De kopstukken van de jonkies van DENK en GroenLinks kruisen de degens
- Debat
- 01 dec 2016
- 14 minuten leestijd
In aanloop naar de verkiezingen laten we steeds twee voorzitters van jongerentakken met elkaar in debat gaan. Noortje Blokhuis, voorzitter van GroenLinks-beweging DWARS, kruist ditmaal de degens met Enes Yiğit, voorzitter van Oppositie, de jongerentak van DENK.
We treffen het duo in café Dauphine in Amsterdam, van oudsher een plek waar journalisten hun bronnen ontmoeten. Voor de 25-jarige Noortje en de eveneens 25-jarige Enes blijkt het de eerste kennismaking met elkaar. Nadat ze eerst wat vragen over de status quo bij de concurrentie op elkaar hebben afgevuurd (“Hoeveel leden hebben jullie? Hoeveel komen er gemiddeld per dag bij? Hoeveel likes op Facebook?”), leggen we ze vier stellingen voor. Dan is het woord aan Noortje en Enes, die wederzijdse bewondering enthousiast afwisselen met scherpe kritiek.
Noortje Blokhuis: “De grootste partij in de peilingen sluit systematisch grote groepen mensen uit, dus ik ben het ermee eens dat inclusiviteit heel belangrijk is. Maar duurzaamheid is ook een sleutelonderwerp voor de politiek. Als we niet snel handelen, is er straks überhaupt geen wereld meer waarop de PVV mensen uit kan sluiten. Dus duurzaamheid en inclusiviteit zijn allebei van groot belang. We moeten klimaatverandering bestrijden, maar ondertussen wil GroenLinks dat iedereen zich thuis voelt – zowel in de samenleving als bij onze partij.”
Enes Yiğit: “Dat kan je wel zeggen, en GroenLinks is zeker een van de constructievere partijen in Nederland, maar kijk wel even naar je eigen kieslijst. Jullie nummer zeven, wetenschapper, publicist en voormalig NRC-columnist Zihni Özdil, heeft een boek geschreven waarin hij schrijft dat je om te integreren geen tv-schotel mag hebben, alleen Nederlands moet spreken en het liefst met iemand moet trouwen met een andere etniciteit dan jijzelf. Dan voel ik me niet snel meer thuis bij GroenLinks.”
NB: “Ik wil wel graag benadrukken dat Zihni toen hij dat boek schreef nog niet bij GroenLinks zat. Maar ik vind het jammer dat onze hoogst genoteerde Turkse Nederlander zulke uitspraken doet. Ik zou juist hopen dat hij meer verbinding weet te vinden met andere Turkse Nederlanders.”
EY: “Je hebt het over verbinding. Nadat Ilhan Tekir, een Turkse Nederlander van GroenLinks-Gorkum aangaf dat hij op Erdoğan heeft gestemd, werd hij uit de fractie gezet. Dat zet kwaad bloed bij Turkse Nederlanders. Tachtig procent van hen heeft immers óók op Erdoğan gestemd. Die zijn dus niet welkom bij jullie.”
NB: “Hij heeft die uitspraak als GroenLinkser gedaan. Dat sluit niet aan op hoe wij naar de wereld kijken. Een stem op Erdoğan is een ondermijning van de democratie zoals wij die graag zien.”
EY: “Hij voert toch het beleid van GroenLinks in Gorkum uit, niet dat van Erdoğan? Hij is een Turks staatsburger, dus stemt hij. Waarom mag hij daar niet voor uitkomen?”
NB: “Dat mag hij best, alleen is hij dan niet langer een geschikte vertolker van het gedachtegoed van GroenLinks.”
Noortje Blokhuis en Enes Yiğit.
EY: “Moet hij dan liegen? Volgens mij doen politici dat al genoeg.”
NB: “Nee, maar het kan natuurlijk zo zijn dat een bepaald gedachtegoed niet strookt met dat van de partij die je vertegenwoordigt. Jullie spreken je bijvoorbeeld extreem sterk uit tegenover het gedachtengoed van de PVV. Stel dat een van jullie leden een buitenlandse kandidaat met vergelijkbare ideeën zou steunen, ik noem een Donald Trump, zouden jullie daar dan geen probleem mee hebben?”
EY: “Ik zal niet staan te springen als een van onze leden Trump gestemd had, maar ik zou het gesprek aangaan.”
NB: “Wat vind je er eigenlijk van dat zo’n groot deel van de Turks-Nederlandse gemeenschap op Erdoğan stemt? Stem je zelf op hem? Ik vind dat hij het niet heel nauw neemt met inclusiviteit, bijvoorbeeld.”
EY: “Ik ben een democraat en respecteer hun keuze. Ik heb zelf niet gestemd en heb me niet echt verdiept in de verkiezingsprogramma’s. Met Turkse politiek ben ik helemaal niet bezig. Ik ben voorzitter van een Nederlandse jongerenbeweging, dus ik hou me bezig met Nederlandse politiek.”
NB: “Je bent volledig geïntegreerd in Nederland, kortom.”
EY: “Ik ben hier geboren, dus er valt niet zoveel te integreren.”
NB: “Zo bedoelde ik het niet.”
EY: “Ik heb Tofiq Dibi horen zeggen dat hij, toen hij kamerlid was bij jullie, een keer te laat kwam en een partijgenoot zei: 'Zie je wel, da’s een Marokkaan, die komen altijd laat.' Wát?”
NB: “Ook als dat een grapje is, is het niet leuk.”
EY: “En het staat niet op zichzelf. Als Louis Bontes (VNL, red.) tegen Selçuk Öztürk (DENK, red.) zegt dat hij terug moet naar Turkije.. Dat wordt heel vaak tegen jongeren gezegd. Wat voor voorbeeld geeft dat? Je kan je best doen op school, keihard werken aan je studie en de Tweede Kamer halen, en dan nog, zelfs daar, krijg je te horen dat je terug moet naar een ander land.”
NB: “Terwijl ze daar nooit hebben gewoond.”
EY: “Precies. Alexander Pechtold zegt: ‘Verloochen je afkomst niet, maar verloochen ook je nieuwe thuisland niet.' Mijn nieuwe thuisland? Meneer Pechtold, ik woon hier langer dan uw kinderen.”
NB: “Zo spreek je als D66-zijnde bepaalde groepen natuurlijk nooit aan. Wij willen dat wél. De paradox is alleen: wat is de eerste stap? Hoe krijg je de eerste niet-witte persoon in bijvoorbeeld het bestuur van DWARS? Ik leerde laatst zelf een waardevolle les. Je moet niet alleen denken: hoe gaan we mensen ons verhaal laten vertellen, want dat is een wit verhaal. De bedoeling is dat het verhaal minder wit wordt, dat jij Turks-Nederlander mag zijn binnen GroenLinks.”
EY: “Dat lijkt me heel belangrijk en een goede stap op het gebied van inclusiviteit.”
NB: “Nu hebben we het vooral over inclusiviteit op het gebied van etniciteit en cultuur, maar dit onderwerp heeft veel meer lagen. Denk bijvoorbeeld aan genderdiversiteit, vrouwen met topfuncties, inkomensongelijkheid en het groeiende gat tussen hoog- en laagopgeleid. Ook dat zijn belangrijke facetten van inclusiviteit. Daar gaat het bij DENK minder over. Ik vind jullie wat dat betreft een beetje one issue.”
EY: “Wij zijn juist net als GroenLinks. Als mensen GroenLinks zeggen, denken ze direct aan duurzaamheid. Maar jullie hebben het ook over andere onderwerpen. Ik zou zeggen: we hebben een verkiezingsprogramma van tachtig pagina’s. Daarin gaat het ook over andere onderwerpen, zoals bijvoorbeeld duurzaamheid. Speciaal voor jou, Noortje.”
Brandpunt+: "Trump is de nieuwe president van Amerika, Brexit is een feit, in Nederland is de PVV gigantisch en in Frankrijk staat Marine Le Pen er goed voor. Het lukt links maar niet om met een gedegen antwoord op nieuw rechts te komen. Hoe kijken jullie daar tegenaan?"
EY: “De opkomst van deze vorm van rechts hangt volgens mij nauw samen met de vluchtelingencrisis. Mensen zijn simpelweg bang. Ik denk dat je die angst serieus moet nemen. Dat betekent niet dat je, zoals de VVD nu doet, in een dorp met een paar honderd inwoners een mega-asielzoekerscentrum moet plaatsen. Maar het heeft ook te maken met instanties als de EU, waar duurbetaalde bobo’s discussiëren over hoe krom een komkommer moet zijn. En als die in Slowakije iets krommer is dan in Estland, dan moet er onmiddellijk een vergadering worden belegd. Dat soort doorgeslagen bureaucratie irriteert de gewone man, en rechtse partijen spelen daar slim op in.”
NB: “Ik denk dat we moeten stoppen met termen als ‘de gewone man’ of ‘de boze witte man’, want dat is verschrikkelijk generaliserend. De kaart die Wilders speelt, is er een van angst en die is heel sterk. Maar ik denk dat er iets is dat nóg sterker is: verbinding en empathie. Je ziet het ook bij asielzoekerscentra. Als je de mensen die er al wonen ook daadwerkelijk in contact brengt met hun nieuwe buren, blijkt het vaak wel mee te vallen. Dan denken ze: ‘Oh, maar hier hoef ik helemaal niet bang voor te zijn.’”
EY: “Inderdaad, wat de boer niet kent, dat vreet-ie niet. Ik ben het met je eens dat we moeten verbinden. Alleen: hoe wil je dat concreet aanpakken?”
NB: “Misschien moeten wij als linkse partijen wat daadkrachtiger zijn. Mensen denken bij GroenLinks toch vaak: geitenwollensokken, allemaal idealen en lekker thee drinken met elkaar. Onder leiding van Jesse Klaver laten we nu zien dat we ballen hebben en dat wij ook voor een grote groep mensen staan: de mensen die niet schreeuwen, maar wel vooruitgang willen.”
EY: “Misschien schreeuwen die mensen wel omdat ze het gevoel hebben dat ze niet serieus genomen worden. Kijk maar naar het associatieverdrag. We houden een referendum en de meerderheid van het land zegt: nee. Dan moet je dat respecteren. Nee is nee, en niet een beetje ja. Wij waren voor het verdrag, maar accepteren de wil van het volk. Te veel partijen negeren die. Prima, maar dan moet je niet raar opkijken als kiezers de volgende keer stemmen op een partij die hen wél serieus neemt.”
NB: “Je zag bij de Amerikaanse verkiezingen ook al dat de mensen die geloofden dat het toch wel goed kwam, thuis bleven. Woede is een goede motivatie om te gaan stemmen. Dat moeten we echt voorkomen de volgende verkiezing en ik denk dat daar nog een uitdaging voor de jongerenpartijen ligt: hoe krijgen we jongeren, die niet alles per se negatief zien, naar de stembus?”
EY: “Wij maken extreem veel gebruik van sociale media in onze campagne en het werkt. Wij bereiken op deze manier jonge mensen die nog nooit gestemd hebben. Maar nu wel, omdat ze in DENK een partij vinden die tegen ze spreekt over wat ze op dagelijkse basis meemaken.”
NB: “Ik zie dat het nieuwe campagnevoeren werkt en ik geloof zelf ook niet meer zo in op de hoek van de straat gaan staan en flyers uitdelen. Maar persoonlijk contact blijft nog wel heel belangrijk in een campagne. Dat je gewoon iemand van DENK of GroenLinks in de ogen kan kijken, dat iemand een gesprek met je voert en naar je luistert.”
EY: “Helemaal mee eens, wij doen ook echt beiden. Sociale media geeft ons alleen een platform om dingen aan te kaarten waarover de media niet bericht. Laatst solliciteerde een meisje bijvoorbeeld bij Pathé Arnhem. Ze werd afgewezen onder haar eigen naam: Gamze Gül. Vervolgens stuurde ze precies hetzelfde CV nog een keer, maar dan onder de naam Hanneke. Pathé smeekte haar zowat om op gesprek te komen. Dat zet ik dan op Facebook, want dat is precies wat veel jongeren iedere dag meemaken. En Nieuwsuur gaat er geen aandacht aan besteden.”
Brandpunt+: “Sprak hij smalend. Jullie hebben ‘de media’ al eerder een veeg uit de pan gegeven, en ‘Trap er niet in’ is zowat jullie slogan.”
NB: “Ja, hoe reageren jullie daar op de redactie eigenlijk op?”
BP+: “Er is op dit moment één beroepsgroep die nog minder wordt vertrouwd dan jullie politici: wij journalisten. Dit soort uitingen versterken dat, terwijl wij – hand op ons hart – zo eerlijk mogelijk ons werk proberen te doen.”
NB: “Ik vind ‘Trap er niet in’ niet bepaald sterk. Het klinkt bijna als complottheorie, en ook wel een beetje alsof je de domme burger ergens voor moet beschermen. Ik denk dat mensen best zelf kritisch naar de media kunnen kijken. Als ik heel eerlijk ben, is ‘Trap er niet in’ een beetje een running gag geworden bij DWARS. Wij roepen dat voortdurend tegen elkaar.”
EY: “Ja, wij maken er inmiddels ook grappen over.”
Brandpunt+: Noortje, wat vind jij van de manier van campagnevoeren van DENK?
NB: “Ik vind het heel erg goed dat ze zaken als het Pathé-incident aankaarten en daardoor een grote groep kiezers bereiken, die anders niet zou stemmen. Maar ik vind wel dat DENK haar boodschap op een tamelijk populistische manier brengt. Bijvoorbeeld door zo extreem tegenover Wilders te gaan staan. Dan hits je elkaar toch een beetje op. Ik ben bang dat we op deze manier twee extremen krijgen en de polarisatie in dit land alleen nog maar groter wordt.”
Brandpunt+: En jij Enes, wat vind jij van de hyper-Amerikaanse campagne van GroenLinks?
EY: “Ik vind dat eigenlijk wel mooi.”
NB, lachend: “Nee, nu moet je kritisch zijn.”
EY: “Zolang het oprecht blijft en je niet gaat liegen, ben ik wel een aanhanger van zo’n vorm. Je ziet toch ook dat het werkt in bijvoorbeeld Amerika? Het maakt mij echt niets uit dat Jesse Klavers vrouw opduikt in een uitzending van Brandpunt.”
NB: “Jesse Klaver heeft dit voorgesteld, zonder DENK erbij. Maar hij heeft meer kleinere partijen niet genoemd, denk bijvoorbeeld aan de Partij voor de Dieren. Wat mij betreft hoort DENK er dan ook gewoon bij. ”
Brandpunt+: "Denk je dat het gaat lukken, zo’n brede linkse samenwerking?"
NB: “Nee, want de SP wil niet meedoen als de PvdA erbij betrokken is. Het is zonde, maar die twee vliegen elkaar continu in de haren. Ik hoop dat GroenLinks en de PvdA allebei groot genoeg worden om te kunnen regeren. Ik vind het erg om te zien wat daar gebeurt. Ik zie in alle besluiten van Diederik Samsom de schaduw van Mark Rutte. Kom op, je was Greenpeace-activist. Laat je idealen eens zien!”
EY: “Om terug te komen op de stelling: ja, DENK zou hierover mee moeten praten. Ik ben zelf een voorstander van linkse samenwerking, al komt het tot dusver niet echt van de grond. Ik geloof dat GroenLinks sowieso nog nooit heeft geregeerd.”
NB: “En als je je jongerenafdeling OPPOSITIE noemt, sta je volgens mij ook niet te trappelen om te regeren.”
EY: “Zolang de PVV niet meedoet, willen wij gewoon deel uitmaken van een kabinet hoor.”
NB: “Is jullie blik daar wel all round genoeg voor? Je zegt dat jullie een lang programma hebben en dat klopt ook wel, maar in de praktijk gaat het toch vooral om één onderwerp. Begrijp me niet verkeerd, ik denk dat je juist daardoor als oppositiepartij waarde kan hebben. Als kritische noot die de rest scherp houdt. Ik denk dat je ook veel teweeg kan brengen als je niet regeert.”
EY: “Zeker. Ik vergelijk ons altijd met de Partij voor de Dieren. Die werd tien jaar geleden opgericht, toen stond er in geen enkel verkiezingsprogramma iets over dierenrechten. Inmiddels heeft elke partij er wel een standpunt over. Wij willen een soortgelijke impact hebben op het gebied van racisme en discriminatie.”
NB: “Het houdt mij nu al scherp, als voorzitter van DWARS. Ik wil het echt graag goed doen op dat vlak.”
EY: “Dat vind ik echt mooi om te horen.”
NB: “Het lijkt me wel wat om met beide jongerenafdeling een debatavond te organiseren, of een kennismaking. Volgens mij kunnen we veel van elkaar leren.”
EY: “Ja, goed idee!”
Brandpunt+: “Met die verbinding komt het in jullie geval dus wel goed?”
EY: “Noortje is een constructieve, leuke dame. Bel Mark Rutte op, we gaan aan de slag!”