Waarom dieren burgerrechten moeten krijgen
- Artikel
- 10 feb 2021
- 8 minuten leestijd
‘Als het niet de Partij voor de Dieren zou heten, dan zou ik er wel op stemmen,’ zeggen mensen vaak. Waarom schrikt de naam af? En wat zegt dit over de positie van niet-menselijke dieren in het politieke debat?
‘Partij voor de Diertjes,’ noemt Mark Rutte de Partij minzaam. En dat is tekenend voor hoe menselijke dieren naar niet-menselijke dieren kijken. Volgens ethica Bernice Bovenkerk en dierenbevrijdingsactiviste Désirée Verhoeven worden dieren nog te vaak als minderwaardige wezens gezien die alleen goed zijn als gebruiksmiddel voor de menselijke soort. We stoppen ze met velen in kleine ruimtes en vreten ze daarna op. We zetten een hek om ze heen en maken kiekjes in het voorbijgaan. We plukken ze kaal en breien er een trui van. Daarom is het de hoogste tijd dat we gaan luisteren naar de stem van het dier, zeggen zij.
Speciesisme
“De naam ‘Partij voor de Dieren’ is super-effectief,” vertelt dierenbevrijdingsactiviste Désirée Verhoeven. “Het veroorzaakt gelijk een discussie over de verhouding tussen menselijke dieren en niet-menselijke dieren. En dat enkel door de naam.” In de samenleving wordt nog steeds te veel gediscrimineerd op basis van soort, oftewel speciesisme, vindt Désirée.
Désirée: “De 'Wet op Dieren' erkent dat dieren gevoel hebben, maar dat geldt eigenlijk alleen voor huisdieren. Wanneer een hond opgesloten zit in een te hete auto hebben we een 'burgerplicht' om de hond te redden. Maar het is ineens strafbaar om een varken te redden uit een truck die naar het slachthuis gaat. Puur omdat varkens 'bedoeld zijn' voor consumptie. Terwijl zij in hun vermogen om pijn, liefde en angst te voelen precies hetzelfde als honden zijn. In intelligentie streven varkens ze zelfs voorbij.”
Vier jaar geleden werd Désirée veganist na het zien van het YouTube-filmpje ‘tricked into watching Earthlings’. Hierin zie je de gezichten van mensen die kijken naar beelden uit slachthuizen, afgewisseld met korte fragmenten van hoe de dieren worden behandeld.
Désirée: “Ik zag iemand een doodsbang varken trappen omdat hij niet de gaskamer in durfde te lopen. Toen viel het kwartje: zolang er verdiend kan worden aan dieren, zullen zij altijd slachtoffers zijn. Geen cent of actie van mij zal nog slachtoffers veroorzaken. En ik ga er alles aan doen om dit onrecht te stoppen.”
Het superioriteitsdenken zit diep geworteld in onze cultuur, zegt ethica Bernice Bovenkerk. In tegenstelling tot de ‘diertjes’ zouden mensen een moreel besef, cultuur, creativiteit en reflecterend vermogen bezitten. Maar eigenlijk zijn geen van deze eigenschappen uniek aan de menselijke soort. Bernice: “Vanuit de Verlichting wordt rationaliteit of ‘de geest’ als het hoogste goed gezien, iets wat boven ‘het lichaam’ en de natuur staat.”
"Dieren worden door meer gedreven dan alleen instinct."
Dieren worden hierin gerekend tot ‘het lichaam’, waardoor dier en mens volgens deze traditie elk in een andere categorie vallen – en mensen dus als superieur worden gezien.
De meeste vormen van discriminatie komen voort uit zo’n categorisering. Het intersectionele feminisme ziet bijvoorbeeld dat de positie van vrouwen en zwarte mensen ook voortkomt uit de dichotomie tussen lichaam en geest: zij worden vaker tot ‘de natuur’ gerekend en zouden daardoor van een andere orde zijn dan de ‘rationele’ witte mannen.
Dieren-emancipatie
“Wie behoort tot de morele gemeenschap?,” is de centrale vraag volgens ethica Bernice. Aan de Universiteit Wageningen doet zij onderzoek naar de relatie tussen mens en dier in het Antropoceen, het tijdperk waarin de mens het aardse klimaat in grote mate beïnvloedt. “Eerst waren het alleen de nobele witte mannen die tot de morele gemeenschap behoorden en mochten stemmen,” vertelt Bernice. De heersende opvatting was dat alleen zij een morele status hadden, wat wil zeggen dat zij belangen hadden waar rekening mee gehouden moest worden wanneer politieke beslissingen werden genomen. Pas later kregen arbeiders en vrouwen ook deze morele status.
De volgende emancipatiebeweging zal zijn dat niet-menselijke dieren en de natuur ook gerekend worden tot de morele gemeenschap, voorspelt Bernice. “Lang hebben we dieren gezien als ‘black boxen’, als stimulus-respons-machines die misschien wel pijn en plezier kunnen ervaren, maar verder geen ideeën hebben over hoe ze hun leven zouden willen inrichten. We hebben het daarom lang niet als iets problematisch gezien om ze te doden.” vertelt Bernice. “Maar steeds meer onderzoek wijst uit dat dieren een eigen perspectief op hun leven hebben; eigen agents zijn over hun leven. We zien emoties bij olifanten, cultuur bij dolfijnen en zelfreflectie bij bepaalde vogelsoorten. Veel dieren hebben een eigen taal. Zo begroeten koeien elkaar in goede leefomstandigheden en soms zelfs de boer(in).”
Al het sociale gedrag waar dieren niet mee geboren worden, maar aanleren door soortgenoten te imiteren noemen we ‘cultuur’, zeggen de biologen Hal Whitehead en Luke Rende. De twee deden onderzoek naar cultuur bij walvissen en dolfijnen. Dolfijnen blijken zeesponzen op hun neus te prikken, zodat zij zichzelf niet openhalen in hun zoektocht naar vis. Deze gewoonte wordt nu al drie generaties van dochter op moeder doorgegeven. Sommige dolfijnen maken zelfs moddercirkels waardoor ze vis kunnen vangen.
Volgens ethici Sue Donaldson en Will Kymlicka zouden gedomesticeerde dieren burgerrechten moeten krijgen.
Olifanten zijn empatisch. Zij kunnen zich inleven in de situatie van de ander en daar vervolgens op anticiperen. Wanneer een mede-olifant hulp nodig heeft, staan anderen bij; ze zorgen voor het kroost van een ander en helpen hen die lastig ter been zijn. Ze huilen als hen iets wordt aangedaan, en pikken dat op van elkaar. Dieren worden dus door meer gedreven dan alleen instinct.
Een politieke wending
Dat heeft politieke gevolgen. Wanneer je erbij stilstaat dat niet-menselijke dieren agents zijn over hun leven, dan hebben zij dus eigenlijk belangen die meegenomen moeten worden in politieke beslissingen. Morele status dus. En dat gaat verder dan alleen eerdergenoemde grondrechten als ‘niet schaden’ of ‘pijn doen’.
Bernice: “Gedomesticeerde dieren zijn al jaren onderdeel van onze samenleving. Zij zouden volgens ethici Sue Donaldson en Will Kymlicka daarom burgerrechten moeten krijgen, en wilde dieren soevereiniteitsrechten. Zoals het recht om met rust gelaten te worden en het recht op een leefgebied waarin niet wordt ingegrepen.”
“Blindengeleide honden krijgen eczeem doordat zij nooit vrij zijn. Net als wij krijgen zij stress als ze te veel werken,” zegt Bernice: “We zien in animal sanctuaries, vrijhavens voor geredde dieren, dat zij wél willen bijdragen en werken. Maar net als wij willen zij niet de hele tijd werken en afgeslacht worden op hun oude dag. Zij willen ook genieten van vakantiedagen en een pensioen. Daarom zouden zij arbeidsrechten moeten krijgen.”
Wij, menselijke dieren, zouden het niet zien zitten om bezwangerd te worden zonder daar enige inspraak in te hebben. Niet-menselijke dieren ook niet. Daarom zouden zij een burgerrecht moeten krijgen om zelf te mogen kiezen met wie ze zich voortplanten, volgens Bernice: “Het fokken van huisdieren zou dan in feite niet meer mogen.”
Dieren-emancipatie begint bij onszelf.
Bernice: “Alle dieren zouden sowieso universele basisrechten moeten krijgen, zoals het recht om niet gedood te worden. We zouden dan geen dieren meer eten, dus er zouden minder weidegronden zijn, maar wel meer akkerbouw. Er zouden veel minder landbouwhuisdieren zijn. Misschien dat dieren nog wel zouden werken in de kringlooplandbouw, bijvoorbeeld doordat ze mest leveren of grond omwoelen.”
Dieren in de Tweede Kamer
Voor uitgebreide dierenrechten is nu nog weinig ruimte, omdat er veel belangen mee gemoeid zijn om de voedselindustrie te houden zoals die is, volgens Bernice: “Politiek gezien is het CDA de minst gunstige partij voor dieren. Zij behartigen de belangen van boeren en jagers en houden veel progressie tegen.”
Partij voor de Dieren heeft daarom een belangrijke functie om dierenrechten op de agenda zetten, volgens zowel de ethica als de activiste. Désirée: “Partij voor de Dieren is goed in wakker schudden. Zij wilden al een lange tijd een vuurwerkverbod, nertsenfokkerijen sluiten en wilde dieren verbieden in circussen. Eerst vond iedereen het gek, maar op een gegeven moment namen andere politieke partijen dit idee over.”
Dieren-emancipatie begint bij onszelf. Het vraagt om reflectievermogen van de menselijke dieren om in te zien dat niet-menselijke dieren ook behoefte hebben aan een fijn en gezond leven. “We moeten ons gaan verdiepen in de belevingswereld van dieren,” besluit Bernice: “Omdat wij mensen zijn, hebben we een gekleurde menselijke bril en weten we niet hoe het is om een kat, varken of kip te zijn. Maar we kunnen ons wel inleven in niet-menselijke dieren. Met een antropologische blik kunnen we onderzoeken wat dieren zelf willen en kijken hoe we de ruimte die we hebben kunnen delen met elkaar.”