We vroegen de directeur van het SCP wat deze verkiezingsuitslag betekent
- Even bellen met
- 16 maa 2017
- 5 minuten leestijd
Bij het Sociaal en Cultureel Planbureau wordt vreselijk veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het welzijn van de Nederlander. Wie beter om te bellen over de verkiezingsuitslag dan directeur Kim Putters (43)?
Hallo, Kim. We hebben veel gehoord over het afnemende vertrouwen in de politiek, maar het opkomstpercentage lag gisteren rond de 80 procent. Hoe kan dat?
“Het komt overeen met wat wij in onze onderzoeken zien: meer dan 95 procent van de Nederlanders steunt onze democratie voluit. Ik geef niet vaak mijn mening, maar hier maak ik graag een uitzondering voor: dit opkomstpercentage is geweldig. Daarbij wil ik wel de kanttekening plaatsen dat er op dit vlak scheidslijnen lopen in onze samenleving. Zo’n 18 procent van de hoog opgeleiden wil meer referenda, tegenover 70 procent van de lager opgeleiden.”
“Daarnaast zien we dat het systeem goed wordt gewaardeerd, maar de poppetjes niet. Politici en de partijen die ze vertegenwoordigen, genieten niet veel vertrouwen. Ik wil je humeur trouwens niet verpesten, maar dat geldt ook voor de media. Die worden nog wel vertrouwd, maar individuele journalisten veel minder. De gezichten van zulke instituties kunnen vaak op minder waardering rekenen dan de instituties zelf.”
Toch kan Mark Rutte, het voornaamste gezicht van de vaderlandse politiek, nog op aardig wat waardering rekenen. Veel media schrijven over de triomf van het optimisme over het populisme.
“Zo zou ik het niet willen noemen, dat lijkt me onverstandig. Een grote groep mensen is niet bijster optimistisch en heeft reële zorgen. We moeten voorkomen dat die nu in een negatief frame terecht komen, dat we ze buitensluiten. Het is wel zo dat we over de hele linie iets optimistischer worden. Een half jaar geleden vond 60 procent nog dat het de verkeerde kant op ging met Nederland, in ons laatste onderzoek was dat 53 procent. En het gaat op veel vlakken ook beter met Nederland: we zijn steeds hoger opgeleid, de werkloosheid neemt af.”
Toch is dus niet iedereen even vrolijk.
“Je hebt mensen die weten: met mij komt het wel goed. Die zijn vaak hoger opgeleid, hebben een goed perspectief op de arbeidsmarkt, doen minder vaak flexwerk, ondervinden de voordelen van open grenzen en zijn dus vaker voorstanders van de EU. Denk aan de VVD, D66, GroenLinks, en toch ook wel het CDA.”
“Daar tegenover staat een groep die toegang tot de gezondheidszorg verliest, die geen vast werk meer heeft en wiens koopkracht niet bepaald stijgt. Die maakt zich terecht zorgen, en stemt vaker op partijen als de PVV, Forum voor Democratie en DENK.”
Je noemt twee nieuwe, kleine partijen. De Tweede Kamer is straks gefragmenteerder dan ooit.
“Ja, ik geloof dat er slechts één keer eerder zoveel partijen in de Kamer zaten. Ik denk, al ken ik nog niet alle gegevens over de uitslag, dat de VVD de enige partij is die zich nog écht een brede volksbeweging mag noemen. Eentje waar alle opleiding- en inkomstenniveaus zijn vertegenwoordigd, en die ook nog eens heel erg groot is.”
“Daarbuiten zie je dat steeds meer partijen er zijn voor specifieke groepen met specifieke deelbelangen. We hebben 50PLUS die zich sterk richt op de ouderen, DENK in hoge mate op Nederlanders met een Turkse of Marokkaanse achtergrond, enzovoorts.”
Moeten we ons daar zorgen om maken? Steeds meer mensen trekken zich terug in hun eigen ‘filter bubble’.
“DENK vertegenwoordigt deels ook een teleurgestelde, achtergestelde groep. Dat zijn mensen met een migratieachtergrond die het goed doen op school, keurig hun diploma halen, en vervolgens nergens aan de bak komen. Ondertussen worden ze aangekeken op IS-geweld waar ze niets mee te maken hebben. Anderzijds radicaliseren sommigen van die groep wel degelijk. DENK kan emancipatie van beide groepen teweegbrengen, maar mogelijk ook verdere afzondering. Op die tweesprong stevenen we nu af.”
Maar goed, tijdens de verzuiling redden we ons ook wel.
“Vergis je niet: ook al leefden toen katholieken en protestanten misschien goeddeels langs elkaar heen, dat betekende niet dat er geen uitruil was van belangen. De voorlieden van die zuilen maakten afspraken en zorgden dat er niemand achterbleef. Dat is er nu minder, vrees ik.”
Wat betekent deze verkiezingsuitslag voor de toekomst? In welk land word ik straks oud?
“Ik ben blij dat je dit vraagt, want tijdens de campagne ging het vaker over eigen risico of de pensioenleeftijd dan over het grote verhaal. In wat voor soort land leven we over tien tot vijftien jaar? Wat is solidariteit tussen jong en oud? Hoe moeten alle groepen in Nederland zich tot elkaar verhouden? Hoe gaan we om met de natuur?”
“Dat wordt volgens mij de grootste uitdaging tijdens de formatie: kan er uit al die afzonderlijke afspraken over beleidsterreinen een inspirerend, overkoepelend verhaal komen? Het is mooi dat het optimistische sentiment de overhand lijkt te hebben, maar nu moet er nog wel een echte koers uit komen. Daar ligt de eerste voorname uitdaging voor Mark Rutte straks.”