Waarom ik door de jaren heen onzekerder ben geworden over mijn niet-pornokut
- Artikel
- 10 okt 2024
- 6 minuten leestijd
Ik heb geen pornokut of Barbie-foef. Mijn binnenste schaamlippen zijn groter dan de buitenste, en dat is altijd al zo geweest. Wat niet altijd al zo is geweest, is de onzekerheid over de looks van mijn vagina. En die komt juíst door het zien van meerdere poezen.
COLUMN
Ik las laatst een artikel uit een commercieel vrouwenblad. ‘Designervagina’, was de titel. Met als onderzin: ‘Daar ligt flappie, in een operatiebakkie’. Oké, dacht ik. Interessant. Ik las verder: ‘Een schaamlipcorrectie is niet voor teerhartigen, maar dan heb je uiteindelijk wel je droomvagijn.’ Ik sloeg de pagina om: daar stonden voor- en na-foto’s met een stuk tekst. De vouwen in kwestie legden uit waarom ze hadden gekozen voor een schaamlipcorrectie. De één kon door haar grote schaamlippen niet meer sporten van de pijn, de ander had last tijdens het fietsen en weer iemand anders durfde niet naar de sauna. Hoppa: alle schaamte en ongemakken verdwenen binnen een operatie van nog geen uur. En de droomvagijn mocht er zijn, hoor. Wat waren ze blij.Droomvagijn
Ik ben niet tegen plastische chirurgie: in tegendeel. Wanneer je ergens onzeker over bent, is het fijn dat er bepaalde ingrepen bestaan waardoor die schaamte verdwijnt. Maar waar ik wél mee worstel, is het feit dat deze ‘droomvagijnen’ ook gezien worden door vrouwen wiens foef alles wegheeft van de voor-foto’s. Inclusief ikzelf. Het zette mij aan het denken: waarom ben ik me de laatste jaren zo bewust geworden van mijn onder-creatie, en had ik dat gevoel vroeger niet?
Schaamlippen?
Misschien begint die schaamte al bij het woord zelf: ‘schaamlippen’. Het insinueert dat ik me ervoor moet schamen. Onhandige én onnodige woordkeuze. Want we noemen testikels toch ook geen ‘schaamballen’? In de 17e eeuw werd de vulva zelfs ‘pudenda membrana’ genoemd. Wat letterlijk betekent: ‘iets waarvoor je je moet schamen’. Ik denk dat er onbewust veel jonge vrouwen zijn bij wie deze onzekerheid op jonge leeftijd begint. Al voordat ze überhaupt vergelijkingsmateriaal hebben gezien. Puur omdat de lesboeken ons uitleggen dat de biologische term ‘schaamlippen’ is. Vanaf nu praat ik dan ook over ‘vulvalippen’. Klinkt mooier én beter.
Extra vel
Rond mijn achttiende begon ik met masturberen. Dat deed ik altijd met porno. Want door mijn chaotische hoofd kon mijn verbeelding mij nog weleens in de steek laten. Ik besefte me dat op pornosites niets anders werd getoond dan perfect geschoren, gladde en strakke kutten. Vandaar ook het begrip pornokut: want als je daar benee wat rosbief hebt hangen, is het worden van een porno-actrice waarschijnlijk een stuk lastiger. En áls je dan wat extra vel hebt meegekregen tijdens de schepping, kan ik me voorstellen dat je het waarschijnlijk zo snel mogelijk weghaalt.
Schattige flapjes
Ondanks de pornokutten en termen die ons op de middelbare school al werden aangeleerd, is het onzekerheids-balletje pas écht gaan rollen rond mijn 23e. Ik had er voor die tijd ook nog nooit een opmerking over gekregen. Totdat ik twee jaar geleden het bed deelde met iemand die een grapje maakte over mijn ‘schattige flapjes’. Een best onschuldige opmerking, vond ik toen. Maar toen de opmerking nota bene een jaar later nog steeds door mijn hoofd galmde, besefte ik me pas dat het me meer deed dan dat ik dacht. Toen een collega mij een half jaar geleden met grote ogen aankeek toen ik vertelde dat ik nog nooit met een klein spiegeltje naar mijn vagina had gekeken, besloot ik dit toch eens te doen. Ik had inderdaad schattige flapjes. Ik kon ze weliswaar gewoon weer terug in de doos stoppen, zo aanwezig waren ze nou ook weer niet. Maar ik had ze wel.
Naaktfoto’s op de redactie
Een tijd geleden lag er een boek met naaktfoto’s op de redactie. Hagenezen in beeld gebracht, allemaal poedeltje naakt. De ene Hagenees had een stoma, de ander een prothese. Er stonden mensen in het boek met enorme vetrollen en personen wiens borstkas uitstak. ‘Zo divers’ riep mijn collega. Ik probeerde te scannen op vrouwen wiens binnenste vulvalippen ook groter waren dan de buitenste. Maar ze zaten er helaas niet tussen. En degenen van wie ik dácht dat ze soortgenoten waren, hadden een behoorlijke bos haren laten groeien over hun parel waardoor het niet opviel. Ik dacht bij mezelf: mooi, deze gedachte rondom zelfacceptatie en naaktheid. Maar ik zag helaas geen flappen. Ergens logisch: want zou je dan wel oog in oog willen staan met een aangeklede cameraman die jou eens even goed bloot in beeld brengt?
Hoe meer kutten, hoe kutter
Daarom kan ik niet anders dan concluderen dat het laten zien van meer kutten, bij mij juist heeft gezorgd voor meer schaamte over mijn eigen parel. En daar baal ik van: want ooit was de relatie met mijn foef veel sterker. Natuurlijk mogen er foto’s gedeeld worden van vulva’s voor een schaamlipcorrectie. Natuurlijk is het logisch dat je vel wegsnijdt als je dagelijkse handelingen niet meer normaal kan uitoefenen. En natuurlijk is het belangrijk dat er naakt shoots bestaan. Maar laten we er dan wel bij vermelden dat er ook vrouwen zijn met eenzelfde vulva die niét kiezen voor een cosmetische ingreep. Dat niet iedereen ‘last’ hoeft te hebben van flappen én dat we, als het even kan, óók de niet-Barbiefoefen fotograferen tijdens zo’n shoot.
We zien namelijk alleen maar vulva’s zonder flappen, hangend vel of uitgescheurde zwangerschapslippen. En als vrouwen dan eindelijk een foto te zien krijgen van een foef die nog het dichtst in de buurt komt van die van hunzelf, is het een foto voor een schaamlipcorrectie uit een vrouwenblad dat half Nederland leest. Ik zou mijn parelpoes ook wat meer vertegenwoordigd willen zien. Want mijn flapjes mogen er ook gewoon zijn. Sterker nog: mijn vriend vindt ze geweldig. Nu ik nog.
Koester je oester. Weten hoe de vulva's van onze volgers eruitzien? We vroegen het ze.