Status, dure kleding en paradepaarden? Een fotocollage van Gen-Z in de VIP
- Artikel
- 14 nov 2024
- 4 minuten leestijd
Zien en gezien worden, veel drank en dure kleding. De VIP-sectie van nachtclubs is altijd een paar centimeter hoger dan de dansvloer. Hoe kijkt het publiek naar de VIP en hoe ziet Gen-Z in de VIP zichzelf? Van luxe clubs in Rotterdam tot eindexamenfeesten in Cherso. Sacha (26) en Flora (24) studeerden beiden fotografie en maakten na het afstuderen hun eerste fotocollage genaamd ‘Very Important Place.’
Afgelopen zomer hebben Sacha en Flora gewerkt aan hun VIP-project: foto’s schieten van Gen-Z in de VIP van luxe clubs. Wie zijn deze mensen? Hoe zien ze eruit? En: waarom kiezen ze ervoor om in de VIP te staan? Dat idee begon door een ervaring vanuit Sacha en Flora zelf. Sacha: “We vierden de verjaardag van Flora in Rotterdam. Dat was in een gigantische club. Toen we naar binnen liepen, dachten we gelijk: wtf. Het leek net een Colosseum. Bovenin zaten alle mensen die voor de VIP hadden betaald. Ze namen lachgasballonnen en er kwamen steeds meer meiden bij. Beneden dansten de mensen die geen kaartje voor exclusiviteit hadden betaald. Wij vonden dat fascinerend en wilden hier iets mee doen. Want die hiërarchische indeling van hoog en laag, bestaat al eeuwenlang. Kijk maar naar de Maya’s, die balspelbanen aanlegden waarbij de elite tijdens het spel naar het volk beneden keek als vorm van entertainment.”
Flora: “We vroegen onszelf af: wat voor invloed heeft die ruimte-indeling op het gedrag van mensen? We merkten ook bij onszelf dat wij bepaalde stereotypes in ons hoofd hadden van mensen die naar de VIP gaan.” Sacha: “Ook hadden onze vrienden hier echt een duidelijke mening over. Waarom zou je hier geld aan uitgeven? Doe gewoon normaal. Zij hadden echt een afkeer, wij vonden het juist interessant.”
Prada en paradepaarden?
Daarom besloten Sacha en Flora de jonge VIPS vast te leggen zoals ze die zelf tegenkwamen. In én buiten Nederland. Amsterdam, Eindhoven, Rotterdam en zelfs Chersonissos. Want de Nederlandse nachtcultuur voor niet Randstedelijke eindexamenstudenten vindt volgens hen juist vaak plaats op plekken zoals Mallorca of Cherso. Hun vooroordeel over deze VIPS? Naaldhakken, dure zonnebrillen en vooral: snakken naar status. Geen mensen uit de provincie. Weinig vrouwen. En áls ze er dan zitten: vooral als paradepaarden. Hun conclusie? Het tegenovergestelde. “Bijna iedereen had praktische redenen. Zo gaf een voetbalteam in de VIP aan dat het goedkoper is om flessen te delen dan apart te betalen. Je kan chillen in redelijke rust en elkaar verstaan, in plaats van tussen de zwetende mensen staan. En lachgasballonnen met drank die naar jou worden gebracht in plaats van andersom”, vertelt Sacha. Koppels, provinciale jongeren en mensen uit de stad: ze zaten er allemaal. “Mensen waren totaal niet bezig met: ‘Kijk ons nou.’ Het fysieke ‘flexen’ in de club, werd verplaatst naar Snapchat stories. Er werden ook geen meiden ‘gefixt’ om naar de VIP gehaald te worden.”
Iedereen is een VIP-type
Vandaar dat Sacha en Flora tot de conclusie zijn gekomen dat in principe iedereen een ‘VIP type’ zou kunnen zijn. “We kwamen erachter dat de grootste beweegreden om in de VIP te zitten, vooral te maken heeft met gemak en praktische zaken. En dat het flexen vooral plaatsvindt op online stories.” Flora: “Een verbazingwekkend groot deel van de mensen was gewoon lekker aan het chillen.” Het stereotype van de VIP klopt dus niet, volgens Sacha en Flora. Samen: “Het is mega gemengd. Van de ‘doe-maar-normaal-jongens’ met jeans en witte T-shirts, tot meiden met nepwimpers en full face make-up looks. We love it.”
Hun toekomstvoorspelling van de VIP? “Het nieuwe, ultieme ‘ultrasuperflexen’ gebeurt niet meer in de VIP zelf. Wij denken dat het zich verplaatst naar het podium áchter de dj. Wat het enerzijds toegankelijker maakt omdat het gratis is. En het is tegelijkertijd ook interessant om te beseffen dat veel van ons toch een drang hebben om ‘gezien’ te worden tijdens het uitgaan. Het is een uitbreiding van een subcultuur, waarvan je niet wist dat je erin zat.”