“Er was applaus voor de zorg, maar het gevangenispersoneel is nauwelijks benoemd”
- Artikel
- 15 jul 2020
- 6 minuten leestijd
Ook gevangenissen moesten zich aan de lockdownmaatregelen van het RIVM aanpassen. Zo mochten gedetineerden van half maart tot medio juni dit jaar geen bezoek ontvangen. Hoe het is om in de gevangenis te zitten tijdens een lockdown.
Hoe vertalen de RIVM-regels rondom COVID-19 zich in de beperkte ruimte van een gevangenis? En wat is precies de impact van geen bezoek als je toch al vastzit? We vragen het Toon Molleman, directeur van de Penitentiaire Inrichting Arnhem.
“Geen bezoek meer mogen ontvangen viel behoorlijk zwaar. Op 13 maart heb ik op de balustrade gestaan om de gedetineerden mede te delen dat het bezoek eraf ging. Ik heb uit staan beelden hoe ze hun handen moeten wassen, uitgelegd dat twintig seconden echt lang is en dat ze vanaf nu echt afstand moeten houden. We hebben hier voor een groot deel te maken met mensen met een licht verstandelijk beperking. Vooral voor de vaders die vastzitten is het echt schrijnend. Ik heb brieven en filmpjes gezien van kinderen die hun vaders niet in het echt konden zien. Nou, dan hou je het echt niet droog hoor. Ook jongens met een actieve romantische relatie hadden het erg moeilijk.”
Videobellen
“Vanaf april zijn we gestart met videobellen. Videobellen is iets werkelijk anders dan livebezoek. Toch heeft het ook nieuwe voordelen met zich meegebracht: gedetineerden kunnen zien hoe het huis erbij staat, opa en oma kunnen gelijk aanschuiven, ze kunnen huiswerk doen met hun kinderen. Ook is er voor het eerst contact met familie in het buitenland bijvoorbeeld. Bij ons in de inrichting zit een delinquent die vanwege zijn daden niemand heeft; geen contact, nooit bezoek. Met het videobellen heeft hij voor het eerst weer contact kunnen maken met de enige persoon met wie hij nog een vriendschap heeft, iemand in Australië. Je belandt niet voor niets in de gevangenis, maar het blijven mensen die contact nodig hebben.”
“In de criminologie spreek je van detentiezwaarte. Hoe zwaar een straf is wordt bepaald door verschillende factoren. Over het algemeen kan je zeggen dat het verlies van contact met je sociale wereld het zwaarst weegt. De wereld gaat door, je familie en vrienden leven gewoon door buiten jou om, en je hebt daar helemaal geen invloed meer op. Dat is een gevoel van machteloosheid die meer impact heeft dan doet vermoeden. Een sociaal vangnet is cruciaal om recidive [het opnieuw vervallen in dezelfde fout, red.] tegen te gaan als de straf is uitgezeten en men weer de maatschappij in gaat.”
Aanpassingen
“Gedetineerden draaien in een inrichting mee in een dagprogramma. Er zijn wettelijk bepaalde minimumeisen vastgesteld wat betreft luchten, arbeid en bezoek. Bij ons bestaat een dagprogramma uit arbeid, een uur luchten en recreatie. Arbeid is voor het overgrote deel inpak- en assembleerwerk in de werkzaal, maar we hebben bijvoorbeeld ook een schildersopleiding of je kan op de heftruck werken in het magazijn. Recreatie betekent koken, bellen met familie of douchen. Er zijn namelijk geen douches of magnetrons in de cel hier in Arnhem. Verder zijn er mogelijkheden tot bezoek aan onze kerk of bibliotheek, sporten en bezoek.”
“Het is een vrij unieke situatie in een gevangenis. Aan de ene kant waaien griepvirussen wel vaker aan ons voorbij, de muren zijn dik. Aan de andere kant is het risico op meer besmettingen natuurlijk veel groter in een afgesloten populatie als deze, waar de gezondheid gemiddeld ook al een stuk slechter is. We zijn met veel kleinere groepen gaan werken. Dat betekent dat het dagprogramma is opgesplitst en het schema nog strakker. De flexibiliteit is er helemaal af. Dat is een hele onderneming, maar het werkt. Landelijk hebben we meer dan achtduizend gedetineerden; in totaal zijn er maar iets van vijftien besmettingen geweest in het gevangeniswezen.”
Beklag
“Voor mij persoonlijk heeft het echt een nieuwe dimensie aan mijn werk gebracht. Als directeur heb je een voorbeeldfunctie. Ik word extra in de gaten gehouden of ik zelf wel genoeg afstand hou bijvoorbeeld. Ook moet ik nu bij elke activiteit, elke ontwikkeling of verandering in beleid de vraag stellen of het wel kan volgens de nieuwe regels.”
“Gedetineerden hebben recht op beklag over beslissingen die ik neem. Zo hebben wij bijvoorbeeld tweepersoonscellen. Daar heeft een gevangene beklag over gedaan. Dat heb ik moeten verdedigen bij de Raad voor Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming. Uiteindelijk is besloten dat we tweepersoonscellen mogen blijven huisvesten omdat we een zorgvuldige inkomstenprocedure handhaven. Dat betekent dat elke nieuwe gevangene pas bij de populatie mag worden toegelaten als die klachtenvrij de incubatietijd van twee weken is doorgekomen.”
“De acceptatie van de maatregelen onder de gedetineerden was goed. Nu er versoepeld mag worden gaat het hierbinnen niet zo snel als buiten, en dat kan weleens wat onrust veroorzaken. Omdat we in de kleine ruimte die we hebben moeilijker afstand kunnen houden dan in de vrije maatschappij, moeten we heel secuur zijn.”
Toekomst
“Het is ergens ook een gewetensvraag geweest: wat is nou echt veilig? Koste wat kost afstand houden is wat mij betreft niet mijn sterkste wapen. Het zit met name in met vaste groepen werken en niet vermengen. Als nieuwe gedetineerden na de incubatietijd klachtenvrij binnenkomen, kan COVID-19 alleen nog via personeel komen, dus vooral zij moeten afstand houden. Met de ruimte en personeelsbezetting die we hebben is het werken met de kleine groepen een flinke opgave.”
“Wij doen er alles aan om COVID-19 buiten de deur te houden, net als de rest van Nederland, maar ik moet ook nadenken over de vraag: ‘Wat als het wel gebeurt?’. Daarom is het werken met die kleine groepen zo belangrijk. Mocht er ondanks alle maatregelen toch een besmetting ontstaan dan is vijftien man beter te isoleren en behandelen dan honderd.”
Bewondering
“Ik heb met grote bewondering gezien hoe het personeel hier zonder mopperen door is blijven werken. In de gevangenis werk je met een moeilijke doelgroep, met veel gedragsproblemen en in een kleine ruimte. Dat we deze periode eigenlijk zonder noemenswaardige incidenten zijn doorgekomen vind ik superknap. Applaus was er natuurlijk vooral voor de zorg, het gevangenispersoneel is nauwelijks benoemd in de cruciale beroepen. Zelf kom ik uit een dorp in de Betuwe waar kersen worden geteeld en ik heb voor iedereen een kilo verse kersen meegenomen. Een kleinigheidje, maar ik wilde mijn personeel wel persoonlijk bedanken voor hun harde werk.”
In Penitentiaire Inrichting Arnhem is sinds begin juni 2020 begonnen aan een pilot waarbinnen weer beperkt bezoek ontvangen mag worden.