Vijf inzichten over hoe comedy deze zieke wereld kan oplappen
- Artikel
- 01 okt 2020
- 7 minuten leestijd
Een gangbaar idee over comedy en satire is dat het inherent nogal conservatieve genres zijn die met name de status quo verdedigen. Toch zijn er in Amerika steeds meer verbanden tussen comedy en de brede beweging richting meer sociale rechtvaardigheid en gelijkheid.
In het nieuwe boek A Comedian and an Activist Walk Into a Bar uit maart 2020 onderzoeken Amerikaanse mediawetenschappers Lauren Feldman en Caty Borum Chattoo dat verband tussen comedy en activisme.
Aan de hand van onder meer casestudies naar Amerikaanse comedyshows als die van Stephen Colbert en John Oliver, een geschiedenis van de rol die comedians speelden om bijvoorbeeld racisme bespreekbaar te maken en onderzoeken naar concrete samenwerkingen tussen komieken en activisten laten ze zien hoe comedy en activisme elkaar beïnvloeden en welke rol de grap kan spelen in het totstandbrengen van een betere wereld.
A Comedian and an Activist Walk Into a Bar: The Serious Role of Comedy in Social Justice is een interessant boek vol voorbeelden van hoe comedy en activisme elkaar kunnen versterken. Het boek zelf is grappig genoeg niet echt grappig - daar is het te academisch voor. Wel zitten er een aantal inzichten in over comedy en activisme in die volgens mij ook voor een Nederlandse context interessant zijn. Ik las het boek en sprak de auteurs en dit is wat ik daarvan leerde:
1. Tv-komieken hebben daadwerkelijk politieke invloed
Volgens de auteurs van het boek zijn tv-shows als The Daily Show en Last Week Tonight with John Oliver (en daarmee in het verlengde, Zondag met Lubach) niet alleen grappig, ze hebben daadwerkelijk politiek effect. In 2015 zorgde een uitzending van John Oliver over het Amerikaanse borgsomsysteem ervoor dat burgemeester De Blasio van New York stappen ondernam tegen dat systeem, waar vooral arme burgers de dupe van waren.
Los van dit soort directe politieke impact hebben dit soort shows ook een grote opvoedende, rol, waarmee de komieken die ze maken ergens belangrijke intellectuelen zijn geworden. Caty zegt: “Vanaf zo’n beetje 9/11 zien we dat in Amerika comedyshows, en dan met name The Daily Show, een steeds belangrijkere rol zijn gaan spelen in het opvoeden van het Amerikaanse publiek en het bijbrengen van een zekere mediawijsheid. Door de heldere manier waarop deze show complexe onderwerpen uitleggen snappen kijkers de wereld om zich heen beter.”
Maar waarom werkt dat dan zo? Waarom dringen komieken soms net zo goed of beter tot mensen door dan bijvoorbeeld journalisten? Een deel van het antwoord ligt in het volgende punt:
2. Comedy is bij uitstek geschikt om in dit moderne socialmedialandschap mensen te bereiken
Het is niet voor niets dat op het internet, waar het gevecht om je aandacht het hevigst gevoerd wordt, comedy zo’n beetje de voertaal is geworden, stellen de auteurs in het boek. Een boodschap komt duidelijker aan als die als grap is verpakt. En misschien nog wel belangrijker: in een wereld waar iedereen aast op aandacht, is het vermogen van comedy om viral te gaan steeds belangrijker. Ook kan je vanuit een grap op een veilige manier sociale normen en praktijken bevragen, waardoor je progressieve of radicale ideeën makkelijker kunt ‘testen’.
Volgens mede-auteur Lauren Feldman is er daarom voor politici en beleidsmakers nog veel te winnen: “In de wereld van beleid en politiek en media heerst toch nog altijd het idee dat je als het over serieuze zaken gaat, ze moet communiceren met feiten en die moet verpakken in sombere, uitleggerige ernst”, zegt Lauren. “Moderne comedy zet dat idee op z’n kop. Het laat juist zijn dat het mogelijk is mensen emotioneel te bereiken, ze op een subversieve manier te laten nadenken over de status quo. Comedy kan dat op een unieke manier.”
3. Comedy doet meer voor de representatie en acceptatie van gemarginaliseerde groepen dan ik had gedacht
In Amerika is op het gebied van burgerrechten en racisme sinds de jaren zestig veel strijd geleverd en zijn er grote stappen gezet, maar wat ik niet wist is dat comedy daar ook een rol in speelde. Caty vertelt: “Dick Gregory was een [zwarte] stand-upcomedian die in de jaren zestig veel succes had. Het verbluffende was dat hij door middel van comedy tegen een wit publiek sprak over lynchings. Het witte publiek wilde deze man in die tijd waarschijnlijk vermoorden, maar vreemd genoeg zie je in beelden uit die tijd hoe hij toch zo’n witte zaal helemaal mee krijgt, hoe die ook zitten te lachen. Op die manier zie je dat hij door dit medium op zijn manier toch witte mensen kon laten nadenken over hoe racisme voelt voor mensen van kleur.”
In het boek staat verder uitgelegd hoe komieken als Redd Foxx, Lenny Bruce en Mort Sahl in tussen de jaren vijftig en zeventig openlijk racisme bespraken in een samenleving waar dat krankzinnig gevoelig lag, en zo de vooruitgang een zetje gaven.
Volgens Caty is dit geen toeval: ook nu nog zie je hoe grappenmakers in Amerika de weg bereiden voor meer acceptatie van en begrip voor traditioneel gezien gemarginaliseerde groepen. “Het doet veel om bijvoorbeeld POC, vrouwen, homo’s en lesbiennes en trans mensen ‘menselijk’ te zien worden afgebeeld in comedy als die van Hannah Gadsby, en daar is het genre bij uitstek geschikt voor, en die rol heeft het historisch dus ook gespeeld.”
4. Comedians die een-op-een met activisten werken (of andersom) hebben soms opmerkelijk succes
Los van de indirecte banden tussen de grap en sociale verandering, zijn er ook gevallen bekend waarin comedy direct wordt ingezet om een politiek doel te sorteren. “In ons boek vertellen we het verhaal van Amanda Nguyen, die nu is genomineerd voor een Nobelprijs voor de Vrede. Zij werkte samen met internet-comedy-platform Funny or Die, die haar hielpen een video te maken om ruchtbaarheid te geven aan een stuk wetgeving rondom aanranding en verkrachting waar zij aan had meegeschreven. Volgens Nguyen hielp die video politici in het gareel te krijgen voor die wetgeving, en vervolgens is die erdoor gekomen.”
Op de vraag of activisten en beleidsmakers dan altijd met komieken zouden moeten samenwerken antwoordt Caty met een ‘hangt ervan af’: “Ik ben zelf een innovatielab gestart, The Laughter Effect, waar ik activisten en komieken samenbreng om te zien of ze elkaars boodschap kunnen versterken en elkaar kunnen helpen. Wat ik daarvan heb geleerd is dat het een precair proces is. Wat in ieder geval niet werkt is als komieken als mosterd na de maaltijd bij een proces komen en dan een ‘komisch sausje’ over de boodschap mogen gieten. Dat wordt nooit echt grappig. Maar als komieken van begin af aan bij het gesprek aanwezig zijn, heeft het een kans van slagen. Sociale verandering heeft echte creativiteit nodig, en creativiteit heeft vrijheid nodig. Als ‘social justice’-activisten willen samenwerken met komieken, moeten ze dat gegeven respecteren.”
5. Comedy is ook weer geen wondermiddel
Hoewel comedy een uitstekend middel is om mensen te bereiken en ze kwesties te laten begrijpen, zet het niet altijd direct aan tot actie. Mensen die om een boodschap lachen begrijpen die boodschap misschien eerder, ze worden daar niet direct actievere burgers van. De auteurs zeggen dan ook expliciet dat er niet één duidelijk recept is waarmee je via comedy een betere wereld creëert. “Als we het hebben over sociale verandering en rechtvaardigheid, dan praten we over een langdurig, complex proces. Sociale verandering is een soort spectrum, een complex geheel, waarbij comedy invloed uitoefent op hoe mensen gerepresenteerd worden, welke ideeën acceptabel zijn en waarbij mensen complexe zaken soms beter leren begrijpen. Maar het is niet dat je kan zeggen: als je de kleur paars gebruikt in je boodschap dan komt hij gegarandeerd over, want paars is de grappigste kleur.”
Paars is niet de grappigste kleur.