Wat je leert als je vijftien jaar kunst met daklozen en gebruikers maakt
- Artikel
- 29 apr 2019
- 7 minuten leestijd
Kunstenaars Saskia Janssen en George Korsmit maken al vijftien jaar kunst met gebruikers, daklozen en studenten van de kunstacademie. Ze strijden al die tijd tegen stigma’s die rusten op verslaving en dakloosheid - wat maakten ze mee, en wat kunnen we van ze leren?
Dat er tegen daklozen en mensen die met drugsverslaving kampen flinke, niet kloppende vooroordelen leven weten kunstenaars Saskia en George als geen ander. Zij maken met de Rainbow Soulclub wekelijks kunst met mensen die dak- of thuisloos zijn, gebruikers en studenten van kunstacademies. En dat op vrijwillige basis. Afgelopen zaterdag was het eindfeest van hun jongste expositie (‘Re-arrangement of Priorities #2’). Een mooie aanleiding om eens een gesprek te hebben over de stigma’s over dakloosheid en verslaving en de vraag wat Rainbow Soulclub precies doet.
Saskia: “De Rainbow Soulclub komt sinds 2005 een keer per week samen in Blaka Watra, een Amsterdams inloophuis van de Regenboog Groep voor dak- en thuislozen en mensen met verslavingsproblemen. Er is een inloopruimte met koffie en maaltijden en een speciale gebruikersruimte waar in een besloten en veilige omgeving drugs gebruikt kunnen worden - het gaat dan vaak om crack of heroïne. Twee maal per week op vaste tijden maken we een tafel in de inloop waar aan getekend kan worden. Daar zitten we wekelijks – ook met onze studenten, George en ik geven allebei les op kunstacademies - om een creatieve uitwisseling van ideeën mogelijk te maken. We eisen niet dat er kunst gemaakt wordt, het gaat erom op menselijke wijze met elkaar om te gaan, iets van elkaar te leren. Er wordt van alles ondernomen, soms gaan studenten en cliënten samen wandelen, anderen doen samen activistisch werk, weer anderen kopen grote blokken klei en gaan daarmee aan de slag, en er wordt van nature veel geschilderd en getekend.”
George: “Het is niet dat we iets maken óver mensen, maar meer iets maken of samen doen mét mensen. Aan die werktafel in de inloop kan iedereen alles doen, iedereen is welkom om aan te schuiven. De tafel is dan een kalme oase in de hectische inloop, het heeft ook een positieve rustgevende werking op degenen die niet direct meeschilderen. De tafel staat pal midden in de ruimte en iemand noemde het laatst een meditatie-eiland."
Leden van de Rainbow Soulclub
Het klinkt als een humanistische levenskunst-project.
Saskia: “Ja, dat klinkt wel juist. Dit project gaat niet over dakloosheid of verslaving. Wij komen daar niet om mensen te genezen of te rehabiliteren of iets dergelijks. Studenten die nieuw zijn zeggen na hun eerste dag vaak dingen als: ‘Wow, iedereen was zo aardig en slim en sociaal!’ En daar zijn we het volkomen mee eens, maar dat geeft ook aan dat de verwachting tegenovergesteld was - dat ze van te voren het idee hadden er asociale, onvriendelijke mensen te ontmoeten. De conclusie moet zijn: het zijn mensen als jij en ik, die ergens in het leven een andere afslag hebben genomen. Het kan je moeder, je broer of jezelf zijn die daar zit. Eén echtscheiding of het verlies van je baan kan je al dakloos maken.”
George: “Als je regelmatig in de Amsterdamse inloophuizen komt en steeds opnieuw dingen doet met andere mensen, merk je dat de categorie ‘dakloze’ heel snel betekenisloos wordt. Als je tien mensen hebt, heb je tien verschillende levensverhalen. ‘De’ dakloze bestaat niet.”
Saskia: “Een voorbeeld van de talloze vooroordelen waar gebruikers mee te maken krijgen?
Mensen wantrouwen hen. In de tram komt niemand naast ze zitten of mensen houden ineens stevig hun hand op hun tas, of in winkels worden ze direct achtervolgd door security, terwijl verslaafden ook gewoon boodschappen doen.”
George: “Een verslaving is eigenlijk als een ziekte. Gebruikers zijn verder normaal, behalve als ze hun spul -hun medicijn- niet hebben. Dan worden ze ziek. Dat is naar om te zien. Maar na het roken is het weer normaal, kan je weer prima verder praten en werken.”
Is het in die jaren nooit voorgekomen dat een student mee drugs ging gebruiken?
George: “Ik heb het al die jaren nooit gezien. Natuurlijk weet ik dat studenten zelf ook weleens drugs gebruiken, dus we letten er wel een beetje op, maar we hebben het nog niet meegemaakt. Ik denk ook dat het eerder als een waarschuwing werkt, niet als een verleiding.”
Saskia: “De jongens in de gebruikersruimte letten ook op ze, ze zorgen goed voor de studenten. Dat vind ik heel lief. Soms zijn er weleens plannen geweest waarvan ik dacht: hmm, is dat veilig? Er zijn mensen die aan de rand van de stad in een caravan wonen en heel jonge studenten hadden het plan opgevat om daar ‘s avonds mee naar toe te gaan. Dat leek me geen goed idee. Een keer heb ik echt iets verboden: een student had met iemand samen een tatoeage-apparaat gemaakt dat ze vervolgens echt wilden gebruiken op hun armen. Ik zei: laten we dat maar niet doen.”
George: “Omdat we ons project al zo lang doen, zijn er ook mensen die nog steeds mee willen doen, maar die niet meer in de inloop komen, omdat ze afgekickt zijn of inmiddels een woning hebben gekregen. Die moet je natuurlijk niet terug laten komen naar een plek waar gebruikt wordt, dus daar maken we andere afspraken mee en we ontmoeten elkaar ergens anders in de stad."
Saskia: “Het is fijn dat we ook die positieve verhalen zien, dat mensen actief en gemotiveerd raken. Iemand die bij ons kwam die een hele poos dakloos en verslaafd was, werkt nu als fotograaf en is een cursus editen voor film en video aan het doen. Hij werkt nu o.a. voor de MDHG, voor SCIP en is vrijwilliger bij IDFA dus hij is goed geland. Toch komt hij nog graag terug, omdat hij nu films maakt waarin hij verhalen vertelt uit de wereld van daklozen en verslaafden. Samen met hem zijn we ook begonnen aan een film over de Rainbow Soulclub.”
In al die jaren moeten jullie toch ook aardig wat sterke verhalen hebben verzameld.
Saskia: “O, er zijn er zoveel. Er staan er ook heel wat in ons boek. Een lieve, mooie anekdote dan: een studente van ons wist een keer niet wat ze moest maken. Ze bedacht dat ze een uitstapje wilde organiseren om een keer uit de inloop weg te zijn. Ze ging uitzoeken waar mensen zin in hadden en ze kwam erachter dat de meeste mensen in de groep de zee al jaren niet meer hadden gezien. Met vijftien bezoekers zijn we toen met die snelle boot naar IJmuiden gevaren. Bij aankomst op het strand was iedereen door het dolle heen en sommigen renden met kleren aan de zee in. Het was echt een euforisch moment. Het was ontroerend om mensen zo uitgelaten te zien. Nadat we op het strand hadden gelegen, zijn we met de boot weer terug naar de stad gegaan.”
George: “Laatst hebben we een workshop gedaan samen met studenten van de politie-academie. Op die middag kwamen politieagenten -in opleiding voor teamleider- samen met bezoekers van de inloopruimte. De agenten wilden graag schilderen, om ‘uit hun comfort zone’ te gaan, en de middag stond in het thema van leiderschap, op hun verzoek. Maar bij binnenkomst maakten een agent en een bezoeker oogcontact en schrokken zich dood. Die hadden een keer een flinke aanvaring op straat gehad die voor hen allebei heel vervelend was. Dat ze dan vervolgens de hele middag samen gingen schilderen, brainstormen over leiderschap en allerlei oefeningen moesten doen zoals zich met ogen dicht in elkaars armen laten vallen vind ik dan wel heel bijzonder.”
Groepsfoto van de Rainbow Soulclub, met Saskia midden-boven en George zittend op de grond, naast de man met de kapiteinspet