Wat staat er op de politieke drugs agenda?
- Artikel
- 11 maa 2021
- 4 minuten leestijd
Volgende week gaan we stemmen. Vind jij drugs een belangrijk thema in het bepalen van je stem? Dan helpen wij je graag een handje bij je keuze. Dit is hoe alle partijen tegenover (soft)drugs staan.
Hoe zit het beleid nu in elkaar?
Drugs vallen in Nederland onder de Opiumwet. In deze wet staat welke drugs verboden zijn en welke straffen kunnen staan op bezit ervan. Op lijst I vind je alle harddrugs. Op lijst II staan de softdrugs.
Wat betreft softdrugs hanteert Nederland nu een gedoogbeleid. Dat betekent eigenlijk dat wanneer je softdrugs in je bezit hebt, je strafbaar bent. Maar de Nederlandse staat vindt dat de politie bij maximaal vijf gram wiet of hasj niet in hoeft te grijpen. Als je meer dan vijf gram in bezit hebt kan je gezien worden als een dealer. Dat wil je natuurlijk voorkomen. Bij een coffeeshop wordt maximaal vijfhonderd gram gedoogd. Maar - het telen van wiet is strafbaar.
In Nederland is het per definitie verboden om harddrugs in je bezit te hebben, te verhandelen, te verkopen of te maken. De overheid vindt namelijk dat harddrugs een groot risico met zich meebrengen. Drugs zoals heroïne, cocaïne, lsd, xtc en amfetamine behoren daaronder. Maar ook bijvoorbeeld zware pijnstillers en Ritalin. Als je gepakt wordt met harddrugs op zak, ligt het aan de hoeveelheid of en hoe je vervolgd wordt.
Partijen voor legalisatie (soft)drugs:
Degenen die wel van een lijntje cocaïne, ketamine of speed houden kunnen het beste op BIJ1 stemmen. Zij zijn namelijk voor het legaliseren van harddrugs. Zij zien het liefst dat de overheid harddrugs reguleert. Hierdoor komt het minder in de handen van de onderwereld te liggen. Daarbij vinden ze het belangrijk dat de juiste voorlichting wordt gegeven. Dit om drugsproblematiek sneller te verhelpen. Op lange termijn ziet FvD het ook wel zitten om bepaalde harddrugs legaal te maken. GroenLinks zou graag zien dat xtc en paddo’s legaal worden. Wat betreft het legaliseren van álle harddrugs staat BIJ1 voor nu op zichzelf. Als het gaat om het legaliseren van softdrugs en wietteelt dan sluiten de VVD, GroenLinks, DENK, SP, PvdA, PvdD, D66, 50+ en FvD zich hierbij aan. De VVD vindt dat iedereen zijn eigen verantwoordelijkheid moet nemen als het om drugs gaat. En dat de overheid niet voor elk individu kan invullen wat goed en wat slecht is. Het legaliseren van wietteelt gaat ervoor zorgen dat de overheid een monopolie heeft op de wietteelt. DENK is het daarmee eens, maar vindt het wel belangrijk dat het gebruik van wiet wordt ontmoedigd. Zoals het roken van een sigaret je bijvoorbeeld wordt ontmoedigd door de afbeeldingen op een pakje sigaretten. D66 wil de coffeeshops graag uit de illegale sfeer zien. PvdA is ervan overtuigd dat drugsgebruikers geen criminelen zijn en ook niet zo behandeld moeten worden. De focus moet meer liggen op hun gezondheid. PvdD stemt hierin mee. Ook zegt PvdD dat er geen nieuwe coffeeshops in de buurt van scholen moeten komen. Maar een verbod op softdrugs gaat tegen de keuzevrijheid van de mens. SP en 50+ willen met het legaliseren van wietteelt een stop op het verdienmodel van de georganiseerde misdaad zetten.
Partijen tegen (soft)drugs:
De overige partijen hebben iets andere standpunten. De SGP vindt namelijk dat het drugsbeleid in Nederland compleet de verkeerde kant op gaat. En het pal tegenover de ontwikkeling van een gezonde levensstijl staat. Zij vinden dat alle coffeeshops moeten sluiten. Samen met PVV en JA21 vindt SGP dat het gedoogbeleid per direct moet worden afgeschaft. En dat het onderscheid tussen soft- en harddrugs moet verdwijnen. De PVV, JA21 en CDA zijn het met elkaar eens en vinden dat drugscriminelen en drugsgebruikers harder aangepakt moeten worden. En de straffen omhoog moeten. CDA wil het gebruik van softdrugs minderen. En de openingstijden van coffeeshops beperken tot buitenschoolse tijden. Om er nog een schepje bovenop te doen zegt JA21 zich actief in te zetten op ‘patsercontroles:’ het opsporen, controleren en innemen van onverklaarbare luxegoederen zoals dure auto’s, merkkleding en sierraden, en ‘naming and shaming’.