‘Ik dacht dat ik dom was’: ADHD wordt te weinig herkend bij vrouwen van kleur
Door stereotypes over gender en afkomst krijgen vrouwen van kleur te laat de diagnose ADHD – en dat kan destructieve gevolgen hebben. Redacteur Janet (27) kreeg de diagnose dit jaar en vertelt hoe het haar leven heeft veranderd. "Ik dacht dat ik nooit echt gelukkig zou zijn."
Wanneer mensen naar me kijken, verwachten ze niet dat ik ADHD heb. Ik ben Surinaams-Chinees, vrouw en van nature introvert – heel anders dan het bekende beeld van het hyperactieve witte jongetje dat door de kamer stuitert. Maar door dit soort stereotypes nam ik zelf mijn concentratieproblemen en chaotische gedrag niet serieus – tot ik meerdere burnouts kreeg.
Toen ik in januari mijn diagnose kreeg, werkte ik als journalist in New York. Ik kampte met zware depressie en kreeg antidepressiva voorgeschreven, maar had nog steeds moeite met focussen. Omdat ik mijn opdrachten nooit op tijd af kreeg, werkte ik meer dan 60 uur per week. Elke dag had ik last van hoofdpijn, hartkloppingen, slechte slaap en schouders die zo verkrampt waren dat je me Quasimodo mocht noemen. Mijn kinderdroom om in New York te werken kwam uit, maar ik wilde het liefst van de aardbodem verdwijnen.
Witte jongens
Dus toen ik een artikel las over ADHD bij vrouwen, schrok ik van hoe herkenbaar het was. Continu opgejaagd zijn, slecht luisteren, gebrek aan concentratie (of juist te veel) – ik begreep eindelijk dat het geen nare karaktertrekjes waren, maar een neurologische afwijking die buiten mijn controle lag. Door mijn diagnose is er een enorme last van mijn schouders gevallen. Negen maanden begon ik met behulp van de juiste medicatie en therapie eindelijk mijn leven onder controle te krijgen.
Maar wacht eens even: waarom had geen enkele docent, psycholoog, hulpverlener of arts in de afgelopen twintig jaar ooit iets opgemerkt?
Op elke opleiding, stage en baan werkte ik mezelf kapot, maar ik voelde me nooit goed genoeg.
Na mijn diagnose kwam ik erachter dat ADHD even vaak voorkomt bij jongens als meisjes. Alleen krijgen jongens vaker een diagnose. Criteria zijn lange tijd namelijk gebaseerd op symptomen die vaker bij jongens voorkomen, zoals fysieke hyperactiviteit en impulsiviteit. En laten we afkomst niet vergeten: alles wat we weten over ADHD komt uit rapporten van onderzoeken over vooral witte jongens in Noord-Amerika en Europa.
Aziatische modelminderheid
Als kind zat ik het liefst stilletjes in een hoek te tekenen. Mijn juffen zeiden tegen mijn ouders dat ik niet oplette, vaak uit het raam staarde en slecht luisterde: ik was een klassiek zogeheten inattentief (vroeger ADD genoemd) kind. Maar in plaats van mij te laten testen, dachten mijn juffen dat ik een taalachterstand had. In de kring zei ik namelijk bijna niks, omdat ik continu overweldigd raakte door de drukte. Iedereen praatte door elkaar heen waardoor ik afgeleid raakte, en wanneer ik eindelijk aan de beurt was, vergat ik allang wat ik wilde zeggen. Ik moest de kleuterklas opnieuw doen en kreeg extra bijles in taal. Alleen: ik scoorde altijd goed op toetsen en wist als een van de eersten het hele alfabet uit mijn hoofd. Nooit had ik moeite met school en ondanks mijn ‘taalachterstand’ kreeg ik in groep 8 een gymnasium-advies.
Ik begon te geloven dat ik gewoon ontzettend lui en dom was.
Maar in de derde klas van de middelbare school ging het mis. We kregen meer huiswerk dan ik gewend was, waardoor ik een beroep moest doen op organisatie-skills die ik als ongediagnosticeerde ADHD’er niet had. Het grootste probleem waren de bètavakken, omdat ik voor het eerst écht moest opletten. Elke keer als de docent voor de klas chemische stoffen mengde of met elektriciteitskabels aan de slag ging, zat ik zoals altijd met mijn hoofd in de wolken. Als kind haalde ik zelfvertrouwen uit het feit dat ik makkelijk leerde, omdat ik vond dat ik nergens anders goed in was. Maar nu kelderden mijn cijfers en begreep ik niet waarom.
Zelfs als ik met veel moeite een goed cijfer haalde voor natuurkunde, keek niemand ervan op omdat het van mij – als iemand van Aziatische afkomst, een zogenoemde modelminderheid dus – werd verwacht. Ik voelde me nooit trots. Als het weer mis ging, zeiden docenten: “Als je er nou iets meer moeite insteekt, dan kun je zulke goede cijfers halen. Dit is toch zonde?” Ik begon te geloven dat ik gewoon ontzettend lui en dom was. De derde en vierde klas haalde ik met hakken over de sloot, maar in de vijfde klas werd mijn depressie te zwaar. Ik besloot met school te stoppen.
Rouwen
Mensen die op volwassen leeftijd erachter komen dat ze ADHD hebben, gaan vaak na hun diagnose door een rouwproces. Je vraagt je af hoe je leven eruit had kunnen zien als je jaren geleden de hulp kreeg die je nodig hebt.
Het leek alsof ik mijn leven alsnog op orde kreeg: op mijn twintigste haalde ik mijn vwo-diploma op het volwassenenonderwijs, ging ik naar de universiteit en werd ik later zelfs toegelaten tot een competitief masterprogramma aan Columbia University. Maar ik was jarenlang diep ongelukkig. Op elke opleiding, stage en baan werkte ik mezelf kapot, maar ik voelde me nooit goed genoeg.
“Ik heb jarenlang rondgelopen met de gedachte dat er iets mis was. Maar ik wist gewoon niet wát.”
Door mijn diagnose begin dit jaar wist ik eindelijk waar mijn lage zelfbeeld vandaan kwam. Volgens de Amerikaanse psychiater William W. Dodson heeft een ADHD-kind tegen de tijd dat ze twaalf jaar is gemiddeld zo’n 20,000 meer negatieve opmerkingen gehoord van ouders, docenten en andere volwassenen dan leeftijdsgenoten zonder ADHD. Ook blijken de psychische gevolgen zwaarder voor meisjes dan jongens, omdat wij onze symptomen internaliseren als persoonlijk falen. Vanwege seksistische genderrollen voelen jongens zich vrijer om hun frustraties extern te uiten, terwijl meisjes hun pijn naar binnen richten (godver). Er is daarom een verhoogde kans op depressie, angststoornissen en eetstoornissen. Zelf kreeg ik jarenlang depressie als diagnose, zonder dat artsen door hadden dat mijn klachten grotendeels werden veroorzaakt door mijn ADHD (deze 'misdiagnose' overkomt veel vrouwen trouwens).
Cultureel stigma
Ik hoorde een oudere Chinese kennis ooit zeggen dat witte kinderen losgeslagen waren. “Ze noemen het ADHD en krijgen er pillen voor. Chinese kinderen weten zich tenminste te gedragen.” Die man kraamde altijd al onzin uit, maar toch: ik had ook nog nooit een andere Chinees of Aziaat ontmoet met ADHD.
Daarom was ik geshockeerd toen mijn vriendin Carol (28), die ook Chinees is, zich liet testen op ADHD na het horen van mijn verhaal. Zij is een flapuit, ik luister nooit – maar dat we beiden ADHD-breinen hadden kwam nooit in ons op. “Ik heb jarenlang rondgelopen met de gedachte dat er iets mis was,” zegt ze. “Maar ik wist gewoon niet wát.” Carol’s symptomen werden aangezien voor post-traumatische stressstoornis (PTSS). Vergeetachtigheid, concentratieproblemen en geen orde kunnen houden in je leven zijn namelijk kenmerken van zowel ADHD als PTSS.
“Bij witte psychologen moest ik vaak uitleggen dat ik uit een cultuur kwam waar je als vrouw aan bepaalde verwachtingen moet voldoen.”
Witte psychologen
Die opschepcultuur ziet collega-journalist Charisa Chotoe (27), die dit jaar haar diagnose kreeg, ook in de Surinaams-Hindoestaanse gemeenschap. Maar dan van de andere kant: als ze bij vriendinnen langsging, werden zij met háár vergeleken. Ondertussen worstelde ze zelf jarenlang met depressieve klachten. Pas toen ze naar een niet-witte psycholoog ging, kreeg ze te horen dat ze misschien ADHD had.
“Bij witte psychologen moest ik vaak uitleggen dat ik uit een cultuur kwam waar je als vrouw aan bepaalde verwachtingen moet voldoen,” vertelt ze mij. “Witte mensen kennen die druk niet op de manier zoals wij die kennen.” Omdat de nieuwe psycholoog haar meteen begreep, konden ze sneller naar de kern toe werken.
Nu ik weet hoe ik met mijn ADHD om kan gaan, voel ik eindelijk rust in mijn hoofd.
Terwijl Charisa’s ADHD binnen haar familie jarenlang onopgemerkt bleef, kreeg haar neefje al op jonge leeftijd een diagnose. “In de Hindoestaanse gemeenschap worden jongens meer vertroeteld,” vertelt ze. Charisa begon op vmbo-kader en werkte zich op naar het hbo, maar omdat ze thuis rustig was en alles goed leek te gaan, checkte niemand bij haar. “Maar ik studeerde al zo lang,” zegt ze. “Ik ben na mijn diagnose daarom erg boos en verdrietig geweest dat niemand me daarmee had geholpen.”
Zonnige toekomst
Als vrouwen van kleur krijgen we binnen én buiten onze gemeenschap te maken met culturele onwetendheid. Het is daarom belangrijk om rolmodellen te hebben zoals de Afro-Amerikaanse René Brooks (oprichtster van ADHD-Facebookpagina Black Girl, Lost Keys) en de Japans-Amerikaanse Tracy Otsuka (host van podcast ADHD for Smart Ass Women). We moeten af van het achterhaalde beeld dat ADHD een hyperactief (wit) mannending is. Ook onder hulpverleners, therapeuten en onderwijzers moet er meer bewustzijn komen, zodat we niet nog een generatie van vrouwen verliezen aan ongediagnosticeerde ADHD.
Jarenlang dacht ik dat ik nooit echt gelukkig zou zijn. Maar nu ik weet hoe ik met mijn ADHD om kan gaan, voel ik eindelijk rust in mijn hoofd. Vrienden en familie merken dat ik sinds mijn diagnose socialer, vrolijker en zelfverzekerder ben. Ik lijk een heel ander persoon, maar eigenlijk ben ik juist meer mezelf geworden. Het is niet makkelijk om meer dan twintig jaar aan geïnternaliseerde negatieve gedachtes over jezelf af te leren, maar het is zeker mogelijk: elke dag zet ik een kleine stap om mezelf meer te accepteren.