Deze filosoof vertrok bij Google om onze tijd te redden uit de handen van techreuzen
- Interview
- 14 feb 2018
- 8 minuten leestijd
James Williams werkte tien jaar bij Google, toen ineens het kwartje viel: dit zaakje stinkt. Facebook, Twitter, en Google: ze slurpen met slimme trucs onze aandacht op en laten niets voor ons over. Nu leidt hij Time Well Spent, een beweging die onze kostbare minuten uit handen van de techreuzen in Silicon Valley wil redden.
James Williams hield de cijfers in de gaten, op drie beeldschermen tegelijkertijd. Niets bijzonders, die dag. Honderden, duizenden, miljoenen clicks op advertenties. The usual, bij Google. Toch, voor het eerst in tien jaar Silicon Valley bekroop Williams een hardnekkig ongemak. Waar ben ik mee bezig, dacht hij. Dit zijn geen cijfers, maar mensen aan de andere kant van de matrix. Miljoenen mensen, die allemaal klikken op iets waar ze zonder zijn bemoeienis niet op hadden geklikt.”
Het ongemak achtervolgde hem in het dagelijks leven al wat langer. Hoewel hij alle technologie van de wereld tot zijn beschikking had, bleek het moeilijker dan ooit om te doen wat hij daadwerkelijk wilde. “Boeken lezen, nadenken, tijd met mijn familie doorbrengen… er kwam steeds weer iets tussendoor.” Een tweetje van Trump, een push-notificatie, #ophef, een spelletje. “Het was elke dag weer alsof ik van plan was een voedzaam biefstuk te eten. Door al die slappe chips die ik naar binnen gepropt kreeg, had ik ‘s avonds geen trek meer in die steak.”
Williams stapte op bij Google. Hij wilde zijn tijd terug - en snel een beetje.
“We hadden dit gesprek tien jaar terug al moeten voeren”, verzekert Williams me via skype. “Twintig jaar geleden, zelfs.”
Het is de aandachtseconomie, legt hij uit. Zonder dat de gebruikers het door hebben, betalen ze met hun aandacht en tijd voor producten die gratis lijken. Reuzen als Facebook en Google verzamelen informatie over wie we zijn en de manier waarop ze zich online gedragen, en verkopen deze data door aan derden. Goud geld, want met behulp deze informatie bombarderen al die bedrijven ons met advertenties van producten of diensten die precies aansluiten op onze wensen. Al schieten ze ook wel eens mis, weet elke vrouw die sinds haar vijfentwintigste verjaardag elke dag op Facebook met luiers en zwangerschapstesten wordt geconfronteerd.
Om zo veel mogelijk van ons te weten te komen, willen tech-bedrijven dat we zo lang, en zo vaak mogelijk van hun product gebruik maken. “Dat we eindeloos klikken en scrollen. Heb je ooit iemand ontmoet die het liefst de dag in dag uit door z’n Facebook-tijdlijn naar advertenties zit te kijken? Ik niet. Anders dan al die mission statements braaf zeggen, gaat het grote tech-bedrijven al lang niet meer om wat de gebruiker wil, maar om wat zij van de gebruiker willen.”
Foto: Robert Ghement/EPA/ANP
Tijd en aandacht, dus. Om die te kunnen oogsten is het design van de meeste online diensten erop ingericht dat we blijven plakken. Een fuik, waarin je steeds verder verstrikt raakt in afleidingen. Als we de uitgang hebben gevonden, krijgen we weer een notificatie: zeg, weet je zeker dat je niet toch even wilt kijken? “Het zijn net gokautomaten," zegt Williams. “Van die fruitmachines: je betaalt voor de kans op een verrassing.” Sneu, eigenlijk: we weten diep vanbinnen dat we waarschijnlijk niet gaan vinden waar we naar op zoek zijn, maar de kans dat het er toch bij zit, laat ons nog een keer die Twitter-tijdlijn verversen. In ruil voor ons gebrek aan realiteitszin, geven we Twitter weer een uurtje van onze tijd en aandacht.
“Onderschat het effect van dit verdienmodel niet,” drukt hij me op het hart. “Ik denk dat we lange tijd niet door hebben gehad dat je op die manier niet alleen je product ontwerpt, maar ook mensenlevens. They are designing people!” Williams kan het weten. Hij zag ons uren van onze tijd vullen met klikken en scrollen vanachter zijn bureau bij Google. Uren die we – als je het ons zou vragen – veel liever anders hadden doorgebracht. En de sleutel tot onze aandacht? “Outrage,” zegt Williams. “En reken maar dat sociale media er alles aan doen om ons zo verontwaardigd mogelijk te krijgen.” Want zeker wanneer gebruikers zich in negatieve zin opwinden, blijven ze actief.
“Ooit was informatie schaars,” zegt hij, “en was entertainment zeldzaam. Nu leven we in een oneindige stroom aan entertainment en klagen we zelfs over een teveel aan informatieprikkels. We zijn inmiddels zelfs zo ver dat we ons ontheemd en onwennig voelen als we even geen entertainment bij de hand hebben. We are amusing us to death, zei de Amerikaanse schrijver Neil Postman.”
Het is het gevoel dat ik herken van die momenten waarop mijn telefoon uitviel. Een vreemd soort gelatenheid, afgewisseld met de realisatie dat er een defect opgetreden was in het verlengstuk van mijn lichaam. Wat doe ik nu? Een boek lezen? Uit het raam staren? Praten met anderen?
Alsjeblieft zeg.
Onze maatschappij heeft bedachtzaamheid nodig: vruchtbare grond voor grote denkers en goede ideeën
We kennen het verschil niet meer tussen vrije tijd en entertainment, concludeert Williams. Het is te gemakkelijk geworden om loze momenten vol te proppen met afleiding. “Die vrije tijd hebben we juist hard nodig. Dat zijn de momenten waarop je even afstand kunt nemen van wat je aan het doen was en na kunt denken over wie je bent en wat je wil.” Rust in je hoofd. “Op dat soort momenten is er ruimte voor bedachtzaamheid. Dat heeft onze maatschappij nodig: vruchtbare grond voor grote denkers en goede ideeën.”
Diep van binnen weten we het heus wel. “We zijn ons er bewuster van dan we denken. Ik bedoel: we maken allemaal wel eens mee dat we zo vaak afgeleid worden dat we vijf andere dingen hebben gedaan, in plaats van dat wat we wilden doen. Moment to moment distraction.” Het doek is gevallen, hoopt Williams. “We hebben ze door, en we herkennen de verslavende karakteristieken van sociale media steeds vaker.”
Mooi. En nu? Met zijn beweging Time Well Spent, die hij begon met zijn oud-tech-collega Tristan Harris, trekt Williams ten strijde tegen de aandachtseconomie. “We willen dat de tech-industrie haar doelen weer op één lijn krijgt met die van de gebruiker."
En da's nog niet genoeg, als we de filosoof mogen geloven. ”Het is tijd dat ook de overheid ingrijpt, zegt Williams, die vindt dat de democratie in gevaar is. Hoewel hij begrijpt dat regulatie van bovenaf zelfs de gebruiker tegen de borst stuit, blijft hij resoluut: “Het is simpel: wil je dat tech-bedrijven jouw leven reguleren, of de overheid?” Het gaat ons niet lukken transparantie af te dwingen bij tech-reuzen als Google of Twitter, wil hij maar zeggen. Dat lukt alleen via de wet. “Kijk naar net neutrality. Een pijnlijk voorbeeld, maar het maakt wel duidelijk: we hebben regels nodig om onze vrijheid te bewaren”, zegt James Williams. “Zie Time Well Spent als een vakbond, die opkomt voor de arbeiders in de aandachtseconomie.”
Een andere rol is weggelegd voor medewerkers van tech-bedrijven. “Zij kunnen het systeem van binnenuit veranderen, en het probleem aankaarten bij de bron. Met Time Well Spent willen we vooral die mensen overtuigen van het belang van de gebruiker.” Zo wil hij dat tech-bedrijven transparant zijn tegenover de gebruiker. “Stel je voor, je downloadt een app die zegt: “Hallo! Dit is wat we van je willen en dit is wie we willen dat je bent! Laten we beginnen met dat je per dag zeker drie uur lang naar je scherm kijkt en op al onze advertenties klikt.”
Daarnaast moeten journalisten af van wat Williams schadelijke drijfveren noemt. “Ik snap dat het lastig is, omdat de journalistiek afhankelijk is van clicks als ze geld willen verdienen, maar alsjeblieft: laat je niet leiden door ophef. Help de gebruiker het kaf van het koren te scheiden.” Geen onnodige pushberichten, geen live blogs, geen polariserende opiniestukken of halve nieuwtjes. Informeer en ga opzoek naar oplossingen, in plaats van problemen.
Als gebruiker heb je een andere plaats in dit ecosysteem, zegt Williams, “Maar je kunt beginnen met het installeren van adblockers. En vraag je elke ochtend af: laat ik de technologie bepalen wie ik ben en wat ik doe vandaag, of beslis ik dat zelf?” Spijt is de parkiet in de kolenmijn, ontdekte Williams. “Als je spijt hebt van de tijd die je doorbracht met technologie, is je tijd met de beste wil van de wereld niet well spent te noemen."
Williams is net vader geworden. Zijn zoontje is voorlopig te klein om een iPhone vast te houden. “Gelukkig, daar hoef ik me nu nog niet druk om te maken”, zegt Williams. “Maar ik moet hem wel op deze wereld voorbereiden. Het is lastig, voor ouders in deze tijd.” Hij begint bij zichzelf, zegt hij. “Ik weet hoe goed het voor me is als ik een dag lang met vrienden interessante debatten heb gevoerd, in plaats van me op te winden om een flame war op Twitter.”
Ok. Nu wij.