Hoe we een aanval op onze democratie kunnen voorkomen (voordat het te laat is)
- Artikel
- 08 maa 2021
- 12 minuten leestijd
Hoewel de avondklokrellen in Nederland en de aanval op het Capitool in Amerika twee losstaande gebeurtenissen lijken, zijn ze fundamenteel geworteld in hetzelfde: wantrouwen in instituties. Hoe voorkomen we een gelijksoortige escalatie?
Een politieke situatie escaleert niet plotseling, dat gebeurt geleidelijk. Wanneer je een kikker in een pan met kokend water legt, springt-ie er uit. Het is te heet om te overleven. Maar als je het dier in een pan met koud water doet en het water langzaam aan de kook brengt, blijft die zitten. Uiteindelijk gaat de kikker dood, omdat het gevaar te lang niet waarneembaar was. In de Verenigde Staten bereikte het water een kookpunt op 6 januari 2021 in het Capitool in D.C..
Ook Nederland zit in steeds heter wordend water. De vraag is of de bestorming van het Capitool een voorbode is voor een soortgelijke escalatie die leidt tot actie op, bijvoorbeeld, het Binnenhof na onze eigen verkiezingen op 17 maart. Dat er genoeg voedingsbodem is, lijkt met de bereidheid met potten en pannen te demonstreren op het Binnenhof tijdens Rutte’s toespraak in december 2020 en de rellen rondom de avondklok aannemelijk.
Hoewel de avondklokrellen in Nederland en een aanval op een groot democratisch instituut in Amerika twee losstaande gebeurtenissen lijken, zijn ze fundamenteel geworteld in hetzelfde: wantrouwen in instituties. “Daarmee bedoelen we zowel de politieke instituties, en daarmee de democratie, als de rechterlijke macht, de pers en de wetenschap”, vertelt professor Leo Lucassen, directeur van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis.
Eind januari 2021 schreef hij een column in NRC Handelsblad waarin hij onder andere waarschuwde voor de ondermijning van het democratisch stelsel door de retoriek van lijsttrekkers Thierry Baudet (FvD) en Geert Wilders (PVV). “Er is een vergelijkbaar klimaat in de VS en Nederland waarin dit zich afspeelt”, licht hij aan de telefoon toe. “Met name radicaal rechts voedt de erosie van instituties en het wantrouwen erin, via sociale media en andere kanalen, met de bijbehorende complottheorieën.”
Een giftige cocktail
Een ‘tamelijk giftige cocktail’ waarin wordt geroerd, zoals Lucassen het beschrijft. Maar hoe werd die gemixt? Volgens Lucassen heeft dat verschillende oorzaken die elkaar wederzijds beïnvloeden. “Als je naar West-Europa en Noord-Amerika kijkt, is er een deel van de bevolking dat de politiek en de overheid wantrouwt of zelfs afwijst, omdat het sociale contract tussen burger en overheid in hun ogen deels eenzijdig is verbroken. Daarbij gaat het in Europa vooral om het versoberen van de verzorgingsstaat, het flexibiliseren van de arbeidsmarkt en het geïnstitutionaliseerde wantrouwen in de burger, zoals we bij de toeslagenaffaire zien. Het neoliberale beleid dat veel aan de markt wil overlaten en de burger als klant ziet, heeft daar veel aan bijgedragen en het sociale vangnet uitgehold.”
Maar dat is maar één deel. Want we weten dat de aanhang van Donald Trump in Amerika en in Nederland bijvoorbeeld Thierry Baudet en Forum voor Democratie niet alleen uit lager opgeleide of arme kiezers bestaat. Er vlogen tenslotte verschillende mensen met hun privéjet naar Washington D.C. in januari. “Dus ook de middenklasse en hoger hangen deze partijen aan. Daar zien we een ander mechanisme optreden, één dat onderdeel is van een racistische tendens. Namelijk dat men eigenlijk niet bereid is minderheden en migranten als volwaardige burgers, en daarmee diversiteit, te accepteren”, vertelt Lucassen.
“Identiteitspolitiek”, zegt Nugah Shrestha daarover, die het Instagramaccount @politieke_jongeren oprichtte om jongeren te informeren over de politiek. Het account heeft inmiddels bijna zestigduizend volgers. “Dat was de laatste twee verkiezingen ook zichtbaar in Amerika. Mensen stemden voor een politicus en een beleid dat eigenlijk hun eigen vooruitgang in de weg stond, omdat ze liever op iemand stemmen die hun sociale identiteit waarborgt. In Nederland lijken bijvoorbeeld minder betaalbare huisvesting, duurdere zorg, hogere leefkosten en verminderd toekomstperspectief voor jongeren ook een minder belangrijke rol te spelen bij het stemmen.”
Wat je aandacht geeft, groeit
“En”, vult Devika Partiman, oprichter van de stichting Stem op een Vrouw, later aan, “we moeten de normalisering van radicale standpunten niet vergeten.” Dat punt halen ook Lucassen en Shrestha aan, maar Partiman dicht het specifiek toe aan de verkiezing van Trump in 2016. “Kort daarna zag ik grote kranten redactioneel commentaar plaatsen dat ze die verkiezing niet aan hadden zien komen en ze dus hun lezers en het Amerikaanse volk wellicht niet zo goed kenden als gedacht. Ze kondigden aan namens de journalistiek het volk beter te proberen te begrijpen en vertegenwoordigen. Hoewel ik op dat moment goed begreep wat ze wilden bereiken, heeft die aanpak er nu denk ik toegeleid dat extreemrechts een veel groter podium heeft gekregen.”
“We denken dat we in touch moeten blijven met iedereen. Maar wat je aandacht geeft, groeit. De meest radicale opmerkingen zijn we daardoor minder radicaal gaan vinden."
Opiniemakers die het democratisch stelsel wilden eroderen en de journalistiek en rechtsstaat aantasten, werden gehoord. “En dat zie je in Nederland ook steeds meer”, legt ze uit. “We denken dat we in touch moeten blijven met iedereen. Maar wat je aandacht geeft, groeit. En de meest radicale opmerkingen zijn we daardoor minder radicaal gaan vinden. Dat wordt in het kader van de vrijheid van meningsuiting gezien als iets positiefs, maar binnen de één zijn vrijheid van meningsuiting kunnen de rechten van een ander worden geschonden, want discrimineren mag bijvoorbeeld wettelijk niet.”
Een belangrijke reden voor het heter wordende water in Nederland is ook het zogeheten ‘voet-tussen-de-deur-fenomeen’, in 1966 geclaimd door psychologen Jonathan Freedman en Scott Fraser aan de Stanford University. Het fenomeen gaat over de neiging van mensen om medewerking te verlenen aan grote verzoeken, als ze eerst al kleinere verzoeken hebben uitgevoerd. De techniek met dezelfde naam wordt ingezet om mensen te laten doen wat jij wil, waarbij er eerst kleine voorstellen worden gedaan, zoals met potten en pannen kletteren wanneer Rutte het land toespreekt, en later het grote verzoek volgt, zoals civiele oproer.
Dat deed Thierry Baudet expliciet op 18 februari in Katwijk en twee dagen later opnieuw in Vlissingen. Tijdens de campagnebijeenkomst voor Forum voor Democratie riep hij, geheel volgens Trumps draaiboek, toeschouwers op “de vrijheid te heroveren" op 17 maart door het vormen van "het grootste civiele leger dat dit land ooit heeft gekend". Onthaald met heftig geknik, geklap en gejoel. “Maar hij doet niets minder dan een oproep tot een burgeroorlog”, reageert Devika Partiman. “Als Baudet dit soort dingen in elke stad tegen zijn aanhangers blijft zeggen, blijft de kans op escalatie aanwezig. Laten we er dus met zijn allen voor zorgen dat die climax zoals die er in de Verenigde Staten was, hier niet zal plaatsvinden”, zegt Nugah Shrestha.
“We zien helaas steeds vaker dat er in de politiek domweg gelogen wordt."
Hoop door evenredige vertegenwoordiging
Waar Nederland en de Verenigde Staten juist verschillen is reden voor hoop bij Lucassen, Partiman en Shrestha. “Vooral vanwege ons kiesstelsel dat werkt volgens evenredige vertegenwoordiging”, zegt Leo Lucassen. “Het is niet the winner takes all”, zoals in de VS voor de Democratische partij geldt. Devika Partiman legt uit: “Je hebt straks dus niet de helft van de bevolking die het gevoel heeft te verliezen na een verkiezingsuitslag. Dat scheelt. Als een partij wint waar je het niet mee eens bent, zal er namelijk niet gelijk worden gedacht dat het Tweede Kamergebouw nu in handen is van die ene partij en terugveroverd moet worden.”
Maar er moeten wel lessen getrokken worden uit de situatie in de VS om optimistisch te blijven. De belangrijkste volgens Leo Lucassen, Devika Partiman en Nugah Shrestha? Het aanspreken en verantwoordelijk houden van politici op onwaarheden. “We zien helaas steeds vaker dat er in de politiek domweg gelogen wordt”, begint Partiman. “Zo profileert de PVV zich bijvoorbeeld als partij voor de zorg en zwakkeren, maar als je kijkt naar hun stemgedrag in de Tweede Kamer komt daar bijzonder weinig van terecht.” De partij stemde in de afgelopen jaren onder andere tégen het verlagen van prijzen voor geneesmiddelen en vóór hogere eigen bijdragen en bezuinigingen op persoonsgebonden budget en begeleiding in de ouderenopvang. “Het maakt minder uit wat je doet, als je maar zégt dat je iets gaat doen”, concludeert Partiman.
Het is belangrijk juist dat scherp in de gaten te houden, vindt ook Lucassen. “Daar is Timothy Schneider [fascisme Historicus en professor geschiedenis aan Yale University] in Amerika een goed voorbeeld van. Hij trok daar de parallellen met een dictatuur en legde uit dat het in het verleden niet zozeer misging omdat partijen met fascistische denkbeelden te groot werden, maar dat andere partijen te veel meegingen in dat gedachtegoed. Er zal dus een beweging moeten komen die politici erop wijst wanneer ze zich op glad ijs begeven. En dat is ook precies wat je in een democratische samenleving doet.”
In Nederland blijkt uit cijfers van het CBS dat deze verkiezingen 810.000 jongeren voor het eerst mogen stemmen en dus goed zijn voor ongeveer 12 zetels.
Of we die les ter harte nemen, is een tweede. De bal ligt bij politici om niet mee te waaien met de winden van het populisme en extremisme, bij de media om zorgvuldig om te gaan met het podium dat ze hebben en wie ze dat bieden en hoe, maar ook bij ons, de burgers.
Invloed uitoefenen doe je zo
Hoe? Door al deze partijen scherp te houden en – natuurlijk – door op 17 maart te stemmen. Dat gebeurde in de Verenigde Staten ook met succes. Op 7 november 2020 werd Donald Trump verslagen in de race voor het presidentschap door de Democratische Joe Biden. Dat werd onder andere mogelijk gemaakt door de ‘flip’ van Georgia, waar voor het eerst een Democratische president de staat won sinds 1992, dankzij het harde werk en team van politica en stemrechtactiviste Stacey Abrams. Hun uitgangspunt was helder: overtuig met name jonge kiezers van kleur, die voor het eerst mogen stemmen, van het belang van hun stem, ongeacht voor wie die stem is. Ze kregen het voor elkaar 800.000 nieuwe stemmers te registreren, waarna de Democraten de staat Georgia met 10.000 stemmen wonnen.
In Nederland blijkt uit cijfers van het CBS dat deze verkiezingen 810.000 jongeren voor het eerst mogen stemmen en dus goed zijn voor ongeveer 12 zetels. Als je die groep uitbreidt met alle kiezers tot ongeveer 36 jaar gaat het over meer dan 3,6 miljoen kiezers die, als iedereen op 17 maart op komt dagen, in totaal ruim een derde van de 150 zetels in de Tweede Kamer kunnen bepalen. Je hoeft dus geen influencer te zijn om invloed te hebben, het is dit jaar genoeg om iedereen in je omgeving te overtuigen te gaan stemmen.
Zelfs stemmen op een kleine partij die wellicht niet in de Kamer komt heeft zin, want zo zet je wel hun thema’s en daarmee mogelijk voor jou belangrijke punten op de politieke agenda.
Dat is nodig, want als we de peilingen geloven, verandert de samenstelling van de Tweede Kamer ogenschijnlijk nog weinig. Maar, zeggen Partiman en Titia Hoogendoorn, co-auteur van Waarom Je Niet Zomaar Moet Stemmen Waar Je Ouders Op Stemmen, als je politieke verandering wil, is dat nog geen reden bij de pakken neer te gaan zitten. “Er is kans op een hele andere coalitie en dan verandert de meerderheid bij elke stemming op een wetsvoorstel automatisch”, zegt Hoogendoorn.
“En veel namen op de partijlijsten zijn nieuw. Dus, zelfs als de zetels ongeveer gelijk verdeeld blijven, zitten er straks andere mensen in de Kamer en verandert de samenstelling wel degelijk. Er staan al meer vrouwen op de lijsten en er is iets meer diversiteit”, vult Partiman aan. Zelfs stemmen op een kleine partij die wellicht niet in de Kamer komt heeft zin, want zo zet je wel hun thema’s en daarmee mogelijk voor jou belangrijke punten op de politieke agenda.
“Kijk dan na de verkiezingen vooral ook de komende vier jaar aan. Het moment dat mensen toe zijn aan iets radicaal anders dient zich uiteindelijk wel aan”, besluit Partiman. In de tussentijd kun je altijd demonstreren, op sociale media van je laten horen en politici direct mailen. “De adressen zijn openbaar en politici zijn over het algemeen goed te bereiken”, weet Nienke Schuitemaker, werkzaam bij ProDemos en Hoogendoorns co-auteur van het boek Waarom Je Niet Zomaar Moet Stemmen Waar Je Ouders Op Stemmen. “Het beste wat je kunt doen, is je realiseren dat politici ook gewoon mensen zijn. Zoek ze op waar zij zichzelf aanbieden als jouw volksvertegenwoordiger. Want natuurlijk is er veel te zeggen voor het feit dat de overheid meer open zou moeten staan voor jongeren, maar je kunt ook zelf je mond opentrekken."
Beeld: AFP