Sophie kreeg een depersonalisatiestoornis na drugsgebruik: “Alsof je verdwijnt uit je eigen lichaam”

- Artikel
- 06 maa 2025
- 5 minuten leestijd
Een XTC-pilletje op een feest, even lekker losgaan en alles vergeten. Wat kan er misgaan? Die gedachte had Sophie (24) ook. Maar kort na die avond kreeg ze te maken met iets waar ze nog nooit van had gehoord: een depersonalisatie-/derealisatiestoornis (DPDR).
Het begon drie dagen later op haar werk. Klanten praatten tegen haar, maar hun woorden kwamen niet binnen. Ze kreeg het gevoel alsof ze losgekoppeld was van de realiteit. Niet veel later gebeurde het opnieuw, op school, in de trein, op andere plekken. "Ik dacht: wat is dit? Ik had geen idee wat er met me aan de hand was. En vanaf toen had ik elke dag zulke momenten, soms wel vijf keer. Het werd steeds erger en het kwam uit het niets. Ik kon er geen patroon in ontdekken.”
Wtf gebeurt er?
Tijdens deze momenten voelde Sophie zich helemaal gedistantieerd van zichzelf. “Alsof je als een soort zombie verdwijnt uit je eigen lichaam. Alsof je hier bent, maar ook ergens anders verderop. Alsof je iets vanaf een ander perspectief ziet, dat naar jou kijkt. Het was alsof ik in een soort droom leefde. Maar dat was nog maar het begin. Op een gegeven moment kon ik mezelf niet meer in de spiegel aankijken, omdat ik mezelf gewoon niet herkende. En soms als ik een gesprek had met iemand, en ik voelde dat weer, dan kreeg ik het idee dat ík niet degene was die het zei. Er was dan een soort breuk in mijn brein tussen nadenken en praten, alsof dat twee totaal verschillende dingen waren.”
Een onechte wereld
Sophie kwam er na lange onwetendheid uiteindelijk achter dat ze een depersonalisatie-/derealisatiestoornis had. Valerie Ritchie, psycholoog bij de MIND hulplijn, legt uit wat dit inhoudt: “Iemand met DPDR heeft langdurige of terugkerende periodes van depersonalisatie, derealisatie of van allebei. Als iemand zich losgekoppeld voelt van zichzelf, dan is dat depersonalisatie. Dat zijn gevoelens van vervreemding van je eigen lichaam of je geest. Dus dat je het gevoel hebt dat je jezelf als buitenstaander kan observeren. Het kan ook een emotionele gevoelloosheid zijn, of een fysieke afvlakking. Een symptoom is ook dat je het gevoel hebt dat je automatische handelingen doet, alsof alles een beetje mechanisch gaat. Bij derealisatie voelt iemand zich losgekoppeld van de wereld. Je omgeving lijkt dan onecht. Dus dat is meer buiten jezelf, alsof je in een droom leeft. In een soort waas. De omgeving lijkt dan vervormd. Dit kan er ook voor zorgen dat geluiden vervormd klinken, of dat de tijd bijvoorbeeld vertraagd of versneld lijkt.”
Hoe vaak komt het voor?
Kortdurende ervaringen van derealisatie of depersonalisatie komen vaak voor: ongeveer 50% van de mensen heeft wel eens zoiets meegemaakt. Bijvoorbeeld als je in de auto zit en ineens zonder bewustzijn op je bestemming aankomt. Maar dat is maar een moment. Echt een depersonalisatie- of derealisatiestoornis heeft ongeveer 2% van de mensen. En dan heb je er vaker, heftiger en langduriger last van.
Trigger door drugs
Het kan door verschillende dingen getriggerd worden. “Het kan bijvoorbeeld door factoren als langdurige stress, een angststoornis, trauma of depressie. Soms zie je ook dat het door omgevingsfactoren wordt getriggerd, zoals wanneer iemand enorm overprikkeld is. Het kan ook door fysieke triggers komen, zoals extreme vermoeidheid of schommelingen in hormonen. Maar: dus ook door medicatie of drugsgebruik. Er zijn verschillende drugs die verschillende effecten kunnen hebben:
- Psychedelica: deze drugs kunnen het brein overstimuleren, wat zelfs na gebruik nog kan aanhouden en leiden tot langdurige effecten zoals DPDR.
- Amfetamine: dit komt bijvoorbeeld voor bij het gebruik van XTC. Het kan een verstoring van dopamine en serotonine veroorzaken, wat na een intens euforisch moment kan omslaan in een diepe leegte. Dat kan op z'n beurt leiden tot DPDR.
- Cannabis: bij sommige mensen kan cannabis angst- en paniekreacties uitlokken. Wanneer deze reacties heel sterk zijn en de persoon er gevoelig voor is, kan het leiden tot DPDR.
- Dissociatieve drugs: zoals ketamine, die kunnen zorgen voor een langdurige verstoring van hoe je de realiteit beleeft, wat een trigger kan zijn voor DPDR.
Als het je leven verstoort
Vaak is het bij mensen niet iets wat lang blijft. Maar als dit wel zo is en het je leven beïnvloedt, is het volgens Valerie belangrijk om er iets mee te doen. “Ik zou zeggen: ga niet verder met drugsgebruik bij DPDR klachten. Zorg er daarnaast voor dat je een gezonde leefstijl hebt. En bij langdurige klachten of als er onderliggende problematiek is, zoals trauma, is naar een psycholoog gaan zeker een optie. Het is namelijk een signaal van je lichaam. Het is dus belangrijk om daarnaar te luisteren. En als je er iets mee doet, kan het zeker weer overgaan.”