Pascal groeide op met een alcoholistische moeder: “Na werk lag ze laveloos op de bank”
- Artikel
- 07 aug 2024
- 5 minuten leestijd
Pascal (30) woonde heel zijn jeugd bij zijn moeder, die alcoholist was. Hij werd mentaal én fysiek mishandel door haar. Toen hij in zijn pubertijd uit de kast kwam, begon zijn moeder nóg meer fysiek geweld te plegen. Hij deelde zijn verhaal met ons.
“Mijn vader is nooit in beeld geweest. Dat komt omdat ik ben geboren uit een ‘slippertje’. Ik heb een oudere zus, maar die is toen ik drie was uit huis gegaan om bij mijn oma te wonen. Ik ben niet meegegaan omdat mijn oma destijds werkte en mijn zus naar school ging. Daardoor zou er niemand thuis zijn om voor mij te zorgen, dus bleef ik bij mijn moeder. Als mijn moeder thuiskwam, zoop ze zoveel dat ze laveloos op de bank lag. Daarna ging ze slapen, om vervolgens weer te werken. Waar ze ook dronk. Hierdoor was ik sinds mijn tiende al de volwassen persoon in huis. Ik regelde de boekhouding en rekende uit hoeveel geld we overhadden voor boodschappen. Maar omdat je zo jong bent, heb je niet per se alles door. Ik was niet anders gewend, dus dit was mijn ‘normaal’.
Mijn moeder werd soms uit het niets heel boos. Wanneer ik perongeluk een glas omstootte, kon ze helemaal flippen. Soms trapte ze me letterlijk het huis uit. Het maakte haar dan ook niet uit dat het 22:00 ’s avonds was. Daar zwerf je dan, als klein kind, op straat. Ik vluchtte toen vaak naar mijn oma, maar kwam altijd terug. Doordat ik al zo vroeg zelfstandig moest zijn, wilde ik het ook zelf oplossen.
“Toen ik mijn moeder vertelde dat ik op mannen viel, werd ze gelijk boos.”
Rond mijn twaalfde begon ik weerstand te bieden. Ik vertelde haar steeds vaker dat ik wilde dat ze minder dronk, waardoor er meer ruzies ontstonden. Tijdens die ruzies werd ik mentaal en fysiek mishandeld. Van schreeuwen tot slaan. En dat ging jaren zo door. Op mijn veertiende kwam ik uit de kast bij haar. Ik was net op een date geweest met iemand en ik dacht: dit is het. Toen ik mijn moeder vertelde dat ik op mannen viel, werd ze gelijk boos. Mijn zus wilde destijds geen kinderen, en bij mij was het volgens haar niet mogelijk. Daar werd ze heel paniekerig van. Het fysieke geweld was daarvoor ook al zichtbaar, maar toen ik uit de kast kwam werd mijn geaardheid de leidraad van bijna al het geweld.
De periode daarna was vooral een flipperkast van emoties. Wanneer ze nuchter was, kreeg ik te horen: ‘Als jij maar gelukkig bent’, terwijl ik als ze dronken was scheldwoorden als ‘rugridder’ en ‘bruinwerker’ naar mijn hoofd kreeg. Ze schreeuwde dan de ergste dingen. Van ‘Val op meisjes!’ tot ‘Waarom ben je niet gewoon normaal?’ Ze heeft mijn geaardheid mentaal en fysiek uit mij proberen te slaan.
“Ik heb toen de telefoon gepakt, mijn kamerdeur dichtgetrokken en 112 gebeld.”
Op een gegeven moment is een ruzie zo uit de hand gelopen dat ze me achterna heeft gezeten met een keukenmes. Dat was de druppel. Ik heb toen de telefoon gepakt, mijn kamerdeur dichtgetrokken en 112 gebeld. Ik heb toen mijn spullen gepakt en ben toen definitief bij mijn oma gaan wonen. Mijn oma heeft toen zeggenschap over mij gekregen, waar ik heel blij mee was. Zij accepteerde me wel voor wie ik ben. Ik ging naar gayclubs en had eindelijk het gevoel dat ik mezelf – en een beetje kind – kon zijn.
Op mijn achttiende ben ik op mezelf gaan wonen. In die periode kwam ik mijn moeder af en toe tegen in de supermarkt. Wanneer ik dan stiekem in haar winkelwagen keek, zag ik de hoeveelheden drank alweer liggen. Ik kreeg ook nog vaak telefoontjes in de avonden, als ze dronken was. Tijdens Pride heeft ze me weleens gebeld om te zeggen dat ze van me hield, terwijl ze een paar minuten later via een voicemail liet weten hoe goor ze het vond dat ik op mannen viel.
“Ik zag haar vanaf mijn vijftiende niet meer als mijn moeder.”
Uiteindelijk heb ik haar een goede vijftien jaar niet gezien, met uitzondering van onverwachtse ontmoetingen in de supermarkt. Totdat ik afgelopen januari te horen kreeg dat ze overleden was in haar huis. Dit nadat ze hier al drie maanden had gelegen. Enorm eenzaam, want ze werd totaal niet gemist. Dat gun je niemand, maar ze heeft hier echt zelf voor gezorgd. Ik zag haar vanaf mijn vijftiende niet meer als mijn moeder.
Als ik nu terugkijk naar de hele situatie, ben ik mijn moeder voor één ding dankbaar: ondanks dat het op de foute manier is gedaan, heeft ze me wel sterker gemaakt. Ik was vroeger altijd een verlegen en ingetogen jongetje. Zo van: kijk maar niet naar mij. De hele situatie met mijn moeder heeft ervoor gezorgd dat ik voor mezelf heb leren opkomen. Ik heb deze drempel overwonnen, dus ik vind ook dat ik daar trots op mag zijn. Ik ben niet in een negatieve spiraal beland. Ik ben doorgegaan met mijn leven en ben nu wie ik wil zijn. Hoe lang en zwaar een rit ook is, de beloning gaat komen.”
Vermoed jij huiselijk geweld bij iemand in je omgeving of ben je zelf slachtoffer van huiselijk geweld? Ga dan naar ikvermoedhuiselijkgeweld.nl of bel gratis met Veilig Thuis via 0800-2000.