Zo ga je het gesprek aan met een racisme-ontkenner: ‘Je bént niet kleurenblind, oom André’
- Artikel
- 18 maa 2024
- 11 minuten leestijd
Vandaag komt Sosha Duysker’s nieuwe programma uit, niet toevallig op de Internationale dag tegen Racisme. In 'Uit de kramp' onderzoekt Duysker aan de hand van haar eigen ervaringen hoe we het gesprek over racisme kunnen blijven aangaan, óók als dat soms ongemakkelijk is.
In het kader van de Internationale dag tegen Racisme publiceren we dit artikel opnieuw. Het originele artikel schreven we naar aanleiding van de grootschalige BLM-demonstraties na de dood van de Amerikaanse George Floyd en kun je hier lezen.
Eén van de manieren om racisme te bestrijden is praten. En hoewel dat misschien simpel klinkt, kan het toch spannend zijn: het gesprek aangaan met je naasten die het racisme in onze samenleving nog steeds ontkennen, dan wel bagatelliseren, of zelfs ongegeneerd over je heen spuwen.
Laten we al die bekenden voor het gemak aanduiden als één persoon: oom André. Oom André is het type dat er tijdens een kringverjaardag nog altijd niet voor terugdeinst ongevraagd zijn mening te verkondigen over ieder maatschappelijk onderwerp dat de revue passeert. Hij heeft last van witte fragiliteit, en rust niet voor hij zijn gelijk krijgt. Een woordenwisseling met oom André vraagt dan ook om een gedegen voorbereiding.
Aangezien racisme-ontkenners vaak met dezelfde argumenten komen, hebben we de meest voorkomende alvast voor je op een rijtje gezet. Met daarachter één of meerdere antwoordsuggesties. Bookmark deze pagina alvast en pak hem erbij zodra je je eigen oom André weer ziet!
Oom André: “Nederland heeft geen racismeprobleem, het is hier niet de VS...”
1). Stel de vraag: waar baseer je dat op?
Leg uit dat racisme zich in Nederland op talloze, vaak subtiele manieren uit.
2). Kies één van onderstaande onderwerpen ter illustratie en noem een voorbeeld:
In de behandeling door politie en rechters
In de documentaire De Blauwe Familie uit 2022 werd pijnlijk duidelijk dat het politiebestel doordrenkt is van racisme, óók intern. Zo wordt in Nederland etnisch geprofileerd bij politiecontroles, ook al mag dat niet. Van etnische profilering is sprake als burgers disproportioneel worden staande gehouden op grond van hun zichtbare etnische achtergrond of huidskleur, zonder dat daar een objectieve en redelijke rechtvaardiging voor bestaat. Uit grootschalig onderzoek uit 2016 bleek dat er in 40 procent van de staandehoudingen etnisch werd geprofileerd, vooral buiten de Randstad. Uit onderzoek van de politie zelf uit 2023 blijkt dat mannen van kleur het vaakst slachtoffer worden van politiegeweld.
Nederlanders van kleur overlijden daarnaast verhoudingsgewijs vaker tijdens of na een aanhouding. Van de 97 overledenen die onderzoeksgroep Controle Alt Delete sinds 2016 registreerde, was in ieder geval eenderde van kleur. 10 procent van hen had een wit uiterlijk. Bij iets meer dan de helft was de huidskleur onbekend.Dit etnische profileren is trouwens ook een van de redenen dat mensen met een migratieachtergrond oververtegenwoordigd zijn in de criminaliteitscijfers (daarover zo meer).
Eerste generatie Turkse Nederlanders en tweede generatie Marokkaanse Nederlanders worden zwaarder gestraft voor het plegen van een soortgelijk delict dan autochtone Nederlanders. Dat kwam naar voren in onderzoek van het Instituut voor Strafrecht en criminologie uit 2016. De Nationale Ombudsman oordeelde in 2022 dat de politie niet genoeg doet met het groeiende aantal klachten over etnische profilering.
In het onderwijs
In Nederland komen kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond structureel minder goed tot hun recht dan kinderen zonder een migratieachtergrond. Studenten met een niet-westerse migratieachtergrond verlaten vaker voortijdig het onderwijs dan hun medestudenten en behalen gemiddeld later hun diploma. Dat staat in het laatste jaarrapport De Staat van het Onderwijs van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Ook krijgen deze leerlingen vaker te maken met ‘onderadvisering’, waardoor het voor hen moeilijker wordt om een hoger opleidingsniveau te bereiken – ook als ze het wél in zich hebben.
Meer dan de helft van de Turks-, Marokkaans-, Surinaams- en Antilliaans-Nederlandse studenten en scholieren heeft naar eigen zeggen een ervaring met discriminatie in het onderwijs. Voor sommige studenten is dat een reden om eerder te stoppen met hun studie. Dat blijkt uit een onderzoek in 2020 van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
Op de arbeidsmarkt
MBO-studenten met een niet-westerse migratieachtergrond krijgen minder snel een stageplek dan hun medestudenten, stelde de Sociaal Economische Raad (SER) in 2022 (opnieuw) vast.
Nederlanders met een Nederlands klinkende naam worden sneller uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek dan Nederlanders met een Arabisch klinkende naam. In een praktijkest met fictieve cv’s bleek dat sollicitanten zonder migratieachtergrond veel vaker een reactie krijgen van werkgevers dan sollicitanten met een niet-Westerse migratieachtergrond. Zelfs als ze een strafblad hebben.
Door makelaars
90 procent van de makelaars vindt het geen probleem om huurders met een migratieachtergrond af te wijzen op basis van hun afkomst. Dat bleek uit een steekproef van zowel het tv-programma Radar (2019) als de Groene Amsterdammer (2018). Ook in 2023 is nog steeds eenderde van de woonbemiddelaars bereid om desgevraagd niet te verhuren aan Marokkaanse- en Turkse Nederlanders.
Door overheidsinstanties
In de zomer van 2023 maakte Willem-Alexander in een historische speech zijn excuses voor het slavernijverleden van Nederland, waar ook de Oranjes flink van geprofiteerd hebben. In die speech verwees hij ook naar de naweeën van dat tijdperk, die vandaag de dag nog voelbaar zijn in de vorm van institutioneel racisme. Een paar voorbeelden:
De Belastingdienst heeft ‘nationaliteit’ jarenlang gebruikt als selectiecriterium bij controle op belastingfraude. Ook bij de toeslagenaffaire, waarbij honderden ouders in 2014 onrechtmatig hun toeslag voor kinderopvang verloren en zo in financiële problemen raakten, werd etnisch geprofileerd. Een meerderheid van de gedupeerde ouders is van kleur.
Net als de politie blijkt ook de Rijksoverheid te kampen met een hardnekkig intern racismeprobleem: één op de tien medewerkers bij Rijksoverheid geeft aan te maken te hebben gehad met racisme op de werkvloer. Zo kwam de top van het Ministerie van Buitenlandse zaken eind 2022 in opspraak: medewerkers hadden onder meer naar Afrikaanse landen verwezen als ‘apenlanden’ en naar mensen van kleur als ‘apen’, ‘n*gers’ en ‘zwarte Pieten’. Collega’s van kleur werden racistisch bejegend en werden naar eigen zeggen structureel behandeld als ‘de ander’.In alledaagse ontmoetingen
Individuele ervaringen met racisme in Nederland zijn op talloze manieren verteld en gedocumenteerd, van onschuldig bedoelde grapjes tot fysiek geweld. In een rapport van meld- en steunpunt Discriminatie.nl – waar cijfers van verschillende instanties worden verzameld – is de afgelopen jaren een algehele stijging gezien in het aantal meldingen van discriminatie op basis van afkomst. Veel gevallen daarvan worden helemaal niet gemeld.
Openlijk racisme is de laatste jaren sowieso weer salonfähig geworden: extreemrechtse complottheorieën over 'omvolking' zijn al een tijd geen taboe meer, en uit onderzoek blijkt dat 40% van de PVV-stemmers geen moeite heeft met het racistische imago van de partij.
Oom André: “Maar ze zijn toch ook oververtegenwoordigd in de criminaliteit? Dat is gewoon zo.”
1). Het korte antwoord is: ja, mensen met een migratieachtergrond worden vaker verdacht. Maar wie die met dit soort cijfers werkt, weet dat je er meestal niks aan hebt als je ze op face value neemt. En als je de cijfers gaat interpreteren, kom je erachter dat het allemaal een stuk genuanceerder ligt.
2). Stel de vraag: waarom denk je dat iemand crimineel wordt? Uit veelvuldig sociologisch en statistisch onderzoek blijkt dat criminaliteit met een groot aantal factoren te maken heeft, waar het al dan niet hebben van een migratieachtergrond er maar één van is.
“Er bestaat geen criminaliteitsgen”, zei Roel Jennisssen, gespecialiseerd in de integratie van etnische minderheden, hierover tegen NU.nl. Niemand wordt crimineel geboren. De factoren die het meest bepalend zijn voor of iemand crimineel wordt, zijn demografische kenmerken: leefomgeving, geslacht, en socio-economische status. Als je de cijfers daarvoor corrigeert, worden de verschillen al veel kleiner.
Een arme, laagopgeleide man die opgroeide in een eenoudergezin in een stedelijk gebied heeft hoe dan ook een verhoogde kans om de criminaliteit in te gaan, wat zijn afkomst ook is. En een meisje dat geboren wordt in een financieel bedeelde familie, in een voorstad met veel groen, goed onderwijs en weinig criminaliteit, zal juist minder snel vervallen in crimineel gedrag; ongeacht haar culturele of etnische achtergrond.
Na correctie blijft het hebben van een migratieachtergrond een kleine rol spelen. Onderzoekers geloven dat onder andere culturele dissonantie hier een rol in speelt: het opgroeien tussen twee culturen. Culturele dissonantie kan ervoor zorgen dat jongeren beide culturen en de daarbij horende normen en waarden gaan zien als iets ‘optioneels’, en daardoor sneller in crimineel gedrag vervallen.
Maar ook hier is de vraag wat de tendensen in de Nederlandse samenleving en het beleid van instituties voor effect hebben op of iemand goed kán integreren in de Nederlandse samenleving. De helft van de tweede generatie-migranten (meestal in Nederland geboren) voelt zich hier namelijk nog steeds niet welkom. En is dat heel vreemd, als je in acht neemt hoe ze nog altijd gediscrimineerd worden in het onderwijs, de arbeidsmarkt, door de politie en de rechtspraak?
Oom André: "Heb ik het zo makkelijk dan? All lives matter!"
1). Niemand zegt dat jouw leven makkelijk is, oom André.
2). Natuurlijk zijn er allerlei factoren die tegen je kunnen werken in het leven, maar als witte Nederlander hoort je huidskleur of afkomst daar in principe niet bij. En dat is waar het gesprek nu over gaat.
Bovendien: uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat een kwart van de autochtone Nederlanders discriminatie ervaart, bijvoorbeeld op basis van leeftijd, geslacht en seksuele geaardheid. Onder tweede generatie Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond is dat 61 procent, voornamelijk op basis van etniciteit.
3). Stel de vraag: wist je dat chronische discriminatie op basis van etniciteit je letterlijk ziek kan maken? Het vergroot de kans op hart- en vaatziekten, stress en depressie. Dat blijkt uit Nederlands en Amerikaans onderzoek.
Oom André: "Ík zie geen kleur hoor, voor mij is iedereen gelijk."
1). Het moet vast prettig zijn voor je gemoedsrust om jezelf vrij te waren van racisme, maar in praktijk blijken de meeste mensen onbewust negatieve associaties te hebben bij personen van kleur.
Dat is de bevinding na jarenlang gebruik van de ‘impliciete associatietest’, opgezet door Harvard University en ingevuld door honderdduizenden mensen over de hele wereld. In Nederland is een soortgelijke test te vinden op de website Onderhuids.nl.
2). Dat je (onbewust) racistische vooroordelen hebt, betekent niet dat je een verdorven mens bent. We zijn allemaal opgegroeid in een samenleving waarin wit-zijn de norm is. De vraag is: wat doe je met die vooroordelen?
Oom André: Alleen de boosheid van die mensen, dat snap ik niet. Dat werkt alleen maar averechts.
1). Stel de vraag: wie ben jij om voor een ander te bepalen wat een gepaste emotie is over iets waar jij persoonlijk geen ervaring mee hebt?
2). Aan het huidige protest zijn decennia aan neutrale rapporten, genuanceerde opiniestukken, vreedzame acties en creatieve uitingen voorafgegaan waarin mensen van kleur zich uitspraken over het racisme in onze samenleving. En luisterde je toen, oom André?
Oom André: "Je mag tegenwoordig ook niets meer zeggen. Ik word er zo moe van!"
1). Er zijn weinig landen met zoveel meningsvrijheid als Nederland, maar dat betekent niet dat die vrijheid onbegrensd is.Artikel 7 van de Grondwet garandeert de vrije meningsuiting ‘behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet’.
Voorbeelden van beperkingen in het strafrecht zijn artikel 137c (verbod tot belediging van een groep wegens hun ras, godsdienst of levensovertuiging, seksuele gerichtheid of handicap), artikel 137d (verbod tot het in het openbaar aanzetten tot discriminatie, haat of geweld tegen leden van groepen), en artikelen 131 en 132 (opruien tot geweld en tot het plegen van strafbare feiten).
2). Moe, ja? Stel je eens voor hoe het is om te leven in een racistisch systeem waarin je behoort tot een historisch gemarginaliseerde etnische minderheid.
Oom André: "Maar dat is mijn mening."
Racisme is geen mening.Meer leren over racisme en hoe je het tegen kunt gaan? Bekijk Sosha Duyskers nieuwe serie Uit de kramp vanaf vandaag op NPO Start.
Illustratie: Maxim de Gilder