Minder Netflixen voor het klimaat? No way zeggen veel jongeren
- Artikel
- 24 sep 2020
- 4 minuten leestijd
Energie besparen door minder te bingewatchen of niet meer voor alles in je leven eerst een YouTube-tutorial te bekijken. De meeste jongeren zien dat niet zitten. Zes op de tien (61 procent) zijn niet bereid om minder films, series of video’s te streamen voor het klimaat. Dat blijkt uit onderzoek van 3Vraagt.
Niet alleen willen de jongeren niet inleveren op hun ontspanning en vermaak, ze vinden vooral dat streamingdiensten zelf moeten investeren in het vergroenen van datacenters. Voor het streamen van films, series en video’s is een enorme hoeveelheid data-opslag nodig en dat kost veel energie. Daarbij heeft het produceren van apparaten om op te kijken, zoals laptops en smartphones, ook een grote impact op het milieu.
Minder vliegen, korter douchen en vintage kopen
Jongeren zijn wel bereid om andere maatregelen te nemen voor het milieu en klimaat. Zo zegt de helft de fiets of het ov te gebruiken in plaats van een auto (56 procent), het gebruik van single use plastic als rietjes en flesjes te beperken (55 procent), weinig spullen te kopen (53 procent) of, ook buiten coronatijd, zelden tot nooit in het vliegtuig te stappen (50 procent).
Over sommige aanpassingen zijn jongeren verdeeld. Zo zegt 38 procent weinig of geen vlees te eten, terwijl een gelijke groep (38 procent) absoluut niet van plan is om hun biefstukje te laten staan. En waar vier op de tien (43 procent) al letten op maximaal 5 minuten douchen per dag, wil een bijna even groot percentage (38 procent) langer onder de warme waterstralen blijven staan.
Vaker tweedehands in plaats van nieuwe kleding kopen is al helemaal weinig populair, de meerderheid (59 procent) piekert daar niet over.
Klimaatbewust leven
Over het algemeen vinden de meeste deelnemers (61 procent) dat ze klimaatbewust leven. Zo zegt iemand: “Ik probeer zo min mogelijk energie te verspillen, recycle me suf, koop geen spullen in Chinese webshops en ooit wil ik een huis met zonnepanelen.”
Vier op tien jongeren (38 procent) zouden zichzelf niet als klimaatbewust bestempelen. Een deel vindt dat ze meer hun best kunnen met het oog op het klimaat: “Ik zou minder vlees kunnen eten of minder vaak op reis gaan, maar dat vind ik echt héél moeilijk. En soms zijn de alternatieven ook duurder.” Anderen vinden het niet nodig om hun levensstijl aan te passen: “Ik doe helemaal niks en ga ook niks doen.”
Zorgen over toekomst
Volgens zeven op de tien jongeren in het onderzoek (72 procent) is wereldwijde klimaatverandering een probleem. 62 procent maakt zich hier zorgen om. Vooral als het gaat over de gevolgen van extreem weer, stijgende zeespiegel en het uitputten van natuurlijke bronnen. Een grote groep jongeren vraagt zich af hoe leefbaar onze planeet in de toekomst zal zijn voor mens, dier en natuur.
Een deelnemer: “Ik maak me zorgen omdat het duidelijk is dat de aarde dagelijks wordt vernietigd en er geen grote veranderingen lijken te komen. Sommige dingen kunnen nu al niet meer teruggedraaid worden: het kappen van de oerbossen, verliezen van biodiversiteit, de gevolgen van natuurrampen en ga zo maar door.”
Verbeter de wereld, begin bij jezelf
Tweederde (67 procent) denkt dat een verandering in menselijk gedrag het opwarmen van de aarde kan verminderen. Jongeren leggen de verantwoordelijkheid hiervoor als eerste bij grote bedrijven en de overheid, gevolgd door burgers zelf.
“De grootste winst valt te behalen bij de meest vervuilende bedrijven. Overheden zouden hier bovenop moeten zitten, zij gaan over de regelgeving”, schrijft iemand. En een ander: “Iets met verbeter de wereld, begin bij jezelf. Bedrijven en de overheid bestaan ook gewoon uit burgers. We zijn samen verantwoordelijk voor het achterlaten van een leefbare wereld voor volgende generaties. Iedereen kan z’n steentje bijdragen.”
Over dit onderzoek
3Vraagt, onderdeel van het EenVandaag Opiniepanel, stuurt circa eens per maand een vragenlijst aan leden tussen de 16 en 34 jaar. Aan dit onderzoek, gehouden van 18 tot en met 23 september 2020, deden 1867 deelnemers mee. De resultaten zijn na weging representatief voor vijf variabelen, namelijk leeftijd, geslacht, opleiding, stemgedrag en spreiding over het land.