Geweld tegen transgenders: “Het krijgt veel te weinig aandacht”
- Artikel
- 20 nov 2020
- 6 minuten leestijd
In de nacht van 10 op 11 november is transvrouw Özge Bilir doodgestoken in Utrecht. In Nederland lezen we weinig over geweld tegen transgenders. En dat terwijl bijna de helft van de transgenders hiermee te maken krijgt. Wij vroegen aan Brand Berghouwer van Transgender Netwerk en Dinah Bons van Trans United Europe waarom we zo weinig over dit geweld horen.
Komen moorden op transgenders vaak voor?
Brand: We spreken van een transmoord wanneer een transpersoon wordt vermoord. In Nederland komen ze gelukkig minder vaak voor dan in andere landen. Wel hoor ik soms in informele gesprekken dat er transpersonen worden vermoord. Maar dit komt niet altijd aan het licht. Een paar jaar geleden kwam bijvoorbeeld in het nieuws dat een vader zijn dochter vermoord had. Uiteindelijk bleek het zijn transzoon te zijn. Dit soort dingen komen vaker voor. Op vrijdag 20 november is het de Internationale Transgender Gedenkdag. Die dag herdenken wij alle transpersonen die het afgelopen jaar wereldwijd zijn vermoord. Op die lijst staan 350 namen en dat is pas het topje van de ijsberg. Want niet alle moorden worden gemeld.
Dinah: De transidentiteit van iemand is vaak een motief voor de moord. Op dit moment zien wij dat in Amerika de meeste transpersonen vermoord worden. Het beleid en politieke klimaat van Trump heeft veel kapot gemaakt voor transpersonen en zorgt voor gevaarlijke situaties. Amerika staat in contact met Europa. Daarom zien wij de moordcijfers ook stijgen in bepaalde Europese landen. Hoe vaak transpersonen vermoord worden staat in verband met de politiek die gevoerd wordt in een land.
Wat is meestal het motief?
Brand: Soms is geïnternaliseerde haat voor transpersonen, ook wel transfobie genoemd, een motief.
Dinah: Haat is bij de meeste gevallen het motief. De manier waarop veel transpersonen worden vermoord is gruwelijk en onmenselijk. Van onthoofdingen tot vijftig keer neergestoken worden. Bij veel mensen speelt transfobie nog een grote rol. Zo heb je mensen die dubbele gevoelens hebben bij een transvrouw. Iemand kan aangetrokken zijn tot een transvrouw en zich daar toch voor schamen. De kleinste opmerking kan die schaamte triggeren en omzetten in boosheid. Dit zijn situaties waar veel transpersonen mee te maken krijgen.
Is er bekend wat het motief was bij de moord op Özge?
Brand: Özge was een transvrouw van kleur. Daarmee valt zij in een extra kwetsbare groep. Transpersonen van kleur zijn een gemarginaliseerde groep. En juist daardoor komen ze sneller in een kwetsbare positie terecht waarin er een grotere kans is op geweld
Dinah: Wat ik weet van Özge is dat zij een open transpersoon was. Ze deelde haar leven via vlogs en social media en liet zien dat zij een trotse Turkse transvrouw was. Haar transparantie en openheid vormden een gevaar voor haar. We zien vaker dat mensen die online hun leven en meningen delen in een sociaal isolement terecht kunnen komen. Het is apart. Omdat je juist je verhaal tegen iedereen vertelt en open bent over je leven. Maar hier tegelijkertijd eenzaam door kan worden en de verkeerde mensen aan kan trekken. Dit zou bij Özge kunnen zijn gebeurd.
Krijgt geweld tegen transgenders genoeg aandacht?
Brand: Geweld tegen transpersonen krijgt te weinig aandacht. Dat zie je duidelijk bij de moord op Özge. Een transvrouw is vermoord en er is weinig ophef over. Apart, want als iemand in elkaar wordt geslagen omdat hij homoseksueel is, staat het in alle kranten. Ik denk dat mensen het eerder kunnen begrijpen dat het pijn doet wanneer je niet met je partner over straat kan lopen. Dan hoe het is om trans te zijn. Daarom komt anti-homogeweld misschien meer voor in de media. Daarnaast doen veel transpersonen ook geen melding of aangifte van het geweld dat hen overkomt. Onder andere omdat ze er niet op vertrouwen dat er iets mee gedaan wordt. Of omdat ze bang om door de politie gediscrimineerd te worden.
Dinah: Nee, ik vind dat geweld tegen transpersonen niet genoeg aandacht krijgt. Op de gedenkdag voor vermoorde transpersonen nodigen we bijvoorbeeld ook politici uit. Zodat zij de verhalen van dichtbij kunnen horen. Met de gedenkdag willen we laten zien hoe groot het probleem is. En dat het belangrijk is dat er meer aandacht aan wordt besteed. Het is wel opvallend dat er nooit veel over deze dag wordt gesproken. Het komt vrijwel nooit in de media. Ook niet vanuit de transgemeenschap. Daaruit blijkt maar weer dat transpersonen minder open durven te zijn over hun trans-zijn. Transpersonen staan misschien toch in een kwetsbaardere positie dan homoseksuelen. Waardoor ze er minder snel over durven te spreken.
Wat zouden jullie graag anders zien?
Brand: Ik denk dat het tijd wordt dat de politiek zich hard gaat maken voor stevige maatregelen om dit geweld tegen te gaan. Wij hebben laatst als Transgender Netwerk Nederland een aantal voorstellen voorgelegd aan minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid. In deze voorstellen stond onder andere dat de politie beter getraind moet worden. En dat genderidentiteit en genderexpressie expliciet opgenomen moet worden in een aantal wetsartikelen. Als transpersonen zich gehoord en veilig voelen in het juridisch systeem, zijn we alweer een stap verder.
Dinah: Naast politieke actie moet er samengewerkt worden met de doelgroep, politie en gemeenten. Als je spreekt over de doelgroep dan gaat dit voornamelijk over transpersonen van kleur of met een migrantenachtergrond. Wereldwijd zijn 79% van de transmoorden gericht op een transpersoon van kleur. In Nederland ligt dat percentage bijna op honderd procent. Door samen te werken vergroot je de bereidheid om aangifte te doen. En je creëert begrip en sensitiviteit voor de problemen van transmensen van kleur. Want juist deze groep kampt met veel problemen. Naast afwijzing van familie en cultuur speelt ook het racisme en discriminatie van de ‘witte’ samenleving een rol. Hierdoor is deze groep extra kwetsbaar.
Hoe kunnen mensen helpen?
Brand: Ik vind dat we als samenleving niet moeten toestaan dat een groep zoveel met geweld en uitsluiting te maken heeft. Kijk eens wat vaker om naar de transmensen in je omgeving. Spreek mensen aan die nare opmerkingen en zogenaamde grapjes maken. Want die staan aan de basis van het geweld.
Dinah: Wij hopen op steun van onze eigen community. Je kunt niet opkomen voor anti-racistische bewegingen als Kick Out Zwarte Piet en Black Lives Matter, maar transmensen van kleur verachten en stilzwijgend dood laten gaan. Onze strijd moet intersectioneel worden gevoerd en daarbij hebben we iedereen nodig. Begrip en acceptatie van transmensen is nodig in onze eigen gemeenschap. Dit zorgt ervoor dat wij omringd kunnen worden door onze vrienden en familie, ook als we trans zijn. Schaamte en taboe moeten worden doorbroken. Alleen zo kan onze positie veranderen.