In corona-lockdown met smetvrees, straatvrees of op een afgelegen plek: hoe is dat?
- Artikel
- 13 mei 2020
- 7 minuten leestijd
“Er werd altijd een beetje lacherig gedaan over dat ik zo bang was voor elk hoestje. Nu is iedereen het.”
Thuisblijven, afstand houden, geen handen schudden en in je elleboog niezen: de nieuwe omgangsregels van de ‘intelligente lockdown’ worden als Duitse naamvallen in ons bewustzijn gestampt. De maatregelen gelden voor ons allemaal, maar de impact en gevolgen zijn voor iedereen anders. Wij spraken met drie mensen voor wie de maatregelen niet nieuw zijn. Door respectievelijk smetvrees, een geïsoleerde woonplek en een vorm van straatvrees zijn Susanne (36), Assa (36) en Myrthe (37) al ver voor Covid-19 het voorschreef gewend aan griepvirussen ontwijken, afstand houden en thuisblijven.
Straatvrees
Myrthe (37) heeft PTSS (een posttraumatische stressstoornis) waarvoor ze intensieve therapie volgt. Werken zit er al even niet meer in. Ogenzienlijk normale dingen als met het openbaar vervoer reizen of naar de supermarkt lukte een tijd helemaal niet.
Myrthe: “Met mijn therapeut maak ik altijd grappen over het feit dat je, wanneer je zoveel anxiety hebt als ik, altijd maar bang bent voor dingen – maar juist op het moment dat er echt iets gebeurt, dan ben ik vaak heel rustig. Dat zie je ook in de film Melancholia van Lars Von Trier tussen twee tweelingzussen. Eentje heeft alles goed voor elkaar, de ander is heel depressief. Op het moment dat de aarde dreigt te verdwijnen door een botsing met een andere planeet is de gelukkige zus in paniek, terwijl – inderdaad – de depressieve zus er enorm kalm onder blijft. Het is natuurlijk gechargeerd voor de film, maar soms voelt het wel alsof ik niet zo snel bang ben. En dat terwijl ik dus juist met zoveel angst en anxiety heb te maken, grappig hoe dat werkt.”
“Maar door de coronamaatregelen kan ik een deel van mijn therapie niet meer face to face volgen. Een van de twee verschillende therapieën die ik volg is EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing); we zaten net in een vrij intensieve fase daarmee, dus het was wel even slikken toen dat niet meer door kon gaan. Gelukkig blijf ik wel telefonisch therapie volgen. Maar het is nu meer onderhoud, je kan niet echt met iets aan de slag.”
“Nu zie ik veel mensen om me heen die het zwaarder hebben dan ik door de maatregelen: vrienden die hun onderneming kwijtraken, maar ook mensen die nu helemaal niet de therapie kunnen volgen die ze zo hard nodig hebben. Voor mij persoonlijk is de impact een stuk kleiner. Ik voelde me altijd een beetje de odd one out, maar nu zie je niet meer de hele dag wat je mist en waar je niet bij bent. Dat geeft me ook rust.”
“En nu alles stilligt ben ik misschien wel meer buiten dan voorheen. Ik woon vrij centraal in Amsterdam en vind het heerlijk om door de stad te wandelen. Nu het rustiger is zie je nog beter hoe mooi de stad is.”
Isolatie
De half Nederlandse, half IJslandse Assa (36) woont in Akureyri in het noorden van IJsland. Voor IJslandse begrippen is het een stad, maar met de 18.000 inwoners is dat een ruim begrip. Ter illustratie: Amsterdam telt meer dan 5200 inwoners per vierkante kilometer, in Akureyri zijn dat er 114.
IJsland kwam net uit het winterseizoen toen corona zijn intrede deed. De wintermaanden in het noorden van IJsland zijn donker en temperaturen schommelen tussen de -10 en -25 graden. Veel mensen moeten een half uur tot een paar uur reizen om boodschappen te doen en in de winter kan het zomaar zijn dat wegen onbegaanbaar blijken. Sinds 4 mei zijn in IJsland bijeenkomsten met maximaal vijftig mensen weer toegestaan, kappers en tandartsen mogen weer aan het werk en hogescholen en universiteiten gaan langzaamaan weer open. Ook basisscholen gaan weer open.
Assa: “Afgelopen winter was de strengste winter in achttien jaar. We zijn soms een paar dagen ingesneeuwd geweest en hebben bijvoorbeeld een week lang geen elektriciteit gehad. Vanaf april begint hier het zomerseizoen, maar door corona zitten we nu dus nog steeds binnen. Eigenlijk al vanaf december. Dat is wel lastig. De donkere wintermaanden zorgen bij veel mensen voor depressieve klachten. Wij zijn echt gewend aan de strenge winters, maar ook om dan dus in de zomermaanden juist wel veel naar buiten te gaan en ook veel te reizen. Dat kan nu niet. Hoewel ik erg positief in het leven sta, voel ik voor het eerst het isolement van leven op een eiland.”
“Ik reis sowieso graag, kom ook veel in Nederland waar mijn vader en broers wonen. Daar heb ik altijd enorm naar toegeleefd en toegewerkt, om een leven op te bouwen waar ik mijn werk eigenlijk overal ter wereld zou kunnen doen en dus ook op andere plekken tijdelijk kan wonen. Aan die ideologie begin ik nu wel wat te twijfelen; ik wil niet diegene zijn die een virus verspreid.”
“Gelukkig zijn wij een erg zelfvoorzienend en duurzaam land. We hebben veel schoon voedsel, landbouw, vlees en natuurlijk een enorme visserij. De overheid heeft sinds de pandemie is uitgebroken de leiding overgedragen aan wat wij noemen het ‘Team van Drie’; het hoofd van de gezondheidsdienst, de hoofdepidemioloog van het land en de hoofdcommissaris van politie. Zij geven elke dag een update via een persconferentie op de nationale televisie. Naast de cijfers en regelgeving is de boodschap vooral: samen zijn we sterk, wij kunnen dit aan, hou vol, samen kunnen we de verspreiding van het virus tegengaan. Een hele positieve boodschap.”
“Ik heb ook echt wel geluk dat ik nu hier woon. Doordat we een eiland zijn hebben we goed kunnen isoleren. Maar ook omdat het in onze cultuur zit om te reageren op de natuur, om duurzaam om te gaan met onze grond en voedselvoorziening, en we daarom dus gewend zijn om te gaan met overmacht.”
Smetvrees
Susanne (36) heeft sinds een paar jaar last van smetvrees. Het ontstond tijdens een stressvolle baan waar ze het gevoel had niet ziek te kunnen worden. Bang dat ze achter zou gaan lopen met haar werk sloeg om in angst om ziek te worden.
“Ik vind het niet eens zo vreselijk erg om ziek te zijn, maar de angst óm ziek te worden is wel groot. Het is onderdeel van een controleprobleem en ik ben er ook voor in therapie geweest. Eigenlijk ging het al een stuk beter voordat corona kwam. Ik heb inmiddels ook een andere baan en hoewel ik nog steeds geen kopje thee zal aannemen van iemand die staat te hoesten of snotteren, is het besef er wel dat ziek worden niet het einde van de wereld is.”
“De komst van corona heeft het wel erger gemaakt. Vooral in het begin kreeg ik soms echt paniekaanvallen als ik boodschappen moest doen. In de supermarkt was ik vooral bezig mensen te ontwijken en ik hield dan ook steeds m’n adem even in om niet andermans lucht in te hoeven ademen. Tegen de tijd dat ik bij de kassa was viel ik al bijna flauw.”
“Nu gaat het iets beter. Ergens ben ik ook wel opgelucht dat dit nu de nieuwe norm is. Er werd altijd een beetje lacherig over gedaan, dat ik zo bang was voor elk hoestje of met een boogje om vreemde mensen heen liep op straat. Nu is iedereen het. Ik vind het heerlijk. Die afstand mag er wat mij betreft in blijven. De angst om ziek te worden was altijd al aanwezig en nooit geheel irrationeel; maar nu ineens iedereen bezig is om vooral niet besmet te raken of iemand te besmetten lijkt die angst ineens wel heel rationeel. Ik weet dan ook niet of ik hier, als de maatregelen worden opgeheven, beter of slechter uitkom qua smetvrees.”