, potjes met gaten aan
de onderkant. Dit is het oudste teken voor het maken van kaas in Nederland. Maar
in het Midden-Oosten is per ongeluk uitgevonden hoe kaas wordt gemaakt, zo ongeveer
in het jaar 7000 voor Christus.
In die tijd was het aardewerk nog niet uitgevonden, dus
reizigers hadden verschillende manieren om hun producten te vervoeren. Zo
bewaarden ze de melk toentertijd in zakken van dierlijke huiden en in de magen
van geslachte dieren, dus ook in die van kalveren. Dit was handig, want die kon
je makkelijk dichtbinden.
De
enzymen in de maag van een kalf die melk doet stremmen deden hun werk, terwijl
de reizigers van niets afwisten. De eiwitten in de melk klonterden samen tot
een gel. Waarschijnlijk werd er al snel ontdekt dat je die klontjes kon eten of
bewaren. Het Nederlandse woord voor kaas stamt af van de Romeinen die het caseus noemden.
Geschreven door: Kelly Wildvank