Mensenrechten in de stembus - Armoede
- Artikel
- 15 nov 2023
- 12 minuten leestijd
Op 22 november zijn de Tweede Kamerverkiezingen. Inmiddels hebben alle partijen hun standpunten gebundeld in een verkiezingsprogramma: dikke bundels van tientallen pagina’s vol politiek jargon. Tijd om de hoofdzaken van de bijzaken te scheiden. Welke partij lapt fundamentele rechten aan haar laars? En welke partij dweept met mooie woorden over ‘nieuw beleid’, terwijl het in werkelijkheid gaat over ‘oude’ mensenrechten waar ieder mens ter wereld allang een beroep op mag doen?
De komende weken toetsen wij met behulp van experts de verkiezingsprogramma’s van de acht grootste partijen (in de Ipsos-peiling van 1 november: VVD, NSC, GL-PvdA, PVV, BBB, D66, PvdD en SP) aan de algemene morele en juridische standaard die alle 193 lidstaten van de Verenigde Naties hebben ondertekend: de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM). Dit is het vierde thema uit de reeks: armoede.
Als er één thema is waarover overeenstemming heerst in campagnetijd, is het bestaanszekerheid. Alle partijen, van links tot rechts, zijn het erover eens dat er iets moet gebeuren om de groeiende armoede in Nederland tegen te gaan. Maar als je de lijsttrekkers vraagt hoe dat moet gebeuren, en over welke groep ze zich willen ontfermen, lopen hun antwoorden ver uiteen. We gaan de verkiezingsprogramma’s af samen met Maarten Bouwmeester, promovendus op het gebied van socialezekerheidsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Recht op bestaanszekerheid
Volgens artikel 25 van de UVRM heeft iedereen ‘recht op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder inbegrepen voeding, kleding, huisvesting en geneeskundige verzorging en de noodzakelijke sociale diensten, alsmede het recht op voorziening in geval van werkloosheid, ziekte, invaliditeit, overlijden van de echtgenoot, ouderdom of een ander gemis aan bestaansmiddelen, ontstaan ten gevolge van omstandigheden onafhankelijk van zijn wil’. Artikel 22 van de UVRM stelt bovendien dat sociale zekerheid door ‘nationale inspanning en internationale samenwerking’ verwezenlijkt moet worden.
Met andere woorden: geen mens ter wereld zou in armoede moeten leven en staten moeten daarop toezien. Die essentie staat ook in abstracte termen vastgelegd in de Nederlandse Grondwet. Artikel 20 stelt dat de staat de plicht heeft om zich in te spannen voor bestaanszekerheid, en dat mensen ‘die niet in het bestaan kunnen voorzien’ recht hebben op bijstand. Het artikel laat veel ruimte aan wetgever (de regering en de Staten-Generaal), want de grondwet legt niet vast wanneer een burger te arm is om in het bestaan te kunnen voorzien en onder welke voorwaarden iemand recht heeft op bijstand.
Die abstractie maakt het lastig om de verkiezingsprogramma’s te toetsen. Wanneer spant de staat zich voldoende in om armoede te bestrijden, zoals in de grondwet staat beschreven? Bouwmeester: ‘Er kan wel degelijk sprake kan zijn van mensenrechtenschendingen in de sociale zekerheid. Kijk maar naar de toeslagenaffaire. Hoewel het daarbij bovenal ging om een schending van het recht op gelijke behandeling, zou het schandaal misschien ook wel moeten worden beschouwd als een schending van artikel 20 van de Grondwet.' Ook de Commissie Sociaal Minimum, in 2022 opgesteld na een motie van Pieter Omtzigt, concludeerde na uitgebreid onderzoek dat het sociaal minimum niet in alle gevallen toereikend is.
Daar kan de overheid best wat meer voor verantwoordelijk worden gehouden, zegt Bouwmeester. In de praktijk worden situaties van schrijnende armoede bij de rechter vaak niet behandeld op grond van het grondrecht op sociale zekerheid of bijstand. Maar: dat kan wel. ‘Hoewel het niet gebruikelijk is, kunnen rechters op basis van artikel 20 van de Grondwet kritisch toezien op hoe de overheid burgers behandelt, bijvoorbeeld in het gemeentelijke bijstandsbeleid.’
‘Als je het zo bekijkt, kun je ondanks de grote verschuiving naar bestaanszekerheid wel degelijk kritisch naar de verkiezingsprogramma’s kijken in het licht van mensenrechten, bijvoorbeeld naar partijen die ook nu nog pleiten voor verlagingen van uitkeringen of een verstrenging van voorwaarden,’ zegt Bouwmeester. Met die blik lopen we de verkiezingsprogramma’s na.
VVD
Zelfs de liberalen, die het bestaan van ‘echte armoede in Nederland’ tien jaar geleden nog ontkenden, wijden in hun verkiezingsprogramma aandacht aan de druk op bestaanszekerheid. Ze spreken van ‘een verschrikkelijk fenomeen’, namelijk dat ‘een grote groep harde werkers ondanks al hun inzet überhaupt niet rondkomt: de werkende armen. Dat, schrijft de VVD, zou anno 2023 in Nederland niet meer mogen bestaan.
De VVD zet zich dus in voor de ‘hardwerkende Nederlander’. In dat kader wil de partij de belasting op werk verlagen en het minimumloon verhogen met 5 procent. Verder wil de partij de kansen vergroten om door te groeien naar betere banen. Daarnaast wil de VVD de schuldenproblematiek tegengaan, onder meer door ‘buy now, pay later’-constructies tegen te gaan en in te zetten op vroegsignalering.
Interessant is dat de VVD een specifieke voorwaarde voor het ontvangen van bijstand wil verscherpen. De partij pleit voor het verstrengen van de taaleis: je moet aantonen dat je Nederlands spreekt om voor bijstand in aanmerking te komen. ‘Je zou kunnen zeggen dat daar sprake is van schuring met de mensenrechten’, zegt Bouwmeester. ‘Namelijk het recht op gelijke behandeling. Deze taaleis maakt op papier weliswaar geen verschil tussen Nederlanders en niet-Nederlanders, maar sommige critici stellen dat de eis discriminatoir is omdat deze feitelijk alleen immigranten en asielzoekers raakt.’
NSC
Al voor Pieter Omtzigt überhaupt het verkiezingsprogramma van zijn partij had gepresenteerd, was duidelijk dat bestaanszekerheid een van de pijlers zou zijn. Daaronder verstaat NSC dat de basisvoorzieningen voor iedereen betaalbaar en bereikbaar zijn. De partij pleit daarom voor een (weinig concrete) ‘herijking’ van het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen, zoals de AOW. Daarnaast wil de partij ‘een ambitieuze start’ maken met een hervorming van het belastingstelsel, zodat het gaat lonen om (meer) te werken. Maar ze zet ook in op minder conventionele maatregelen, bijvoorbeeld dat de regering voedsel- en watervoorraden en een berg contant geld paraat heeft voor tijden van schaarste of nood.
In het verkiezingsprogramma van Nieuw Sociaal Contract is een voorstel opgenomen dat de mensenrechten en de rechtsbescherming van de burger in principe ten goede zou kunnen komen, ziet Bouwmeester. De partij van Omtzigt wil namelijk een constitutioneel hof instellen dat aangenomen wetten kan toetsen aan de grondwet. ‘Dat kan nu niet,’ zegt Bouwmeester. ‘In Nederland moet de wetgever, dus de Tweede en Eerste Kamer en de regering, erop letten dat de wetten die zij maakt niet in strijd zijn met de Grondwet.'
Als dit toetsingsverbod (artikel 120 van de Grondwet) wordt afgeschaft, kunnen rechters wetten ook gaan toetsen aan de grondwet. Dit zou kunnen bijdragen aan een betere bescherming van de burger. Maar hierbij moet wel de kanttekening worden gemaakt dat de partijen die nu pleiten voor constitutionele toetsing (naast NSC bijvoorbeeld ook GL-PvdA) het alleen lijken te hebben over toetsing aan de klassieke grondrechten, en niet de sociale grondrechten (waaronder artikel 20 Grondwet). Bouwmeester: 'Hiermee wordt mogelijk een kans gemist om de werking van sociale grondrechten fundamenteel te versterken.’
GL-PvdA
GL-PvdA wil dat ‘iedereen mee kan doen', en dat er ‘niemand kopje onder gaat’. Om dat mogelijk te maken, wil de partij dat het minimumloon wordt verhoogd, van 12,79 euro naar 16 euro per uur. De AOW en de bijstand stijgen mee. Daarnaast moeten gemeenten extra middelen krijgen om gezinnen met lage inkomens te ondersteunen, en worden de tarieven in de energiebelasting gelijkgetrokken, waardoor consumenten die weinig energie verbruiken minder hoeven te betalen.
Bovendien worden, als het aan GL-PvdA ligt, mensen zonder werk ‘weer behandeld met vertrouwen’. De eis van de verplichte tegenprestatie, de taaleis en de zoektermijn voor jongeren in ruil voor bijstand worden afgeschaft en de sollicitatie- en inlichtingenplicht worden versoepeld. De partij wil een vergelijkbare vertrouwensslag maken in het toeslagenstelsel. Het hele stelsel moet in de ogen van Timmermans op termijn overbodig worden. Als de inkomens en uitkeringen fatsoenlijk zijn, is de gedachte, zijn toeslagen als helemaal niet nodig.
Om uit te zoeken welk alternatief werkt, wil de partij onder meer onderzoek doen naar een basisinkomen. ‘Het idee is dat ze het toeslagenstelsel minder voorwaardelijk en minder gericht willen maken, en daardoor minder complex’, zegt Bouwmeester. ‘Het gevolg is dat je meer geld gaat uitdelen aan mensen die het misschien minder nodig hebben. Dat idee is heel lang ontoelaatbaar geweest, maar wint nu aan populariteit. De toeslagenaffaire en de boodschappenaffaire hebben een duidelijke rol gespeeld in de omwenteling van dit denken.’
PVV
Ook de PVV constateert in een uitgebreide probleemschets dat steeds meer gezinnen, werkend en niet-werkend, door de almaar hoger wordende vaste lasten nog maar met moeite hun hoofd boven water kunnen houden. Negen bondige maatregelen bieden volgens de PVV de oplossing tegen het probleem. Ten eerste komt er een koopkrachtpakket dat de bestaanszekerheid herstelt, bestaande uit onder meer verlaging van de energiebelasting, verhoging van de huurtoeslag en schrappen van de vliegtaks. Daarnaast komt er ‘geen EU-bemoeienis met Nederlandse sociale zekerheid en arbeidsmarkt’ en wordt het makkelijker gemaakt voor zzp’ers om zich betaalbaar te laten verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid en pensioen.
De PVV vaart tegen de stroming in wat betreft de omwenteling naar menselijker beleid en pleit voor een ‘keiharde aanpak’ van uitkeringsfraude. Welke vorm de keiharde aanpak krijgt, is niet uit het programma op te maken. Toch is het, in het licht van de mensenrechten, een maatregel om in de gaten te houden.
BBB
In het hoofdstuk ‘Belasting is prima maar wel eerlijk’ maakt de BBB zich hard voor armoedebestrijding. Niemand mag achterblijven, vindt de partij van Caroline van der Plas. Daarom pleit ook zij voor verhoging van de bijstandsuitkering en het minimumloon. In het verkiezingsprogramma wordt ook gerept van een aanpassing van het belastingstelsel, maar niet uitgeweid over de vorm die een nieuw stelsel zou moeten krijgen. Daarnaast wil de partij de schulden-industrie aan banden leggen, onder meer door gokken te reguleren. Alleen de Nederlandse Loterij krijgt nog een landelijk loterijvergunning; verder mogen alleen kleine loterijen en casino’s met prijzen onder de tienduizend euro blijven bestaan. De plannen zijn weinig concreet, maar van mensenrechtenschending is geen sprake.
D66
‘Iedereen moet kunnen terugvallen op een stevige basis als het leven tegenzit’, schrijft D66 in een uitgebreid bestaanszekerheid-hoofdstuk. Om die stevige basis te garanderen, wil D66 het minimumloon verhogen naar 17,50 euro in 2028. De bijstand stijgt mee en de AOW wordt verhoogd. Kinderopvang wordt ‘bijna gratis’. Daarnaast oppert D66 het idee voor een individueel basisbedrag voor iedere meerderjarige volwassene, die afhankelijk van de inkomsten kan worden verzilverd als heffingskorting of in geld wordt uitgekeerd.
Mede dankzij die maatregelen, stelt de partij, wordt de financiële zekerheid versterkt en kan het overbodig geworden toeslagenstelsel plaatsmaken voor een ‘eenvoudig, overzichtelijk en rechtvaardig’ nieuw stelsel. Zo'n stelsel zou burgers wellicht een betere bescherming kunnen bieden tegen mensenrechtenschending.
PvdD
De Partij voor de Dierenwil niet alleen armoede van vandaag de dag tegengaan, maar ook de bestaanszekerheid van toekomstige generaties garanderen. De transformatie naar de nieuwe groene economie die de partij voor ogen heeft, waar fossiele subsidies niet bestaan en de winstbelasting fors stijgt, behoeft zoveel menskracht dat iedereen de overstap kan maken naar passend werk. Het minimumloon stijgt naar 16 euro en de uitkeringen stijgen mee. Ook de PvdD heeft de ambitie om toeslagen af te schaffen en een minder voorwaardelijk en minder gericht, menselijker stelsel te introduceren. Om iedereen van inkomenszekerheid te voorzien, wil de partij een pilot beginnen met verschillende vormen van een basisinkomen - een maatregel met gelijke behandeling als uitgangspunt.
SP
‘Bestaanszekerheid was altijd al een SP-thema', zegt Bouwmeester. ‘Het is opvallend dat ineens elke partij zich aan het thema vastklampt nu ook de middenklasse wordt geraakt. Tegelijkertijd kan je het ook positiever interpreteren, omdat er nu ruimte en politieke aandacht is om fouten in de stelsels fundamenteel aan te pakken.’ De SP doet dat door het minimumloon te verhogen naar 16 euro en de inkomstenbelasting te verlagen voor iedereen tot en met een modaal inkomen. Uitkeringen zoals de bijstand en AOW stijgen mee. Zorg, wonen en kinderopvang worden voortaan voor alle inkomens betaalbaar. Armoede en schulden wil de SP met een landelijk aanvalsplan bestrijden en voorkomen.
Met dat maatregelenpakket wil de partij korte metten te maken met het toeslagenstelsel, en daarmee met ‘het nutteloos rondpompen van geld, met de bureaucratie en zeker ook met het mensen ten onrechte beschuldigen van fraude.’ Heuglijk nieuws voor de bescherming van de mensenrechten.
NB: In een eerdere versie van dit artikel stond dat GL-PvdA het minimumloon 'stapsgewijs' wil verhogen. Dat komt uit het concept-verkiezingsprogramma. In het definitieve programma pleit de partij voor directe verhoging. Dit is aangepast in de tekst.
Deze weken toetsen wij de partijprogramma’s van de grootste acht partijen aan de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM). Lees hier deel 1 over asiel, hier deel 2 over klimaat en hier deel 3 over wonen. Houd onze website, Instagram of YouTube-community-pagina in de gaten.
Meer over de verkiezingen? Check npo3.nl/stemmen