De kopstukken van de jonkies van D66 en ChristenUnie kruisen de degens
- Debat
- 06 feb 2017
- 9 minuten leestijd
In aanloop naar de verkiezingen laten we steeds twee voorzitters van jongerentakken met elkaar in debat gaan. Ditmaal: Jarin van der Zande, voorzitter van ChristenUnie-jongeren Perspectief, tegenover Wouter van Erkel, kopstuk van Jonge Democraten, de jongerentak van D66.
Vlak voor het debat vraag ik aan Wouter van Erkel (24), student Ketenmanagement aan de Rijksuniversiteit Groningen en voorman van de Jonge Democraten, wat hij het leukst vindt aan de ChristenUnie. “Ze lijken op ons, zijn eigenlijk een soort gelovige tak van D66,” antwoordt hij glimlachend.
Het heeft weinig impact op de 24-jarige leider van de jongerentak van de Christenunie. Jarin van der Zande, die Crime Science studeert aan de Universiteit Twente, slaat de provocatie af met een compliment. “We verschillen op het vlak van ethiek, maar D66’ers zijn opvallend vaak bereid zich in anderen te verplaatsen. Dat waardeer ik enorm.”
Dan haast Wouter zich te zeggen: “We kunnen inderdaad goed samenwerken met de ChristenUnie, er zijn veel overeenkomsten.”
Daarna zijn de heren het niet vaak meer eens, al worden de verschillen duidelijk in een sfeer van aangename beschaving.
Wouter van Erkel (WvE): “Het is niet zo dat we bij D66 groot voorstanders van gebruik zijn, maar ik geloof wel dat mensen in veel gevallen zelf moeten beslissen wat ze met hun lichaam doen. Wij zijn dan ook voorstanders van gecontroleerd gebruik. We kunnen het afraden en dat moeten we ook doen, maar als mensen ervoor kiezen drugs te gebruiken, is het toch voor iedereen het best als we controle hebben over wat er bijvoorbeeld in een pilletje zit?”
Jarin van der Zande (JvdZ): “Wij zijn hier pontificaal op tegen. Je hebt als overheid een zorgplicht voor de hele samenleving. Goed opgeleide D66’ers kunnen misschien beter met drugs omgaan dan sommige andere Nederlanders. Die moeten we beschermen, in plaats van dat we xtc gaan uitdelen alsof het snoepjes zijn.”
WvE: “Dat is ook niet wat wij voorstellen, ik wil alleen een lans breken voor een veilige omgeving. Die hebben we ook gecreëerd voor gebruikers van tabak en alcohol – die zo mogelijk nog gevaarlijker zijn. Xtc veroorzaakt gemiddeld nul doden per jaar in Nederland; alcohol tweeduizend, tabak twintigduizend. Waarom verbieden we die laatste twee dan niet?”
JvdZ: “Misschien sterven er wel minder mensen door xtc omdat het illegaal is en minder makkelijk te verkrijgen. Van de stelling dat alcohol gevaarlijker is dan xtc wil ik nadrukkelijk afstand nemen, er zijn ook genoeg wetenschappers die dat betwisten. We moeten meer doen aan preventie, niet aan aanmoediging.”
WvE: “We kunnen drugs veilig op de markt brengen. De enige gezondheidsrisico’s die aan xtc zitten, is dat de pillen onzuiver zijn, in een verkeerde dosis worden genomen of gecombineerd worden met andere middelen. Nogmaals: dat is dus veiliger, en daarnaast haal je het uit de hoek van de criminaliteit.”
JvdZ: “Dat is dus niet waar, want 80 procent van de drugs die hier worden gemaakt, exporteren dealers daarna naar het buitenland. Dat vang je met reguleren niet op, want de vraag in het buitenland blijft. Daarnaast moeten we als overheid toch niet in een prijzenoorlog met de onderwereld terechtkomen?”
Links: Wouter van Erkel. Rechts: Jarin van der Zande.
Brandpunt+: Gebruiken jullie zelf eigenlijk wel eens drugs?
JvdZ: “Nee, al werd er om me heen in mijn studententijd goed gebruikt.”
WvE: “Je hebt altijd iemand nodig die nuchterheidsdienst heeft. Ik ben dat in mijn omgeving vaak, want ik heb niets met xtc. Mijn vrienden die het wel nemen willen met me knuffelen en verhalen vertellen. Nou, prima. Ik vind dronken vrienden eerlijk gezegd vervelender.”
WvE: “Ik zeg hardop dat ik eurofiel ben. In Groningen, waar ik zelf vandaan kom, was er tijdens de gemeenteraadsverkiezingen een partij die zei: ‘Jongens, we moeten onafhankelijk worden van de rest van Nederland.’ Iedereen moet daar om lachen, want iedereen realiseert zich: zaken als het Groningse gas of de waddengebieden of de infrastructuur, die kan je helemaal niet zelf oplossen. Daarvoor is samenwerking nodig. Dat geldt ook voor de EU. Op veel thema’s is het evident dat we het niet alleen kunnen: veiligheid, milieudefensie.“
JvdZ: “Van het Europese project ben ik een voorstander, al moeten we niet doorslaan. Natuurlijk is samenwerken nodig. Maar als we iets lokaal of nationaal kunnen besluiten of oplossen, moeten we dat ook gewoon doen. Beslissingen moet je zo dicht bij de burger maken als mogelijk is. Met verdere Europese integratie moet je dus oppassen.”
WvE: ”We maken juist niet genoeg stappen. Omdat de integratie nooit is voltooid, is de EU zo log.”
JvdZ: “Die integratie verloopt juist niet altijd eerlijk. Ik sprak laatst een visser uit Urk. Die ziet nu dat producten uit de Oekraïne hier worden verkocht, terwijl ze daar aan veel minder regels moeten voldoen. Zij kunnen het bij wijze van spreken in de keuken produceren en dan alsnog aan de man brengen. Dat is oneerlijk, op zulke dingen moet je letten. Daardoor wantrouwen mensen Europa.”
WvE: “Veel jonge Nederlanders zijn zo gewend aan studeren in het buitenland en dat soort zaken, dat ze Europa helemaal niet wantrouwen.”
Brandpunt+: "Zijn dat jonge Nederlanders of jonge D66’ers? Uit onderzoek blijkt dat één op de vijf jongeren PVV gaat stemmen."
JvdZ: “En voor die jongeren moeten we dus zorgen dat de EU effectiever wordt, en er kritisch naar kijken. Al blijft de samenwerking natuurlijk nodig en prijzenswaardig.”
Brandpunt+: "Voelen jullie je eigenlijk eerder westerling of Europeaan?"
WvE: “Da’s een pittige. Toch meer westerling, dan. Ik heb in cultureel opzicht meer overeenkomsten met mensen uit Australië of Amerika dan met veel mensen uit de Balkan.”
JvdZ: “Ik ook, om dezelfde argumentatie. Die normen en waarden staan mijlenver af van wat wij willen, en van wat de EU zou moeten zijn. Er zijn er zelfs partijen die Turkije erbij willen. Hallo, de rechtstaat bestaat daar alleen op papier. Ze hebben een democratie, maar dat stelt in de praktijk niets voor.”
WvE: “Het heet niet voor niets sociaal leenstelsel: mensen die het niet kunnen betalen, krijgen gunstige voorwaarden. Het idee is: als jij je studie doorloopt, krijg je een hoger salaris omdat je meer marktwaarde hebt. Als gevolg heb je ook meer draagkracht om je lening terug te betalen.”
JvdZ: “Je zegt net: de marktwaarde van de student. Dat is dus precies wat er mis is met dit stelsel. Wij krijgen straks geen samenleving waarin mensen willen nadenken, filosoferen en zich willen ontwikkelen, maar wandelende nummertjes. Dat rendementsdenken maakt veel kapot.”
WvE: “De dagen waarop de studiefinanciering werd uitbetaald, waren de kroegen het drukst. En er werd weinig nagedacht of gefilosofeerd aan de bar, kan ik je vertellen.”
JvdZ: “Het aantal scholieren dat maar niet gaat studeren omdat het te duur is, ligt hoger dan ooit. Die hebben hier toch geen boodschap aan?”
WvE: “Het was vorige week juist in het nieuws dat er nu meer studenten zijn dan ooit.”
JvdZ: “Dat gaat dan over absolute aantallen, niet over het percentage scholieren dat door het leenstelsel niet gaat studeren. Daarnaast gaan we hierdoor korter studeren, en dat gaat ten koste van onze kenniseconomie. Want zaken als ondernemen en sociale vaardigheden leer je niet in de collegezaal. Studenten moeten de tijd en ruimte krijgen zich naast hun opleiding te ontplooien.”
WvE: “Ik doe mijn bestuurstijd bij de Jonge Democraten volledig op een studielening. Dat is een investering in mezelf en dat vind ik het waard."
JvdZ: "Ja, maar jouw bachelor haalde je op de oude basisbeurs."
WvE: "Dan nog moet ik straks per maand niet meer aflossen dan het gemiddelde telefoonabonnement. En dat verspreid over twintig jaar. Prima te doen, toch?”
JvdZ: “We hebben jarenlang een overheidscampagne op tv gehad. Na reclames over bijvoorbeeld goedkope auto’s kwam er in beeld: pas op, geld lenen kost geld. Jarenlang wilde de overheid schulden inperken, nu jagen we onze jongeren doelbewust de min in. Allemaal. Tenzij ze rijke ouders hebben. Nee, we moeten zo snel mogelijk terug naar de basisbeurs.”
WvE: “Daar ben ik het helemaal mee eens. Als liberaal vind ik dat iedereen recht heeft op zelfbeschikking, dat iedereen zelf mag bepalen wanneer het genoeg is geweest. Het voorstel van D66 is: vanaf 75 jaar mag je aan een gecontroleerd levenseinde beginnen. Zelf zie ik eigenlijk geen leeftijdsgrens. Dit is meer een eerste stap om een euthanasiewet acceptabel te maken.”
JvdZ: “Ik kan hier heel slecht tegen. Er zijn onoverkomelijke bezwaren op het gebied van maatschappelijke impact. Denk aan de gevolgen voor naasten, voor artsen. Het is triest dat we het er serieus over hebben of we het makkelijk moeten maken voor mensen om uit het leven te stappen.”
WvE: “Je moet niet doen alsof ik er makkelijk over denk. Een euthanasiepil is geen Mentos die je argeloos achterover tikt. Mensen denken er lang over na, nemen een zware beslissing omdat ze een waardig einde willen.”
JvdZ: “Een zogenaamd waardig einde waar veel anderen onder zullen lijden. Dan leven we straks in een land waarin wat je zelf fijn vindt voorop staat, en de rest je geen reet meer uitmaakt. Je maakt onderdeel van iets uit. Van een gemeenschap, van een familie, van een vriendenkring. Zelfbeschikking staat wat dat betreft haaks op verbondenheid.”
WvE: “Jij kan toch niet bepalen of iemands leven waardevol is? Dat is aan het individu. Sommige mensen willen gewoon niet aftakelen achter de geraniums. Sommige mensen hebben te veel pijn, of zijn letterlijk doodongelukkig.”
JvdZ: “Geld en aandacht moet dan ook gaan naar het oplossen van dat ongeluk. We moeten meer doen als overheid om mensen te helpen, we moeten meer doen als burgers door ons om bijvoorbeeld eenzame ouderen te bekommeren. Laten we die wet niet verruimen, maar onze energie gebruiken om te voorkomen dat mensen er überhaupt gebruik van willen maken.”