Hoe een groot verlies leidt tot besef van klein verlies
- Artikel
- 10 maa 2021
- 6 minuten leestijd
Met de dood van een vriend van vroeger kreeg Brandpunt+-columnist Jan inzicht in nog veel meer dingen die we door corona zijn verloren: de kleine dingen.
Vorige week zondag las ik op Facebook dat Jelle van Tilburg was overleden. 35 jaar oud, geweldige vent, knap ook, goedlachs, echt in de bloei van z’n leven. Misschien heb je van hem gehoord: hij werd eventjes wereldnieuws toen hij vorig jaar aan een hersentumor werd geopereerd met slechts een plaatselijke verdoving. Hij bleef gitaar spelen, zodat de chirurgen wisten dat hij geen of verminderd hersenfunctieverlies zou hebben.
Ik kende Jelle doordat ik naast hem bij geschiedenis zat op de middelbare school. De docent van dat vak was vrijwel universeel geliefd, maar Jelle en ik vonden dat suspect. Nooit precies de vinger op kunnen leggen, maar we mochten die man niet, en daardoor mocht hij ons ook niet. Die docent bestond bij de gratie van zijn populariteit, en als je niet om zijn grappen lachte, was je in zijn ogen verdacht. Wij vonden hem nep, en incasseerden de sneren van die leraar daardoor gebroederlijk.
We deelden een tijdlang dezelfde vriendengroep: jongens, een paar meiden, maar vooral: jongens met bijnamen. Gregory, Paul, Sjoerd, Melvin, Stephan, Stefan, Bart, Hilde, Gemma en Kirsten, de jongens en meiden van het gymnasium en atheneum. Ik zat een tijdlang in die kring gebeiteld, maar het werd iets minder toen ik naar het atheneum ging en met de skaters ging hangen en een ander deel op het gymnasium bleef hangen.
Tijdens de studietijd bleef ik Gregory veel zien, en daarmee ook Jelle. Vooral met de carnaval spraken we elkaar wat langer; via Greg kreeg ik mee dat hij gitaar bleef spelen, dat hij in Bergen op Zoom woonde. Een paar jaar terug zag ik Jelle op een tuinfeest bij Greg, toen ontmoette en sprak ik ook zijn vrouw Kim.
Het bericht dat hij was overleden opende iets voor me. Zittend op de bank begon ik te huilen op een manier die ik de hele corona-periode nog niet had gedaan. Het eerste wat ik deed was Greg een bericht sturen om te horen of het waar was, natuurlijk was het waar, maar hoe, of wat. Hij legde uit hoe het na die hersenoperatie was gegaan, hoe ze met de jongens de laatste tijd hadden doorgebracht, hoe snel het daarna was gegaan. Ik dankte Greg en heb de rest van de tijd over het verlies zitten nadenken.
Weak ties
Het verdriet kwam in grote, schokkende golven, en daardoor besefte ik ook dat het niet alleen voor Jelle was, voor Kim, voor z’n beste vrienden, z’n familie. Zo’n groot deel van het leven bestaat uit de weak ties, de vage kennissen, van wie je desalniettemin het gevoel hebt dat het altijd goed zit als je elkaar tegenkomt.
Carnaval, familieverjaardagen, familiedagen, dat zijn de momenten dat je zijdelings mensen meekrijgt, nog eens van Sam hoort hoe het met z’n broertje Jim gaat en z’n moeder en z’n zus Sophie. Of dus met Melvin, met Paul (heeft hij nog iets met Kim), met Jelle en Kim.
Sociaalwetenschappers zeggen dat een mens op een dag menselijk contact nodig heeft om zich goed te voelen, maar dat het daarvoor niet bijster veel uitmaakt of dat contact plaatsvindt met de weak ties of juist de close ties: familie en nauwe vrienden.
Het kleine gesprek
Ik vraag me af: wat betekent dit gegeven voor rouw? Ik ga Jelle nooit meer spontaan tegenkomen voor een klein gesprekje, een pilsje, een gulle lach en het gevoel dat het goed zit. En wat ik nog meer heel erg merkte, was dat ik ondanks mijn schuldgevoel dat ik Jelle na zijn operatie vorig jaar geen echt bericht heb gestuurd, toch ook geen enkele zin had om de vrienden van vroeger over Facebook te vragen hoe het met ze ging.
Ergens vorig jaar raakte ik al tijdens de eerste lockdown in een flinke dip omdat ik al die gesprekjes via Facebook en Twitter en Instagram en Whatsapp niet meer trok. Het paradoxale eraan is dat die geheel vrijblijvend zijn – je begint met praten als je iets te zeggen hebt en stopt ermee als je wordt gestoord of niets meer te zeggen hebt – en tegelijkertijd een diepgaande emotionele betrokkenheid suggereert: als je elkaar altijd kunt spreken, betekent dat vast ook dat je altijd een beroep op elkaar kunt doen. Maar zo werkt het niet, niet met mensen die eigenlijk weak ties zijn.
De context waarin je die mensen spreekt doet ertoe: op een verjaardag of andere sociale gelegenheid is de tijd en ruimte beperkt, ook tot gesprek. Ik bedoel dit niet cynisch of stom of naar: je hebt korte tijd om elkaar te spreken, en in die ruimte verken je, nee, verzeker je met de grootst mogelijke kwaststreken waar je staat in het leven, wat de grote vormen van geluk of verdriet zijn, of er nog gewerkt wordt, of er nog iets te lachen viel. Je verkent van elkaar of je nog vermoedt dat de ander een goed mens is, en die ruimte is een groot goed. Die bestaat online geloof ik niet, of ik heb ‘m zo nog niet echt leren kennen, misschien.
Uitvaart
In ieder geval wilde ik de vrienden van vroeger niet in die ruimte vragen hoe het was. Ik deed het minimale: bellen met Greg, een condoleanceberichtje op Stephans facebookprofiel, een DM aan Jelles weduwe Kim. (Vrienden van vroeger, mochten jullie dit lezen: ik hoop oprecht dat het goed met jullie gaat en ik hoop jullie in betere tijden weer eens kort te spreken. Ik ben ervan overtuigd dat jullie goede mensen zijn, op Bart misschien na dan, want die zit bij de VVD)
Greg stuurde een url en een code waarmee ik afgelopen zaterdag naar de uitvaart kon kijken. Dat deed ik. Ik kleedde mij in het zwart, nam met de laptop plaats op de auberginekleurige stoel waar ik de avond ervoor een biertje had gedronken en een slechte film had gekeken en keek toe hoe z’n rouwende vrienden in hun toespraken verhaalden van wie hij was. Zijn liefde voor muziek, de aanstekelijke, hartelijke en zijn volledige lichaam gebruikende lach, vakanties, zijn bijnaam, de gebben der vriendschap, het leven, het verdriet.
Het was mooi gesproken, het ontroerde me op dat moment niet zo, omdat het naast de laatste groet aan een oude vriend ook gewoon een van de tabbladen was die open stonden. Zittend in die stoel, kijkend naar Jelles uitvaart, merkte ik dat de corona ook dat had afgenomen: mijn vermogen om onverdeeld verdrietig te zijn tijdens een uitvaart. Daar werd ik daarna erg verdrietig van.
Het laatste was Jelle vroeg was een donatie te doen aan het onderzoek naar hersentumoren van Erasmus MC: https://www.inactievoorerasmusmc.nl/actie/jelle-van-tilburg