Wanneer vertel je een date over je psychische stoornis? Psycholoog Anita Hubner geeft tips.
Anita Hubner (48) is psycholoog en heeft een bipolaire stoornis. Ze is acht jaar samen met haar man Tim en vertelt aan Spot On hoe het is om te daten als je een psychische ziekte hebt. “Ik heb me lang geschaamd voor mijn stoornis.”
Bijna de helft van alle Nederlandse volwassenen krijgt ooit te maken met één of meerdere psychische aandoeningen. Anita Hubner is een van hen. Ze heeft een bipolaire stoornis, een aandoening waarbij manische en depressieve periodes elkaar afwisselen.
Toen ze op 21-jarige leeftijd haar eerste psychose kreeg, zei haar psychiater dat ze nooit zou kunnen werken. Inmiddels is Anita zelf psycholoog en spreekt ze op events over het stigma op psychische aandoeningen. Ze schreef Vertel ik het wel of vertel ik het niet: een boek voor mensen die zich afvragen of ze hun psychische aandoening moeten delen met hun omgeving.
We vragen Anita hoe open je moet zijn over je stoornis als je aan het daten bent, en wat haar eigen ervaringen hiermee zijn.
Hoi Anita, wanneer vertelde je een nieuwe date over je bipolaire stoornis?
"Meestal wachtte ik tot de vierde of vijfde date, als we elkaar wat beter kenden. Ik wilde niemand afschrikken. Vaak werd er begripvol gereageerd. Maar sommige mannen lieten opeens niks meer van zich horen, terwijl ze daarvoor enthousiast waren. Je weet het nooit zeker, maar je gaat toch wel aan jezelf twijfelen.
Ik heb drie psychoses en drie opnames in klinieken gehad, waar ik me lang voor heb geschaamd. Na elke mislukte date kon ik mezelf echt naar beneden halen en denken: zie je wel, ik blijf alleen. Het is makkelijk om te denken: oh, hij is een eikel als hij me niet wil vanwege dit. Maar dat maakt de pijn en zelfstigma niet minder. Niemand kiest ervoor om een psychische aandoening te hebben."
Je bent inmiddels getrouwd met jouw man Tim. Hoe ging dat?
"Toen ik Tim leerde kennen, nu acht jaar geleden, waren we allebei begin veertig. Dit was anderhalf jaar na mijn laatste psychose. Ik stond anders in het leven dan toen ik als twintiger of dertiger aan het daten was. Tegen die tijd had ik geleerd om happy te zijn in m’n eentje en wist ik wat ik waard was.
Mijn verwachting voor onze date was laag. Ik ging gewoon het proces in, zonder na te denken over de vraag of hij “de ware” kon zijn. Ik koos expres een locatie vijf minuten bij mijn huis vandaan. Want stel dat de date toch niks werd, dan kon ik snel naar huis. Maar de afspraak ging heel vloeiend. We praatten zeven uur lang aan één stuk door. We kwamen erachter dat we allebei uit een arbeidersgezin kwamen. Dat zorgt voor een connectie.
Op de tweede date vroeg ik hoe hij keek naar psychische aandoeningen. Hij zei toen dat hij vrienden had die ook hebben geworsteld met depressie en andere psychische stoornissen. Ik zag dat hij een empathisch persoon was die geen oordeel velde. Toen vertelde ik hem over mijn bipolaire stoornis."
Was je ooit bang dat hij jou zou verlaten als hij meer van jouw aandoening zou zien?
"Het was wel lastig toen we samenwoonden en hij thuis begon te werken. Ik heb vaak last van een winterdepressie, waardoor ik geen energie heb en lang in bed blijf. Eerst kon ik deze kant van mezelf verbergen, maar nu zag hij alles. Maar hij weet hoe hij met mij om moet gaan en wat voor mij werkt als het even niet lekker gaat. Sommige mensen gaan op eieren lopen als ze met iemand zijn die een psychische stoornis heeft. Maar hij stelt juist voor om samen te gaan wandelen, of hij zegt dat ik langer in bed kan blijven omdat daarvoor een drukke dag had. Om eerlijk te zijn heeft die winterdepressie ons juist dichter bij elkaar gebracht. Hij ziet mij voor vol aan en helpt mij mijn triggers in de gaten te houden.
Ik wil ook oppassen dat hij niet mijn hulpverlener wordt. Ik bezoek daarom af en toe een psychiater. Tim is ook een paar keer meegegaan, zodat we samen konden kijken hoe we hier het beste mee om kunnen gaan."
Wat voor advies heb je voor mensen die zelf struggelen met een psychische stoornis en twijfelen wanneer ze het aan een nieuwe partner moeten vertellen?
"Mijn advies is: vertel het niet te snel, want het kan heel heftig binnenkomen bij de ander als je elkaar nog niet goed kent. Daarnaast hoef je niet alles te vertellen, alleen waar je comfortabel mee bent. Een andere tip is om het vanuit herstel te vertellen: hoe heb je leren omgaan met je aandoening? En vraag jezelf af: waarom vertel je dit? Wat is jouw intentie?
Ook is het goed om de ander te peilen voordat je iets vertelt. Als iemand hard oordeelt over anderen en discriminerende opmerkingen maakt over bepaalde groepen, dan voel je al hoe hij denkt over mensen die ‘afwijken’ van het normale. Ik zou me minder comfortabel voelen om over mijn stoornis te praten.
Het is vooral een gevoelskwestie: jij voelt zelf aan of je klaar bent om het aan deze persoon te vertellen. Ik verbrak mijn eigen regels toen ik Tim op de tweede date al over mijn stoornis vertelde. Dit jaar zijn we vijf jaar getrouwd."