Kevin Can F*** Himself: niet je standaard sitcom
Kevin Can F*** Himself
Vreemdsoortige kruising tussen een old school (tenenkrommende) sitcom en een knullige misdaadserie.
Allison kan het bloed van haar man wel drinken en begint zich steeds vaker af te vragen of ze niet zonder hem verder moet. Of de wereld niet zonder hem verder moet.
Iedere generatie televisiekijkers is opgegroeid met zijn eigen sitcomfamilies. In de jaren ’80 deelden we lief en leed met de Cosby’s, de Arnolds en de Micelli’s, daarna werden dat de Heffernans en de Barones en tegenwoordig zitten we vuistdiep in de levens van de Dunphy’s, de Johnsons en de Goldbergs. Ook AMC – de thuishaven van grote titels als Breaking Bad, Mad Men en Halt And Catch Fire – heeft zich nu aan het genre gewaagd, maar wel met een twist. Een flinke twist. Kevin Can F*** Himself is – welbeschouwd – zelfs een aanklacht tegen een oubollig serieformat wat eigenlijk gewoon rond de eeuwwisseling in de ban gedaan had moeten worden. Misschien zelfs wel eerder.
Koortsdroom
Wat begint als zorgeloze kalverliefde op de middelbare school, verandert voor Allison langzaam in een hardnekkige koortsdroom waar maar geen einde aan lijkt te komen. Als ze Kevin leert kennen is hij de meest begeerlijke vrijgezel van Boston High, maar over tijd ontpopt hij zich tot een schreeuwerige kabeltrekker die het liefst – met een biermuts op – vrouwonvriendelijke teksten schreeuwt bij een monstertruckshow. Zo’n gast die denkt dat hij het zaligmakende centrum van het universum is en dat zijn vrouw slechts daar is om hem – in al zijn onzekerheid – van de nodige bevestiging te voorzien. Allison is wel een beetje klaar met haar leven als ondergewaardeerde sidekick en bedenkt samen met de lokale drugsdealer een plannetje om Kevin om te leggen. Go Allison!
Een komedie waarvan zelfs de kleinste haartjes in je nek overeind gaan staan.
Te veel sitcom
Kevin Can F*** Himself is eigenlijk twee series in één, een vreemde kruising tussen een tenenkrommende familie-sitcom en een – helaas – vrij matige misdaadserie. Net als in WandaVision wordt er gespeeld met een televisiegenre dat wereldwijd bekend staat om dat ene bankstel midden in de woonkamer, met daarachter een doodlopende trap naar een niet bestaande tweede verdieping. Een televisiegenre dat van slechte grappen, triplex achterwandjes en kunstmatige lachsalvo’s aan elkaar hangt. Komisch bedoelde series waar de vrouw des huizes met enige regelmaat wordt weggezet als een veredelde dienstmeid, als het noodzakelijk kwaad dat alleen maar wordt getolereerd omdat ze elke avond het eten op tafel zet. Allison wil op vrij radicale wijze afrekenen met haar onterechte imago als onnozele party-pooper, maar de schaduwkant van Kevin Can F*** Himself had wel wat donkerder gemogen. Het idee van deze nieuwste van AMC is best aardig, maar de clash van stijlen bij lange na niet groot genoeg. Het is nog te veel sitcom en te weinig ‘tot op het bot getergde vrouw gaat helemaal mental’. Het gevolg is dat je zeventig procent van de tijd naar een komedie zit te kijken waar zelfs de kleinste haartjes in je nek recht van overeind gaan staan. Nee, dit is niet het beste werk van AMC. Gelukkig komen te gelijktijdig met het historische drama The North Water en dat is er wel één om direct de tanden in te zetten. Dus.
- AMC (2021)
- Ideale sitcom-vrouw is er helemaal klaar mee
- 40 minuten per aflevering