De natuur gaat niet ten onder aan de mens, maar bloeit juist op, zegt deze bioloog
Plant- en diersoorten die als sneeuw voor de zon verdwijnen dankzij ons? Nou, dat valt wel mee, als we Chris D. Thomas mogen geloven. "We moeten wegblijven van het doemdenken over de biologische wereld, en overgaan op een wetenschappelijk perspectief."
Een misvatting die getuigt van enige zelfoverschatting: de mens is het slechtste wat de natuur kon overkomen. Veel te pessimistisch, verzucht de Britse bioloog Chris D. Thomas via Skype. “Kijk óók naar wat wij de natuur hebben gebracht.” De bebrilde professor, verbonden aan de Universiteit van York, vertelt me dit natuurlijk niet zomaar: Chris bracht onlangs zijn eerste boek uit, Inheritors of the Earth, How Nature Is Thriving in an Age of Extinction – inderdaad, over deze stekelige stelling.
Daarin betoogt hij: wij mensen klampen ons onterecht vast aan het idee dat we Moeder Natuur zoveel mogelijk moeten houden zoals ze is, of nog erger, terug moeten vormen naar haar ‘oorspronkelijke’ staat – wat dat ook mag zijn. Moeder Aarde heeft daar namelijk geen boodschap aan, zegt Chris: de natuur verandert, past zich al millennia, nee miljarden jaren aan – en had dat ook gedaan zonder ons gewone stervelingen. Natuurlijk, we spelen wel een rol, maar zijn een kleine schakel in een vele malen groter geheel, dat sowieso de nodige gedaanteveranderingen ondergaat. Daar moet ik maar aan wennen, zegt Chris – en jullie ook.
Waar moeten we precies aan wennen, Chris?
“Dat we leven op een planeet die al fundamenteel is veranderd door de mens, dus er bestaat helemaal niet zoiets als een mensvrije natuur. Het klopt dat door ons toedoen de omgeving flink is veranderd. En ja, dan blijken de omstandigheden niet meer geschikt voor alle plant- en diersoorten, die dan verminderen in aantal of helemaal verdwijnen. Zo is het leven.”
Ik lees met enige regelmaat alarmerende verhalen met een iets andere insteek.
“Klopt. Het verdwijnen van soorten baart veel milieuactivisten en natuurbeschermers zorgen. Maar wat ze er niet bij vertellen, is dat een nieuwe omgeving met nieuwe omstandigheden weer levensvatbaar wordt voor andere soorten. Wist je dat door toedoen van de mens het totale aantal plant- en diersoorten in Engeland alleen al omhoog is gegaan met 2000?”
Nee, eerlijk gezegd niet.
“Soorten verdwijnen en verschijnen, en onderaan de streep constateer ik een flinke winst. Deze voordelen - gecreëerd door de mens - worden zelden belicht.”
Hoe komt dat, denk je?
“Het tegenargument van de meeste natuurbeschermers is niet biologisch van aard, maar meer een door gevoelens ingefluisterde houding. Zo van: ik vind die 2000 nieuwe soorten gewoon niet leuk. Een culturele houding, niet een analyse van beschikbare data. Want daaruit blijkt: er zijn meer plant- en diersoorten dan ooit tevoren. Mensen hebben er meer problemen mee dat die soorten op verschillende momenten in Engeland zijn gekomen. Bijna alle dieren en planten zijn hier gekomen in de laatste 10 tot 15 duizend jaar, toen het wat warmer werd. Natuurbeschermers zeggen dan: deze soort kwam hier tweehonderd jaar geleden, dat vinden we niets, omdat het hele ecosystemen verandert. Dat heeft weinig te maken met wetenschap. Ik bedoel: dieren en planten die hier duizend jaar geleden zijn gekomen, wat vinden we daar dan van? Zijn die al native genoeg? Of die 10 duizend jaar geleden?”
Als de mens er niet was geweest, hoeveel mussen zouden er dan door Nederland vliegen, anno 2018? Nul
En toch betogen hele volksstammen dat we de biodiversiteit vakkundig naar de gallemiezen aan het helpen zijn.
“Kijk eens uit je raam? De mussen die je in Nederland ziet rondvliegen, leefden oorspronkelijk op de steppen van West-Azië. Ze begonnen zich te nestelen in de buurt van ons mensen omdat ze zich goed konden voeden met de zaden en etensresten die wij weggooien. Zo zijn mussen verspreid geraakt over de hele wereld. Als de mens er niet was geweest, hoeveel mussen zouden er dan door Nederland vliegen, anno 2018? Ik zal je helpen: nul. Bijna alle plant- en diersoorten om je heen kunnen leven in een omgeving die bijna geheel of compleet door mensen is aangepast. In essentie hebben wij een omgeving gecreëerd die geschikter is voor mussen dan de wereld ervoor. Dat pleit eerder voor dan tegen ons.”
Maar je kunt de impact van veranderingen door menselijk handelen toch niet ontkennen–
“ –dat doe ik ook niet! Begrijp me niet verkeerd, ik ben nog steeds pontificaal tegen het onnodig laten uitsterven van plant- en diersoorten.”
Er wordt gesproken over een naderende massaextinctie, de zesde in de geschiedenis. Dat is toch zeker geen kletskoek?
"Ik denk dat het nog te vroeg is om te zeggen. Het gaat nog een paar duizend jaar duren voordat we weten of het gelijk kan staan aan de vorige grote massaextincties.”
Het schijnt met deze snelheid in pakweg 10 duizend jaar over te kunnen zijn voor driekwart van het leven op planeet aarde.
“Het is snel, maar 10 duizend jaar is geologisch gezien niets. 10 miljoen jaar ook niet. Ik ontken niet dat extincties gebeuren. Maar ik weet niet wat we de planeet precies gaan aandoen, in een dergelijk tijdsvlak.”
In ieder geval de ecosystemen overhoop gooien, vermoed ik.
“De ecosystemen veranderen, bedoel je. Wat we kunnen stellen is dat alle toekomstige biologische gemeenschappen op de planeet zullen ontstaan uit de afstammelingen van de soorten die we op dit moment hebben. En daarom strijd ik ervoor dat we de snelheid waarin soorten uitsterven moeten minimaliseren. Maar zelfs soorten die met uitsterven worden bedreigd, kunnen floreren. De Monterey-denneboom in Californië was een zeldzame soort; hartstikke bedreigd. Die werd vervolgens geplant in Nieuw-Zeeland, Australië, Zuid-Afrika, Chili en Argentinië. Het is nu de meest belangrijke boom voor bebossing op het hele zuidelijke halfrond.”
Je blijft in je boek herhalen: kijk niet alleen naar de verliezen, maar ook naar de pluspunten. Beschouw je jezelf als activist?
“Dat is een goede vraag. Ik ben vooral een wetenschapper die informatie presenteert die tegenwicht biedt aan het standaard-geluid over biologische verliezen. Nogmaals: ik ontken niet dat die er zijn. Ik zie alleen niet in waarom we zouden moeten aannemen dat de biologische winst op de een of andere manier slechter is dan het verlies. Als je je als natuurbeschermer afvraagt hoe je die verliezen moet stoppen, dan moet je je ook vragen hoe je de winst bevordert, vind ik. Maar wat ik persoonlijk denk, maakt uiteindelijk niet zoveel uit. Het is een sociale beslissing die ons doet besluiten welke verliezen en winsten we belangrijk vinden.”
Je pleit in ieder geval voor een andere manier van kijken naar de materie.
“Klopt. Ik wil dat we collectief wegblijven van het pessimistische doemdenken over de biologische wereld, en overgaan op een wetenschappelijk perspectief. Zoals ik al zei, hoor ik vaak: we moeten de boel de boel laten, er mag zo min mogelijk veranderen. Maar wij hadden de wereld honderd jaar geleden al flink op z’n kop gezet, hoor. We hadden al de meeste van de grootste zoogdieren van de planeet gevaagd, vele planten- en diersoorten van het ene continent naar het andere verplaatst, en onze graslanden en bossen omgetoverd tot gewassen en weilanden. En toch blijven we dromen over een wereld van een eeuw geleden – op de een of andere manier vindt men dat de ‘ideale’ staat van de planeet.”
De Monterey-denneboom. Foto: Michael Field/AFP/ANP
“Hartstikke leuk natuurlijk, alleen druist het in tegen de evolutie. Die verandert de natuur constant en zorgt voor een competitie tussen soorten, die bepaalt wat er overleeft en wat niet. Verliezen horen erbij. Het idee dat de mensheid op de een of andere manier evolutie kan stoppen: belachelijk. Dat is niet hoe biologie werkt. We kunnen niet kiezen voor géén verandering, en dat hebben we ook nooit gekund.”
Waar komt dat idee dan toch vandaan?
“Ik vermoed dat de meeste wezens waar jij mee omgaat, mensen zijn. Dat maakt je niet speciaal hoor, het geldt ook voor bijvoorbeeld leeuwen: die brengen hun tijd ook het liefst door met leeuwen. Soort zoekt soort, en bijna elk soort ziet zichzelf als speciaal. Ook wij complexe dieren neigen ernaar onszelf te zien als los van de rest van de natuur.”
“Maar als evolutionair bioloog geloof ik dat mensen en de natuur evolueren binnen één biologisch systeem. Onze acties zijn niet onnatuurlijk. Verrassend en bizar; ja, maar onnatuurlijk? Nee.”
Hoe moeten we dan naar de toekomst kijken, Chris?
“We moeten verandering in de natuur leren waarderen. We hebben bepaalde keuzes over welke richting we opgaan en de snelheid waarin veranderingen plaatsvinden, maar we weten zeker dat de natuur blijft gaat veranderen. Nogmaals: we moeten die verandering omarmen.”