Betty (29) werd verwaarloosd: 'Mijn adoptiemoeder schoor mijn haar eraf'
- Artikel
- 21 jun 2024
- 8 minuten leestijd
Betty wordt op 2-jarige leeftijd, samen met haar tweelingzusje, geadopteerd vanuit Ethiopië. Wat een nieuw begin in een veilig en liefdevol thuis moet zijn, verandert al snel in een nachtmerrie van mishandeling en verwaarlozing door haar adoptieouders.
Trigger warning: in dit artikel wordt zelfdoding besproken. Denk je aan zelfdoding of ken je iemand? Praat erover met iemand die je vertrouwt of jouw huisarts. Neem contact op met 113. Bel gratis 0800-0113 of chat anoniem met ze.
Kan je iets vertellen over je jeugd?
“Ik heb eigenlijk geen jeugd gehad, omdat er thuis constant spanning heerste om iets verkeerd te doen en daarvoor afgestraft te worden. Het was een groot gezin van totaal acht mensen. Mijn ouders hadden vier pleegkinderen opgenomen, maar konden dit helemaal niet aan. Ze raakten erg snel geïrriteerd doordat wij bijvoorbeeld veel geluid maakten als we speelden. Mijn adoptiemoeder kreeg plots driftbuien door het langdurig onderdrukken van haar emoties. Ook werden er continu racistische opmerkingen gemaakt. Ik was een jaar of 7 toen mijn ouders zeiden: ‘Wij hebben die ondankbare kut Ethiopiërs geadopteerd’. Mijn adoptiemoeder was erg manipulatief en had aanhoudende suïcidale gedachten. Ze dreigde vaak om een einde aan haar leven te maken en bleef dan uren weg. Voordat ze vertrok, zei ze: ‘Jullie worden zo opgebeld dat mijn lichaam is gevonden’. Wij stonden dan angstig bij de telefoon te wachten, omdat we dachten dat wij verantwoordelijk waren omdat we niet naar haar hadden geluisterd.
Wij kregen vaak straf om de kleinste dingen. Als mijn mond open hing als kind, kreeg ik een harde tik. Of ik werd gestraft als ik per ongeluk mijn fiets liet omvallen. Ik moest dan van vrijdag tot zondag vanaf zes uur ‘s avonds op mijn kamer blijven. Terwijl ik huilend op mijn bed zat, hoorde ik de andere kinderen buiten spelen of chips eten. Of elke keer als wij een fout maakten, werden we gestraft en zeiden mijn ouders dat ze van ons af wilden. Ze lieten ons dan de Gouden Gids pakken en dreigden ons te verplaatsen naar een van de adressen in de gids.”
Durfde je tegen je ouders in te gaan?
“Nee, als ik tegen ze in zou gaan, zouden ze mij nog harder straffen. In het begin ging mijn tweelingzusje nog wel tegen onze ouders in. Maar ze werd hardnekkig aangepakt; mijn adoptiemoeder sleepte haar aan d’r haren naar de badkamer en hield haar hoofd onder de koude kraan. Een keer zei ik dat dit echt niet kon. Maar dan was het antwoord dat ze er schijt aan had. Als kind dacht ik dat alles mijn eigen schuld was en dat ik een onuitstaanbaar slecht kind was. Ik geloofde dit tot mijn 14e. Ik had beter moeten luisteren en mocht me niet zo slecht gedragen. Ik wilde het goed maken met mijn ouders.”
Wist iemand van jouw thuissituatie?
“Een goede vriendin van mijn adoptiemoeder, Irma, had snel door dat wij daar weg moesten. Zij zag dat het foute boel was thuis. Ze zei ook een keer: ik snap niet waarom ze jullie hebben geadopteerd, jouw adoptiemoeder haat kinderen. Ik wilde dat Irma me kwam ophalen bij mijn ouders, maar ik was minderjarig en dat zou ontvoering zijn. Ik had dus geen andere keus dan weglopen.”
Wanneer besefte je dat het thuis niet ‘normaal’ was?
"De mishandeling werd steeds erger en stond niet in verhouding tot mijn gedrag. Mijn adoptiemoeder schoor bijvoorbeeld mijn haar af, terwijl ze me uitlachte. Op mijn 15e ging het zo slecht dat ik voor het eerst zei dat ik niet meer wilde leven. Mijn ouders hoorden dit. Ik kreeg een hakbijl in mijn handen gedrukt terwijl mijn adoptiemoeder alle kinderen om me heen verzamelde en hen beval om te schreeuwen: 'Doe het! Doe het! Pleeg zelfmoord dan!' Dit was voor mij de druppel; er klikte iets en ik realiseerde me dat het daar thuis heel erg mis was."
Waarom wilde je niet meer leven?
“Ik was 15 en liet mezelf zo in de steek. Ik besefte dat ik mijn thuissituatie niet kon oplossen. Uit het leven stappen voelde als de enige uitweg, aangezien ik absoluut niet weg durfde te lopen. Voordat ik een einde aan mijn leven wilde maken, had ik een paar afscheidsbrieven geschreven voor mijn broertjes en zusjes, waarin ik mijn zorgen opschreef en ook zei wat ik mooi aan ze vond. Als ik sterf, worden de andere kinderen misschien weggehaald bij mijn adoptieouders, dacht ik. Ik ging naar de schuur met een touw en wilde het zoldertje opgaan om daar een einde aan mijn leven te maken, maar mijn broertje was er aan het spelen op zijn drumstel. Mijn plan mislukte doordat hij op zolder was. Ik kon mijn plan niet voltooien en dat gaf me het idee dat ik blijkbaar móest leven, toen besloot om van huis weg te lopen.”
Hoe liep je weg van huis?
“Ik was inmiddels 16, pakte mijn spullen en ben gewoon weggegaan. Op een zaterdag. Ik had mijn ouders gezegd dat ik de hele dag zou werken en vertrok om 14.00 uur van huis. Twee uur later hadden mijn ouders door dat ik was weggelopen en stapten zij af op de politie. Ik werd als vermist opgegeven. Irma was plots overleden door een hartstilstand. Dus, ik was weggelopen naar Patricia, de dochter van Irma, die ons wilde helpen. Ik was bang dat mijn ouders me weer kwamen ophalen als ik zou zeggen waar ik was.
Maar patricia overtuigde me ervan wel de politie in te lichten waar ik was. Ik belandde toen samen met mijn zusje bij Jeugdzorg en ons gezin zou op ‘code oranje’ worden gezet, wat betekent dat alle kinderen weggehaald zouden worden als zij nog één keer de fout in gingen. Mijn tweelingzusje en ik mochten bij Patricia verblijven.”
Wat voor impact heeft deze situatie gehad op jouw mentale gezondheid?
“Dat heeft nog best lang geduurd. Ik begon mijn leven op te pakken door te studeren, maar het trauma sloeg op mijn darmen. Ik kon vier weken niet naar het toilet, omdat ik ernstige obstipatie had. Ik kon uiteindelijk nauwelijks meer lopen van de pijn en werd opgenomen in het ziekenhuis. Na negen dagen verwezen zij mij door naar een psychiater, omdat de darmklachten gerelateerd waren aan mijn mentale gezondheid. Ik schrok toen ik het woord ‘psychiater’ op de verwijsbrief zag staan. Mijn adoptiemoeder had mij als kind verteld dat dit alleen voor gekke mensen was, maar er was ook een stemmetje dat zei: kies voor jezelf.
Als het niet goed gaat met je hoofd, gaat het ook mis in je lichaam. Bij de psycholoog kwam ik erachter dat mijn lichaam vast zat in een soort overlevingsstand, waardoor ik constant op mijn hoede was. Als ik bijvoorbeeld een auto zag die op mijn adoptiemoeders auto leek, raakte ik in paniek en wilde ik het liefst wegrennen. Ik ben jarenlang in therapie geweest om mijn lichaam te leren ontspannen. Het is niet gezond om constant gevaar te voelen, dus ook als er niets aan de hand is. Tot de dag van vandaag draag ik veel trauma’s met me mee en heb ik soms nog steeds last van aanhoudende nachtmerries. Er zijn ook momenten dat ik op de bank zit en opeens voel hoe zwaar ik het vind om geen ouders te hebben. Dan bel ik mijn tweelingzus, en zij vult dat gevoel van leegte dan meestal weer op. Ik merk nu dat ik iedere dag bewust kies om niet in het verleden te blijven hangen. Het is makkelijk om trauma's door te geven, maar ik probeer nu scherp te zijn om dit te voorkomen. De wereld ligt aan mijn voeten en ik maak er het mooiste van.”
Fotocredits: Jamila Hof
Dit artikel is onderdeel van het KRO-NCRV dossier Druk! De mentale gezondheid van jongeren in ons land verslechtert. Studie, sociale media en de samenleving stellen steeds meer eisen. De druk op deze groep is groot. KRO-NCRV spreekt in dossier Druk! met jongeren en deskundigen. Ook willen we jongeren helpen door echt naar ze te luisteren. Hoe? Je ontdekt het met De Checkers tool: https://kro-ncrv.nl/druk!