'Eenzame gekken’: hoe het internet ook in Europa incel-terroristen kweekt
- Artikel
- 27 sep 2022
- 12 minuten leestijd
Jonge witte ‘incels’ die online radicaliseren en offline aanslagen plegen: het klinkt als iets Amerikaans. Maar het internet kent geen grenzen, dus: zouden zij zich ook in Europa kunnen roeren? Journalist Tessel ten Zweege zocht het uit.
Op 24 mei 2014 zat ik in een diner in New York City, met mijn gezin gebogen over het ontbijt. Het was mijn eerste keer in de Verenigde Staten, een land dat ik kende van Hollywood-films, Starbucks en de emobandjes waar ik naar luisterde, niet van hun gebrekkige vuurwapenwetten en de befaamde ‘War on Terror’. Ik was vijftien en waande me in een spannende, glamoureuze nieuwe wereld.
“Gekke Amerikanen”, zei mijn moeder de hele vakantie, bijvoorbeeld over de formaten van glazen frisdrank die we bestelden of over hevig uitgedoste mensen op straat. Aan de dinermuur hing een flatscreen, waar het schelle stemgeluid van een nieuwslezeres uitkwam. Haar figuur werd omlijnd door shots van de straten in Isla Vista, Californië, waar enkele uren geleden een aanslag was gepleegd door Elliot Rodgers.
Rodgers wordt vanwege de aanslag in Californië als een god vereerd op deze fora
Enkele hoofden in de diner keken op van hun $19-vanille-pancakes om het nieuws te volgen. Rodgers, 22 jaar oud, had zes mensen vermoord en er veertien verwond, vertelde de nieuwslezeres ons monotoon, waarna hij op YouTube een video plaatste getiteld ‘Elliot Rodger’s Retribution’. In de video legde hij uit dat de aanslag wraak was op het vrouwelijk geslacht, omdat hij telkens seksueel werd afgewezen, maar ook op seksueel actieve mannen en stelletjes, omdat zij wel kregen waar ook Rodgers recht op zou hebben. Inmiddels weet ik dat Rodgers het meest bekende voorbeeld is van een ‘incel’: een involuntarily celibate oftewel 'onvrijwillige seksloze', en hij bezocht frequent fora op de ‘manosphere’, het internetterrein waarin incels zich bevinden. Rodgers wordt vanwege deze aanslag als een god vereerd op deze fora.
Mijn beide ouders hadden zich inmiddels ook naar het scherm gedraaid. “Wat eng,” zei ik met volle mond. “In Europa gebeurt dat niet hoor,” zei papa. “Dit is gewoon een gevaarlijke gek.”
“Gewoon een gek” vind ik een interessante paradox. In de media echoot deze terminologie. Daders van incelterrorisme, dat vaak overlapt met racistisch of antisemitisch terrorisme, worden veelal gezien als ‘lone wolves’ en ‘alleen-handelende verwarde mannen’.
Online opgejut
Het blijft niet bij ‘gekke Amerikanen’. In juli 2020 vertelt Stephan Balliet over zijn probleemloze jeugd in een Duitse rechtszaal. Zijn moeder staat voor de klas en zijn vader werkt in de techniek, ze zijn gescheiden en Stephan heeft een zus van drie jaar ouder. Hij studeerde scheikunde aan Halle University. Vandaag staat hij terecht voor een aanslagpoging, vastgelegd via een livestream die hij opende met de tekst: “Hallo, ik ben anon, en ik geloof dat de Holocaust nooit gebeurd is. Het feminisme is de oorzaak van de dalende geboortecijfers in het Westen, die als excuus dienen voor massa-immigratie.”
Kunnen we wel spreken van een alleen-handelende gek als hij online werd opgejut en toegejuicht?
Balliet, al dan niet een ‘gewone gek’, functioneerde enigszins in de maatschappij, genoot een opleiding en lijkt zijn onconventionele ideeën opgepikt te hebben van het internet. Zo refereert hij naar zichzelf als anon, een term die anonieme gebruikers op internetfora aanduidt, stelt hij in de rechtszaal dat het internet in Duitsland de enige plek is waar je echt vrij bent, en downloadde hij handleidingen van het web om zijn eigen vuurwapens te bouwen.
Ook heeft Balliet een manifesto geüpload op het obscure forum Meguca, waarop geweldsverheerlijking en gifjes van anime-karakters te vinden zijn. Daarnaast livestreamde Balliet de aanslag en zaten vijf kijkers hem zelfs aan te moedigen. Kunnen we wel spreken van een alleen-handelende gek als hij online werd opgejut en toegejuicht?
Online manifesto
Daarbij leek zijn modus operandi verdacht veel op die van de Christchurch-terrorist in Nieuw-Zeeland acht maanden voor Balliet’s aanslag in 2019, en vinden er in de jaren erna nog meer aanslagen plaats met bijzondere gelijkenissen. Zo schiet Tobias Rathjen begin 2020 negen mensen dood in Hanau, Duitsland na het plaatsen van een online manifesto met daarin een “wilde mix van complottheorieën, racisme en incel-ideologie” en sterven er in 2021 vijf mensen in Plymouth aan de handen van Jake Davison, die op Reddit seksistische en homofobische uitspraken deed en zich beklaagde over het gezeur van zijn moeder. Zijn buren vertelden nadien aan de politie dat Davison en zijn moeder een goede band hadden totdat hij online radicaliseerde tot vrouwenhater en zijn moeder uiteindelijk doodschoot.
"In de VS gebeuren massale aanslagen eerder omdat je makkelijker aan wapens komt, maar het zou overal kunnen gebeuren, ook in Nederland"
“De manosphere is per definitie een internationaal milieu,” stelt universitair docent Jelle van Buuren. Hij doet onderzoek naar terrorisme en politiek geweld aan de Universiteit Leiden. “Iedereen kan wel een beetje Engels volgen of spreken, dus die fora zijn ook in Europa populair. Er zijn wel verschillen natuurlijk: in de VS gebeuren massale aanslagen eerder omdat je makkelijker aan wapens komt, maar het zou overal kunnen gebeuren, ook in Nederland.”
Miranda Hoekman, woordvoerder van de AIVD, meldt: “De AIVD houdt voortdurend vinger aan de pols bij dergelijke ontwikkelingen en zal als er sprake is van bedreiging van de nationale veiligheid en de democratische rechtsorde, onderzoek doen.”
Gewelddadiger, niet duisterder
Ik ben, net als Elliot Rodgers en Stephan Balliet, opgegroeid op het internet. Op de basisschool zat ik op Stardoll, een website waarop ik poppetjes aan kon kleden in virtuele kledingstukken, op Hyves en op Tumblr, een blogwebsite die later in opspraak kwam omdat het algoritme jonge, beïnvloedbare meisjes naar eetstoornis-verheerlijkende feeds en blogs over zelfbeschadiging leidde.
Hoe kan het dat jonge jongens, aanzienlijk meer dan andere genders, via het internet radicaliseren tot ze in staat zijn hun eigen moeder te vermoorden?
Ook ik kwam als prepuberale emo in contact met bloggers die me instrueerden hoe je jezelf het beste kon snijden zonder dat anderen het doorhebben; dat het internet zomaar een duistere weg in kan slaan weet ik dus al te goed.
De jongens in mijn klas zaten op Reddit, 4Chan en 9GAG door memes heen te scrollen, of speelden videogames terwijl ze elkaar uitscholden via headsets. De jongens-equivalent van de internet-ervaring leek me wellicht wat gewelddadiger, maar niet duisterder dan mijn kant van het wereldwijde web.
Testosteron
Hoe kan het dat jonge jongens, aanzienlijk meer dan andere genders, via het internet radicaliseren tot ze in staat zijn hun eigen moeder te vermoorden? “Er is eigenlijk maar één variabel die stabiel is in wetenschappelijke onderzoeken over geweld en andere onplezante zaken: gender. Mannen zijn in het leeuwendeel van het geweld de dader,” zegt van Buuren.
“Jongeren leven in een online wereld waarin mainstream media een lichtelijk seksistische en stereotyperende fundering legt waarop ‘manosphere’-ideologie makkelijk kan voortbouwen”
“Dat zou deels te verklaren kunnen zijn vanwege testosteron, maar zeker ook de maatschappelijke context van incelterrorisme moet niet genegeerd worden: incels zijn een hele extreme manifestatie van een maatschappij die wel degelijk patriarchaal is en waarin vrouwen worden gezien als object.”
Als iedereen erom lacht, is het dan echt vrouwenhaat?
Ook Laura Bates, auteur van het boek Men Who Hate Women, denkt dat dit van grote invloed is: “Jongeren leven in een online wereld waarin mainstream media een lichtelijk seksistische en stereotyperende fundering legt waarop ‘manosphere’-ideologie makkelijk kan voortbouwen.”
“Het is goed om te bedenken dat het pad naar extremisme altijd begint met een eigen grief."
Bates haalt pornografie en gewelddadige memes aan als voorbeelden. “Als jonge mensen online worden geconfronteerd met materiaal dat seksueel geweld bagatelliseert of zelfs verheerlijkt, heeft dat invloed op hoe ze in het echte leven tegen geweld aankijken. Het kan vast geen vrouwenhaat zijn als iedereen er online om aan het lachen is.”
Mannelijksheidscrisis
Van Buuren voegt toe: “Daarbij is er natuurlijk een hoop veranderd in de sekse-dynamiek de afgelopen jaren. Vanwege moderne discussies over gender en seks ontstaat er een soort mannelijkheidscrisis waardoor veel jonge mannen onzeker worden. Ze zien de maatschappij als gefeminiseerd en zoeken naar verhalen waarin verteld wordt wat het betekent om man te zijn.”
“Het is goed om te bedenken dat het pad naar extremisme altijd begint met een eigen grief. Een leegte, gebrek aan zingeving, een identiteitsvraagstuk, je onzeker voelen. Je begint een zoektocht naar antwoorden op je vragen of duiding van wat het precies is waar ze doorheen gaan. Zo’n mannelijkheidscrisis, bijvoorbeeld,” vertelt van Buuren.
"Waar het begint met een gemeenschapsgevoel en frustratie vanwege gebrek aan seksuele aandacht, wordt de verontwaardiging steeds heftiger totdat incels het idee krijgen dat ze een verschrikkelijk onrecht wordt aangedaan waartegen ze zich moeten verzetten."
“Wat je ziet is dat de digitale wereld een lerende omgeving is: stapje voor stapje krijg je een verhaal voorgeschoteld dat antwoord geeft op de vragen van jouw zoektocht. Je bent niet alleen, meer mensen hebben dit probleem en zodra je die hebt gevonden kom je terecht in een soort echokamer. Je krijgt verklaringen voorgeschoteld die voor jou en de andere mensen met hetzelfde probleem prettig zijn om te accepteren. In zo’n verhaal ben jij het slachtoffer en wordt een vijand aangewezen. In het geval van incels is de vrouw de vijand.”
Ook racisme en antisemitisme horen erbij
Voornamelijk YouTube werkt radicalisering in de hand, door steeds extremere content voor te stellen aan gebruikers. Dat is verontrustend voor een generatie die in toenemende mate sociale media gebruikt als nieuwsbron. Van Buuren: “Voor incels, die het internet toetreden met problemen als eenzaamheid en afwijzing, is het fijn om deel van een gemeenschap te zijn die ze, in contrast tot de maatschappij, niet afwijst. Waar het begint met een gemeenschapsgevoel en frustratie vanwege gebrek aan seksuele aandacht, wordt de verontwaardiging steeds heftiger totdat incels het idee krijgen dat ze een verschrikkelijk onrecht wordt aangedaan waartegen ze zich moeten verzetten. Er wordt ze een cultureel script aangeboden – dit soort gemeenschappen spreken een eigen taal en verafgoden hun eigen helden. Eerdergenoemde Elliot Rodger bijvoorbeeld.”
"Witte incels vinden dat zij recht hebben op voortplanting met witte vrouwen, al geldt dat niet voor alle incels: er zijn ook mannen van kleur actief in de beweging"
Het ‘manosphere’ draait niet enkel om een obsessie met seks en vrouwenhaat, maar staat ook bekend om racisme en antisemitisme. Bates stelt dat het belangrijk is om die overlap te erkennen. “De misdaden die worden gelinkt aan witte suprematie hebben als motivatie haat en de angst dat immigranten witte vrouwen zullen ‘stelen’, en laten een nostalgie zien naar een tijd van witte raszuiverheid en seksuele slavernij,” schrijft ze in Men Who Hate Women.
Ook Van Buuren merkt deze overlap op: “Dat heeft te maken met het omvolkingsverhaal dat we ook in Nederland steeds vaker horen. Volgens extreemrechts wordt Nederland overlopen door mensen van buiten, en door feministen en lhbti’ers en ‘dat soort moderne fratsen’ worden er minder witte baby’s geboren. Witte incels vinden dat zij recht hebben op voortplanting met witte vrouwen en vinden dat belangrijk binnen hun ideologie, al geldt dat niet voor alle incels: er zijn ook mannen van kleur actief in de beweging.”
Zo noemen Oost-Aziatische incels zichzelf ‘ricecel’ en Zuid-Aziatische incels zichzelf ‘currycel’, en geven zij wit privilege als reden dat ze geen seks hebben. Ze beschuldigen vrouwen met dezelfde etniciteit ervan met witte mannen naar bed te gaan om hun eigen sociale positie te verbeteren.
Geen lone wolves
Volgens Van Buuren is het idee dat incels gewoon ‘eenzame gekken’ zijn daarom achterhaald. “Lang niet alle incels staan te applaudisseren bij het geweld en zien dat het een enorme stempel drukt op hun gemeenschap. Toch is het niet correct om te praten over ‘lone wolves’: zelfs mensen die echt helemaal alleen handelen zijn een product van hun omgeving. Binnen het veld van terrorisme studies zijn sommige mensen huiverig om incels als terroristen te classificeren, omdat terrorisme alleen zo genoemd kan worden als er een politieke of religieuze ideologie aan ten grondslag ligt. Als ik incels zie chatten over rassenzuivering of ze op fora de Taliban zie ophemelen vanwege gedwongen huwelijken, denk ik dat we zeker te maken hebben met een politieke ideologie die in het uiterste geval terrorisme kan legitimeren.”
Volgens Van Buuren is het goed mogelijk dat er meerdere factoren meespelen in de bereidheid van iemand om een aanslag te plegen. “Er zijn zeker plegers met een geschiedenis van huiselijk geweld of met mentale problemen, waarbij incel-ideologie olie op het vuur was. Waar bij een terrorist precies the tipping point ligt, dat kun je nooit weten, maar een gewelddadig en haatdragend digitaal milieu kan daarbij uiteraard een grote rol spelen.”