PvdA’er David (32) was rechtsextremist: 'Ik dacht dat er een strijd tegen ‘de immigranten’ ging komen'
- Artikel
- 26 jan 2023
- 12 minuten leestijd
Hij ging van extreemrechts naar links, is nu actief lid bij de PvdA, en waarschuwt voor radicaliserend rechts in Nederland.
Delftenaar David Michels (32) radicaliseerde tijdens zijn tienertijd in online achterkamertjes, zonder dat zijn omgeving het doorhad. Begin januari gingen zijn tweets over zijn extremistische verleden viraal. Nu geeft hij bij Brandpunt+ zijn eerste interview over dit verleden: “Als radicaalrechts gedachtengoed destijds even genormaliseerd was als nu, dan was ik misschien verder geradicaliseerd.”
Ik zou wat vertellen over mijn verleden als rechtsextremist. Gezien de hectiek van afgelopen week heb ik even goed nagedacht over hoe ik dat nou eigenlijk wil gaan doen.
— David Michels 🌹✊ (@DaveRMichels) January 6, 2023
Dit verhaal heb ik eigenlijk al meermaals verteld, ook. Maar vaak een stuk korter dan ik nu wil.
Hoi David, waarom besloot je in jouw virale twitterthread ‘uit de kast’ te komen als voormalig radicaalrechts?
“Ik heb er nooit een geheim van gemaakt dat ik PVV stemde, maar hóe rechts ik was, daar was ik niet eerder open over geweest. Mijn twitterthread is een inleiding voor de rest van dat verhaal. Ik krijg er veel positieve reacties op, sommige mensen noemen me zelfs dapper, maar dat vind ik een beetje overdreven. Ik zet hierdoor niet mijn baan of mijn leven op het spel.”
“Ik hoop dat ik door mijn verhaal te vertellen een deel van de oplossing kan zijn voor het maatschappelijke probleem van normalisering en de groei van rechtsextremisme, omdat ik daarin toch een groot gevaar zie voor onze samenleving. Juist ook door mijn eigen ervaringen."
Vertel eens: wanneer begon je je voor het eerst te interesseren in politiek?
“Na de aanslagen op 9/11 begon ik me te realiseren dat er dingen buiten mij om speelden die groter dan ik waren en die effect hadden op mijn leven. Ik was toen elf.”
“Ik had een lastige jeugd. Mijn ouders zijn gescheiden toen ik jong was, ik werd gepest en had weinig vrienden. Ik had moeite met uitvinden wie ik was, wat mijn plek was tussen de mensen. Tijdens maatschappijleer op de middelbare school raakte ik geïnteresseerd in politiek. Vanaf mijn 17e begon ik op te schuiven richting het extreme.”
Welke ingrediënten waren er nodig voor jouw radicalisering?
“Ik miste in het echte leven vriendschappen, en bracht daarom veel tijd door op online fora. Daar voelde ik me deel van een community, en dat gaf een gevoel van gemeenschapszin wat ontbrak in mijn dagelijks leven.”
Wat waren de eerste tekenen dat je radicaliseerde in jouw politieke opvattingen?
“Het begon op 4chan, en het was een soort glijdende schaal. Op die website doen mensen lacherig, worden dingen altijd afgedaan als grapje. Maar wat je leest blijft toch wel een beetje hangen, en dan ga je onbewust anders nadenken over dingen.”
“Dat ging zo: het begon met een dubbelzinnig grapje over kebab, en daarna ging het opeens over de kruistochten tegen de Ottomanen, de christenen tegen de moslims, en een vermeende strijd tussen het Westen en de Arabische wereld. Soms was je al in twee klikken bij rechts-extremistische content.”
“Die dingen werden altijd als feiten gebracht, historische gebeurtenissen werden lukraak met de moderne tijd in verband gebracht. Ik was jong, twijfelde er niet aan, had niet geleerd om kritisch na te denken over de dingen die ik online las.”
“Het had ook te maken met mediawijsheid; ik was niet goed in het selecteren van informatie. Daardoor kon ik radicaliseren. Dat ging heel gestaag.”
"Ik dacht zelf dat er uiteindelijk een strijd ging komen tussen wit Europa en ‘de immigranten’. Dat is óók radicaal.”
En die verhalen werden dus langzaam steeds normaler voor je.
“En door confirmation bias bevestigde datgene wat ik in de echte wereld zag ook mijn steeds radicaler wordende opvattingen. 9/11, aanslagen in Londen en Madrid, jihadistische radicalen, de dood van Theo van Gogh, de kredietcrisis.”
“Door bepaalde groepen werd toen het verband gelegd met immigratie. En door wat ik online las, deels lacherig, deels serieus, ging ik toch gevaren zien in immigratie en de islam.”
“Ik maakte me zorgen om de impact van immigratie op mijn leven. Langzaam begon ik me te herkennen in de ideeën van Wilders. In 2008 was ik zover dat ik dacht dat islamisering een gevaar was dat ontkend werd door anderen.”
Je had een soort abstract toekomstig gevaar, een monster gecreëerd in je hoofd.
“Ik zag steeds meer bewijs voor het gevaar, zag meer noodzaak voor radicale stappen. Ik dacht echt dat daar de oplossing in zat.”
Vond je jezelf ook radicaal?
“Nee, dat label gaf ik mezelf een paar jaar geleden pas, toen ik allang gederadicaliseerd was.”
Wat was dan wel radicaal volgens jou destijds?
“In die tijd had ik nazi’s aangemerkt als radicaal, of mensen die de staat omver wilden werpen. Maar ik dacht zelf dat er uiteindelijk een strijd ging komen tussen wit Europa en ‘de immigranten’. Dat is óók radicaal.”
“En ik keek er echt niet naar uit, ik hoopte er niet op, ik vond het juist eng. Ik zag het alleen als een noodzakelijke en realistische toekomst.”
Heel dystopisch, eigenlijk.
“Ja, dat ja.”
Het klinkt beangstigend.
“Dat was het ook, en die angst doet rare dingen met je.”
"Goed of slecht zijn, dat overkomt je. Je wordt het niet geboren, maar je kan het wel worden.”
“Ik denk dat het goed is om te realiseren dat goed of slecht zijn – in je handelen, of in je opvattingen – ook voor een groot deel iets is wat een persoon overkomt. Je wordt het niet geboren, maar je kan het wel worden.”
En wat gebeurde er in jouw hoofd, als iemand jouw opvattingen onderuit haalde?
“Ik was, en ben tot op zekere hoogte nog steeds, heel koppig. Online kwam ik sowieso weinig tegen dat mijn mening weerlegde. En in het echte leven zei ik dan: jij hebt je er niet in verdiept, dit is wat de media je vertelt, dit is wat je jezelf hebt aangepraat, je zíet het gewoon niet. Maar in het dagelijks leven deelde ik mijn opvattingen weinig, want die waren toen niet zo sociaal geaccepteerd als nu.”
Hoe merk je dat?
“Onderwerpen als zogenaamde ‘omvolking’ zijn actueel. Vaak worden zulke theorieën nog steeds als rechts-extremistisch aangemerkt, maar ze zijn al meer salonfähig geworden. Nu kun je ze in een kroeg bespreken, aan de eettafel, of in een nationale talkshow.”
Waar ligt de grens tussen een uitgesproken politieke mening hebben en radicalisering?
“Ik zou niet zeggen dat iedereen die nationaal-conservatief is, ook radicaal is. Waar die grens ligt, is heel lastig om te zeggen. We moeten het als maatschappij gewoon heel goed in de gaten houden.”
“Wat heel belangrijk is: als je mensen dehumaniseert, of als je bepaalde bevolkingsgroepen minder waard acht, ben je verkeerd bezig. De keuze tussen bevolkingsgroepen is een leugen, en mensen die je dat voorhouden zijn gebaat bij een status quo.”
“Mensen die je een keuze voorhouden tussen verschillende bevolkingsgroepen, zijn gebaat bij een status quo.”
“Mensen die geradicaliseerd worden, denken daardoor: mijn bevolkingsgroep is belangrijker. Als je mensen overtuigt dat ze superieur zijn, kunnen ze daar gevoelig voor zijn. Ikzelf dacht nooit: de witte mens is superieur, maar ik zag wel de Westerse cultuur als superieur – wat dus neerkomt op een racistische houding richting mensen van kleur.”
“Mijn vrienden van kleur waren heel goed ingeburgerd, ik zag hen niet als het probleem, maar zij waren in mijn ogen de uitzonderingen. Maar ik zag ‘de vijand’ dus niet in het echte dagelijks leven. In de media en gesprekken die ik online voerde, dáár zag ik mijn vijand.”
Jij bent uiteindelijk gederadicaliseerd. Wat was daarvoor nodig?
“Het begon toen ik anderen wilde gaan overtuigen van mijn opvattingen. Om dat te doen moest ik me wel gaan verdiepen in andermans standpunten. Daardoor moest ik de nuances van andermans argument onder ogen zien. Dat was een van de katalysatoren voor mijn deradicalisering.”
“Bijvoorbeeld toen ik meer ging onderzoeken rondom criminaliteit en immigratie. Ik kwam erachter dat die criminaliteit meer samenhing met de economische situatie van die gezinnen, niet met het feit dat het immigranten waren, of met hun cultuur.”
“Toen ik deradicaliseerde was ik 22. Het ging beter met m’n leven, ik maakte nieuwe vrienden, ging uit, werkte, ik had het goed. Ik ben even gestaag weer gederadicaliseerd als ik in eerste instantie geradicaliseerd was, en het duurde dus jaren.”
“Jaren later, toen ik midden twintig was, realiseerde ik me dat ik bepaalde dingen anders zag dan eerst. Toen ben ik meer gaan kijken naar Wilders, en dacht ik: sta ik daar nog helemaal achter?”
“En toen Trump en Baudet opkwamen, zag ik dat ze wel héél veel dingen zeiden die ik destijds geloofde. Shit, realiseerde ik me toen, zo was ik ook.”
Wat kun je doen als je in je directe omgeving iemand ziet radicaliseren?
“Als je het ziet bij een kennis of een vriend, negeer het dan niet. Probeer een gesprek met ze aan te gaan. Hoe je dat doet is een lastige. Trap niet in de val dat je op elk klein detail in moet gaan. Dan zal de discussie totaal ontsporen, en dan wordt het toch afgedaan als een ‘win’ voor hen.”
“Als je het kan staven met feiten, haal ze erbij als ze met hun onwaarheden komen. Zeg: ‘Dit zijn bizarre dingen’ of ‘Dit is vrij radicaal’.”
“Of je het hele contact verbreekt met iemand, dat is iets wat altijd een persoonlijke keuze moet zijn.”
“Ik realiseer me goed dat dat haaks staat op wat we vaak leren tegenwoordig, dat we altijd een eerlijk gesprek moeten voeren en dat iedere mening er toe doet.”
“Maar voor sommige onderwerpen hoef je geen tolerantie te tonen zoals je dat zou doen met persoonlijke voorkeur, of je smaak in series. Je hoeft niet tolerant te zijn voor intolerantie, omdat je dan intolerantie alleen maar de ruimte geeft om te groeien.”
“Of je dan het hele contact verbreekt met die persoon, dat is iets wat altijd gewoon een persoonlijke keuze moet zijn.”
Je noemde al eerder de rol van mediabeeldvorming bij jouw radicalisering. Hoe moet volgens jou het publieke debat met ‘andersdenkenden’ eruitzien?
“Wat sowieso níet helpt is die mensen aan talkshowtafels zetten en Gerard Joling er tegenover te zetten die alleen maar grapjes maakt. Iemand kan dan zonder weerwoord een feitenvrij verhaal vertellen. Eigenlijk moeten dat soort mensen niet uitgenodigd worden.”
“Media denken misschien dat fringe-groepen zich dan gehoord voelen, en misschien deradicaliseren. Maar als je iemand een platform biedt, ben je deel van het probleem. Je neemt die meningen daarmee serieus en geeft ze legitimiteit. Je zegt eigenlijk: dit is een serieuze opvatting die aandacht verdient. Terwijl: niet alle meningen zijn evenveel waard.”
“Het is niet de rol van de media om alle kanten te belichten, het is de rol om ons de waarheid te brengen.”
"Ik ben er niet trots op. Maar ik wil het label niet voor de rest van m’n leven bij me dragen.”Gaan ze dan niet samen in hun eigen echokamertjes zitten om gezellig verder te radicaliseren?
"Die echokamers bestaan sowieso. Ik heb erin gezeten. Pas toen ik buiten de echokamer mensen wilde overtuigen en in contact met andere meningen kwam, nuanceerde ik mijn denkbeelden. Als het destijds even genormaliseerd was als nu, was ik misschien verder geradicaliseerd.”
“Wat ik wil is meer gericht op het stoppen van de groei van het aantal mensen in die echokamers. Ik denk dat met de tijd deze echokamers op een natuurlijke manier zullen krimpen.”
Heb je spijt?
“Ik heb onbedoeld mensen pijn gedaan en bijgedragen aan het creëren van een sfeer waar zeker nu heel veel mensen last van hebben. Daar heb ik spijt van. We zijn allemaal mensen, allemaal vatbaar en feilbaar, maar niet inherent goed of slecht. En soms, in bepaalde situaties, kunnen de meest onlogische dingen heel logisch lijken.”
“Wat ik niet wil, is dat ik bekend kom te staan als David de ex-rechtsextremist. Ik ben meer dan dat. Het is een verleden waar ik me in zekere zin voor schaam – ik ben er niet trots op, ik heb er zeker van geleerd. Maar ik wil het label niet voor de rest van m’n leven bij me dragen.”
Jij bent nu kandidaat-gemeenteraadslid van de PvdA in Delft. Hoe is dat gegaan?
“Wat mij overhaalde om de politiek in te gaan waren de verkiezingen van 2021. Ik schrok dat links niet groeide in zetelaantallen, omdat de maatschappij schreeuwt om eerlijker en sociaal beleid.”
“Na het 'functie elders'-debat, dat mij schokte, dacht ik: ‘Dat fix ik wel even’. Zoals ik al zei, ik ben best koppig.”
“Toen ik ging zoeken naar een partij die echt bij mij paste, wilde ik een sociaaldemocratische partij. Ik was bekend met het verleden van de PvdA en kon me vinden in de instelling van die partij. Ik zou me liever aansluiten bij een gematigd linkse partij, omdat ik geloof dat dat productiever is.”
Dank voor je tijd, David.
“Jullie ook bedankt!”