De bi+ gemeenschap staat op: “Ik wil niet dat mensen mij als hetero zien, want dat ben ik niet”
- Artikel
- 04 mei 2021
- 8 minuten leestijd
Ongeveer één miljoen Nederlanders heeft biseksuele gevoelens en/of ervaringen. Uit recent onderzoek van Bi+ Nederland blijkt dat deze mensen vaak tegen de ‘monoseksuele’ norm aanlopen. Ariela is zelf ook queer en ging in gesprek met lotgenoten die dit probleem herkennen.
Wanneer er wordt gesproken over seksuele oriëntatie denken veel mensen nog vaak aan de hokjes hetero en homo/lesbisch, oftewel: de monoseksuele norm, het idee dat mensen zich enkel tot één gender aangetrokken voelen. Maar personen buiten deze monoseksuele norm zijn lang ‘onzichtbaar’ geweest (en gemaakt), zowel in het dagelijks leven als in beleidstukken en wetgeving.
Voor deze mensen is er de term bi+, dat is iedereen die zich identificeert als biseksueel, queer, panseksueel en/of fluïde, maar ook personen die zich identificeren als hetero- of homoseksueel en lesbisch, ondanks dat zij ook biseksuele gevoelens ervaren.
Jantine van Lisdonk is antropoloog in seksuele- en genderdiversiteit en medeoprichter van Bi+ Nederland, een nieuwe organisatie die zich inzet voor iedereen die bi+ gevoelens en ervaringen heeft. Zij bevestigt dat bi+ personen lang onzichtbaar zijn geweest, ook onder onderzoekers en beleidsmakers: “De aanname was vaak dat je óf een heteroseksueel leven leidt óf een homo of lesbisch leven, met eventueel dezelfde problemen.”
Uit de LHBT-monitor 2018 van het Sociaal en Cultureel Planbureau is gebleken dat dit niet het geval is. Een van de belangrijkste conclusies was dat met name transgender personen (man, vrouw en non-binair) en biseksuele personen meer gezondheidsproblemen krijgen dan anderen binnen de queer gemeenschap. Dat neemt natuurlijk niet weg dat ook andere personen binnen de LGBTQIA+-gemeenschap tegen gezondheidsproblemen aanlopen. Maar het geeft wel aan dat het belangrijk is om ook specifieke aandacht te geven aan bi+ personen.
Uit het onderzoek van Bi+ Nederland is nu ook gebleken dat bi+ mannen (in vergelijking met bi+ vrouwen en non-binaire/genderfluïde personen) meer last hebben van geïnternaliseerd stigma, terwijl bi+ vrouwen en non-binaire/genderfluïde personen juist meer last hebben van bi-erasure, wat wil zeggen dat over de laatste groep vaker wordt gedacht dat ze in de war zouden zijn of dat ze in een fase zouden zitten.
Ruim 80% van de bi+ vrouwen en non-binaire/genderfluïde personen wil dan ook dat hun seksuele oriëntatie serieuzer genomen wordt, en ruim 70% van hen zou willen dat hun seksuele oriëntatie zichtbaarder was. Daarnaast hebben bi+ vrouwen en non-binaire/genderfluïde personen vaker last van stigma’s van buitenaf. Zo krijgt ruim de helft van de bi+ vrouwen en non-binaire/genderfluïde personen regelmatig ongepaste vragen naar hun hoofd geslingerd, en ruim 30% van de non-binaire/genderfluïde heeft te maken met verbaal geweld.
Een leven vol stigma’s
Leroy Kxng (29) heeft veel te maken met stigma’s als Zwart non-binair persoon die zichzelf identificeert als seksueel fluïde en polyamoreus is. “Ik heb nu een relatie met iemand die zich identificeert als vrouw en dan denken mensen dat ik opeens heteroseksueel ben. Terwijl dat al niet kan omdat ik mezelf identificeer als non-binair”, vertelt Leroy.
Hen is polyamoreus en vond het door alle vooroordelen die er zijn over biseksuelen aan het begin erg moeilijk om hiervoor uit te komen. “Mensen denken vaak dat biseksuelen altijd vreemdgaan of niet monogaam kunnen zijn. Ik was bang dat ik dat stereotype zou bevestigen en dat maakte het wel lastig om het te accepteren.” Daarnaast krijgt hen ook te maken met vooroordelen als non-binair persoon, maar is hen zich ook bewust van diens privileges.
“Ik weet dat ik door een groot gedeelte van de wereld wordt gezien als een man, omdat ik masculien representerend ben. Het voelt soms alsof ik mezelf meer moet bewijzen, maar ik ben wie ik ben en ik weet wie ik ben. Maar als ik bijvoorbeeld in een omgeving ben waar ik me minder veilig voel, merk ik dat ik me meer masculien opstel. Daardoor weet ik ook dat ik ruimte moet maken binnen de queer community voor andere mensen. Die krijgen door de manier waarop zij zich uitdrukken of door hoe de wereld hen ziet met meer onderdrukking te maken. Zo krijgen zij ook de ruimte en de vrijheid die ik heb.”
Daarnaast wil hen een voorbeeld geven aan diens nichtjes en neefjes. “Als mijn nichtjes en neefjes gevoelens hebben die buiten de heteronormatieve norm vallen, dan wil ik dat zij niet zo hoeven te worstelen als ik dat moest. Ik wil dat zij zien dat het er mag zijn en dat het er is in onze familie.”
De monoseksuele norm
Laura van der Heide is 26 jaar en loopt ook regelmatig tegen de monoseksuele norm aan. “Ik heb vanaf mijn 21ste vier jaar in een heterorelatie gezeten en daardoor heb ik heel erg getwijfeld over mijn seksualiteit, terwijl ik wel altijd heb geweten dat ik vrouwen ook leuk vind. Ik denk dat ik als tiener liever niet bi of gay wilde zijn, omdat ik het niet moeilijk wilde maken voor mezelf.”
Laura had het in haar vorige relatie bijna nooit over haar seksualiteit, ook omdat haar toenmalige vriend het lastig vond. “Het is niet de reden dat het uitging, maar toen ik er opener over werd, zorgde dat wel voor wrijving. Hij was bang dat ik iets te kort zou komen in een heterorelatie. Achteraf gezien denk ik wel dat mijn vorige relatie me tot een bepaalde hoogte heeft tegengehouden, waardoor ik niet volledig mezelf kon zijn. Dat doet mentaal wel wat met je.”
Sinds het uit is, voelt Laura zich veel vrijer binnen haar seksualiteit – al loopt ze tijdens het daten wel tegen vooroordelen aan, zowel binnen de queer gemeenschap als daarbuiten. “Mensen denken dat het een tussenstation is, een fase waarin ik van hetero naar lesbisch switch. Of ze twijfelen of ik wel echt queer ben, omdat ik er niet queer genoeg uitzie. Maar biseksualiteit mag er gewoon zijn, vind ik.”
Laura merkt dat vrouwen en non-binaire personen soms terughoudend zijn wegens haar eerdere relatie met mannen. “Het voelt soms een beetje oneerlijk dat mensen niet met je willen daten, omdat je weinig ervaring hebt. Maar die ervaring komt er juist ook niet als mensen daarom niet met je willen daten. Ik begrijp het ook wel, zeker als je vaker gebruikt bent als ‘experimentje’. Dan word je natuurlijk voorzichtiger.” Ze pleit dan ook voor meer verhalen van verschillende soorten queer personen. “We leren niet dat queer mensen in alle maten en vormen voorkomen.”
Zichtbare representatie
Eén van die mensen die zich inzet voor zichtbare representatie is Bete van Meeuwen. De 27-jarige fotograaf zet zich zowel online als offline in tegen onrecht. Ze is Zwart, queer en proud, zoals ze zichzelf vaak omschrijft. “Het grootste gedeelte van mijn leven heb ik mij als biseksueel geïdentificeerd. Toen ik hoorde dat biseksuele mensen transfobisch zouden kunnen zijn, begon ik mij meer te identificeren als panseksueel”, vertelt Bete. “Dat betekent niet dat alle biseksuele personen transfobisch zijn”, voegt ze er nadrukkelijk aan toe.
Ze vervolgt: “Later hoorde ik zelfs dat ook dat weer een vooroordeel is over de bi-community. Maar sinds ik me steeds meer uitspreek over maatschappelijke topics, gebruik ik het woord queer. Queer is ontstaan vanuit een politiek statement en dat past nu het beste bij me.”
In een van haar stories op Instagram gaf Bete aan dat ze soms wil schreeuwen dat ze queer is sinds ze in een heteroseksuele relatie zit. Als ik haar vraag waar dat gevoel vandaan komt, begint ze te lachen. “Ik wil niet dat mensen mij als hetero zien, want dat ben ik niet. Ik was altijd overduidelijk queer, omdat ik bijna mijn hele leven serieus heb gedate met vrouwen. Nu ik in een relatie zit met een cisgender man kun je dat niet zien, maar mijn identiteit blijft hetzelfde.”
Online voert ze veel gesprekken met mensen die in een heteroseksuele relatie zitten en die zich daardoor niet bi of queer genoeg voelen. Ze vindt het daarom belangrijk dat er meer representatie komt van verschillende bi+ mensen. “Ik denk dat er meer verhalen en ervaringen gedeeld moeten worden, maar ook gezichten. Zodat je kunt zien dat vooroordelen vaak niet kloppen, en soms ook wel, maar ook zodat je kunt zien dat er niet één soort biseksueel persoon bestaat.”