Wordt je kater écht heftiger naarmate je ouder wordt?
- Artikel
- 19 dec 2024
- 4 minuten leestijd
Je wordt wakker met een bonzend hoofd, uitgedroogde bek én een gat in je geheugen. Om het nog erger te maken komen je ouders of vrienden met de opmerking: “Wacht maar tot je ouder bent, dan zijn de katers pas erg!” Maar klopt dat eigenlijk wel?
Hoe ontstaat een kater?
Je gaat 'even de deur uit voor een drankje', en voor je het weet loop je om 05:00 's ochtends ladderzat met een dürüm door je straat. Een paar uur later word je wakker in je bed, het is 12:00 's middags en je hoofd bonkt bijna uit elkaar. Je kan aan niks anders denken dan aan een vettige tosti (als je überhaupt iets binnen kan houden) én tien liter cola. Waren het de shotjes? Was het de wijn? Of misschien toch de combinatie van speciaalbier, shotjes, wijn én pils? Het maakt geen reet uit wat de boosdoener was, als jij je maar weer zo snel mogelijk goed voelt.
Jouw lichaam ziet alcohol als vergif. En dus wil je lichaam het, op natuurlijkerwijze, afbreken. Wanneer je lijf alcohol afbreekt, ontstaat de giftige stof acetaldehyde. Dit zorgt voor hoofdpijn en een trillerig gevoel. Verder dehydrateer je van alcohol. Door die uitdroging ben je slap, moe én heb je een ontzettende muffe droge mond. Bij sterke drank krijg je ook nog eens vaak minder vocht binnen dan bij een biertje, waardoor je nog sneller uitdroogt.
Wanneer je in de bloei van je leven bent, A.K.A: living the party life, dan drink je (hoogstwaarschijnlijk) meer dan wanneer je richting de dertig gaat. Jij denkt nu misschien: dat gaat mij nooit gebeuren, alcohol drinken blijf ik net zo vaak doen. Maar laten we er toch even vanuit gaan dat het wel gebeurt. Gewoon, omdat je werkt en bepaalde verplichtingen hebt. Omdat je dus minder drinkt wanneer je ouder bent, is je tolerantie een stuk lager. Vroeger kon je zo ongeveer de hele kroeg leegdrinken, nu ben je verandert in een hoogbejaarde en ben je dronken na drie glazen zoete witte wijn. Nu komt de plottwist: katers schijnen juist mínder erg te worden. Hè? Wanneer je ouder bent, kan je (als het goed is) beter omgaan met pijn. En dus ook met een kater. Wat ook meespeelt is dat je waarschijnlijk op een andere manier drinkt, én met een ander doel. Je drinkt vaak gewoon om dronken te worden wanneer je jonger bent. Je drinkt dan ook meer alcohol in een korte tijd, dat noemen we ook wel ‘binge drinken’. Omdat je waarschijnlijk dus minder, en minder vaak, drinkt heb je bijna nooit meer een kater. Je vergeet misschien zelfs wel een beetje hoe het precies voelt. Maar: wanneer je dan toch weer gaat zuipen, komt de klap een stuk harder aan. De kater lijkt veel erger, maar dat is ‘ie eigenlijk niet. Je belooft jezelf plechtig: nu ga ik écht nooit meer drinken. En toch doe je het opnieuw. Dit komt door geheugenbias: dit zorgt ervoor dat je vergeet hoe rot je je voelde met een kater. Nog een reden waarom katers erger voelen wanneer je ouder bent: je hebt (waarschijnlijk) meer verplichtingen. Je kan niet meer als een achttienjarige student heel de dag op de bank liggen stinken met een zak chips en bezorgd voedsel. Nee, nee. Die tijd is voorbij. Nu moet je misschien dingen in het huishouden doen, werken of zelfs de kinderen naar school brengen. Ook hierdoor kan je kater erger aanvoelen: je leven gaat namelijk gewoon door. Een kater wordt dus in principe niet erger. Je ‘helse’ kater zou zelfs minder kut moeten worden. Het zijn de andere omstandigheden, zoals meer verantwoordelijkheden, die ‘m heftiger doen lijken. Het enige anti-kater-middel? Dat is dus met maten drinken. Minder alcohol
Wat gebeurt er dan?
Conclusie?