Janneke (23) is herstellende van een cocaïneverslaving. “Terwijl mijn ouders boven sliepen, snoof ik ‘s nachts stiekem in de woonkamer”
- Artikel
- 12 mei 2022
- 8 minuten leestijd
We spraken met Janneke over haar zware afkicktraject en het stigma dat rust op verslaving. “Niet iedere verslaafde is een zwerver die eet uit een prullenbak.”
“Waar ben je nu?”, vraag ik Janneke wanneer ze de telefoon opneemt. We zouden voor dit interview eigenlijk een rondje gaan wandelen op een rustige plek in de Brabantse stad waar ze woont, maar door omstandigheden werd het toch een telefoongesprek. “Thuis”, reageert ze. “Maar mijn ouders zijn beneden, dus ik kan gewoon praten. En anders laat ik het je weten.”
Tien maanden. Dat is hoelang Janneke de witte poeder inmiddels heeft
afgezworen. In de jaren ervoor gebruikte ze cocaïne en later de designerdrugs
3-MMC vrijwel dagelijks en in het geheim. Omdat een deel van haar familie en
vrienden niet op de hoogte is van haar verslavingsverleden, wil ze niet
traceerbaar in dit artikel verschijnen.
Weet je nog wanneer je
voor het eerst in aanraking kwam met coke?
“Dat was in de eerste maanden van mijn studie aan het Grafisch Lyceum in
Rotterdam, toen was ik 17. Ik had geen leuke middelbareschooltijd en werd veel
gepest, dus ik wilde weg uit mijn oude omgeving. Op het Lyceum kwam ik in een
groepje studenten terecht die in het weekend van alles gebruikte, al snel nam
ik ook mijn eerste lijntje uit nieuwsgierigheid. Vrijwel meteen merkte ik: ik
voel me completer als ik gebruik, alsof er tot dan toe altijd iets
miste.”
Hoe kwam je tot de
realisatie dat je verslaafd was?
“Mijn vrienden en ik leefden in de nacht en gingen nog nauwelijks naar
school. Voor mijn gevoel had ik de coke nodig om te kunnen presteren in sociale
situaties, om tot mezelf te komen. Na een paar maanden zag ik in hoe
afhankelijk ik was geworden en vertrok ik weer uit Rotterdam, terug naar mijn
ouders.”
“Ik ging werken en het lukte me een jaar om van de drugs af te blijven. Dat veranderde zodra ik aan een nieuwe opleiding begon. Ik kon niet echt aansluiting vinden bij de andere studenten en voelde veel prestatiedruk. De nummers van mijn oude dealers kon ik wel dromen, nog steeds trouwens. Dus voor ik het wist gebruikte ik weer wat. Eerst in het weekend, maar al gauw iedere dag. Het werd een onderdeel van mijn ochtendroutine voordat ik naar school ging, ik kon niet meer zonder.”
Kun je omschrijven wat
je voelde als je níet gebruikte?
“Er was een soort leegte in mijn hart of ziel, of hoe je het ook wil
noemen. Een zwart gat dat ik niet opgevuld kreeg met leuke activiteiten of
fijne gesprekken. Ik heb me nooit echt gelukkig gevoeld en ga zolang ik me kan
herinneren al naar psychologen, maar dat gevoel bleef bestaan. Dus als je dan
ontdekt dat drugs wel iets positiefs teweegbrengen… Ik denk dat mensen die gelukkig
zijn en tevreden met zichzelf ook niet zo snel verslaafd raken, die hebben het
niet nodig.”
"Als ik iets heb geleerd, is het wel dat een verslaving iedereen kan overkomen."
Als ik denk aan iemand
die verslaafd is aan coke, denk ik aan een man van rond de 35 die werkt op de
Amsterdamse Zuidas - niet voor niets de ‘snuifas’ genoemd. Herken je dat
stereotype beeld? En maakt dat het voor jou als jonge vrouw moeilijker om voor
je verslaving uit te komen?
“Ik denk dat de meeste mensen bij een drugsverslaving inderdaad eerder aan
een man denken. Maar meer nog dan een man met een drukke baan, heerst er een
stereotype beeld van een zwerver die over straat struint en uit prullenbakken
eet. Of in ieder geval iemand die er onverzorgd uitziet.”
“En dat klopt echt niet. Als ik iets heb geleerd, is het wel dat een verslaving iedereen kan overkomen. Of je nou werkloos bent of aan de universiteit studeert. En je ziet het lang niet altijd aan de buitenkant. Toen ik in mijn diepste dal zat, douchte ik nog steeds elke dag en probeerde ik me goed te verzorgen.”
“Dus ja, er bestaan veel vooroordelen en ik denk dat die het voor mij
lastiger maken om open te zijn over mijn verslavingsverleden. Ik ben er wel
eens voorzichtig over begonnen tegen mijn ouders, maar merkte dat ze het meteen
wegwuifden. Zo van: we hebben allemaal weleens wat gebruikt toen we jong waren,
zo erg zal het wel niet zijn.”
Mag ik weten hoeveel je
gebruikte op je dieptepunt?
“Toch wel twee gram per dag, soms zelfs drie of vier. Terwijl mijn ouders
boven sliepen, bleef ik ‘s nachts wakker en gebruikte ik stiekem beneden in de
woonkamer. Gewoon bij het kijken van een film of serie. Soms sliep ik helemaal
niet en ging ik in de ochtend weer naar school.”
De ‘marktprijs’ voor een
gram cocaïne is 50 euro. Hoe betaalde je dat?
“Ik hield het een tijd vol met het geld dat ik had verdiend met mijn baan.
Omdat ik bij mijn ouders woon, gaf ik verder nauwelijks iets uit. Maar op een
gegeven moment kon ik het niet meer ophoesten, daarom stapte ik over op 3-MMC.
Dat is véél goedkoper en het effect vond ik net zo prettig, misschien nog wel
beter. Dus toen raakte ik daaraan verslaafd.”
"Dit kan zo niet langer, dacht ik. Ik wil leven."
Wanneer wist je: dit
moet stoppen?
“Een docent sprak me aan omdat het hem opviel hoe slecht het met me ging,
ik kon me nauwelijks concentreren en mijn resultaten gingen achteruit.
Uiteindelijk heb ik bij hem mijn verhaal gedaan en zijn we samen naar
professionele hulp gaan zoeken. Dat was het begin van een heel lang traject met
veel terugvallen. Je kan zoveel hulp krijgen als je wilt, maar afkicken lukt
pas echt als je er zelf volledig achterstaat. Het kostte me veel tijd om op dat
punt te komen.”
“Er zijn twee momenten die me achteraf bezien hebben wakker geschud. Een keer zocht ik mijn oude vrienden op in Rotterdam, een paar van hen leefden inmiddels onder een brug. Je kon de afdrukken van de heroïne-spuiten op hun armen zien, kort daarvoor was er nog iemand overleden aan een overdosis. Toen realiseerde ik me: zo kan ik ook eindigen.”
“Op een ander moment was ik teruggevallen in mijn 3-MMC-gebruik, ik voelde me
zwaar ellendig. Terwijl ik heel veel in één keer had gebruikt, schreef ik een
afscheidsbrief op mijn laptop met daarin de nummers van mensen die ik op mijn
uitvaart wilde uitnodigen. Uiteindelijk ben ik toch in slaap gevallen en las ik
na het ontnuchteren die brief terug, die vol met vage zinnen stond. Dit kan zo
niet langer, dacht ik. Ik wil leven."
"Als ik een vliegtuigstreep in de lucht zag, dacht ik aan een lijntje."
Je bent nu tien maanden clean.
Hoe bevalt het nuchtere leven?
“Herstellen van een drugsverslaving is een eenzaam proces. Ik ben veel
vrienden verloren. Als je voor de zoveelste keer terugvalt, raken zij het op
een gegeven moment ook beu. Maar het gaat langzaam beter. Laatst bedacht ik me
nog: zelfs op mijn kutste dag is het niet meer zo kut als op de beste dag toen
ik gebruikte.”
“De eerste drie maanden na mijn laatste gebruik stond ik soms bijna op mijn kop omdat ik er zo naar terugverlangde. Er zijn ook overal triggers, op de meest onverwachte momenten. Als ik in die maanden een vliegtuigstreep in de lucht zag, dacht ik aan een lijntje. En als ik bij mijn oma pannenkoeken met poedersuiker at, kreeg ik er ook weer zin in. Dat is nu gelukkig veel minder. Ik word er nog wel aan herinnerd, maar raak er niet meer zo door in de verleiding.”
Wat zou je mensen willen meegeven die nog aan het begin van hun herstel
staan?
“Je hoeft het niet alleen te doen. Ik denk dat veel mensen met een
verslaving vanuit koppigheid en schaamte denken dat ze er vanzelf wel vanaf
komen, maar het gaat echt beter als je hulp krijgt. Dus ga op zoek naar een
goede behandelaar met wie je een fijne klik voelt, soms is daarvoor meer dan één
intake bij één behandelcentrum nodig.”
“En wat mij heel erg helpt is om een paar vrienden in mijn omgeving te hebben van wie ik weet dat ik ze even kan bellen of appen als ik het moeilijk heb of een terugval dreig te krijgen. Of ik schrijf mijn gedachten van me af en ga daarna een rondje wandelen. Ik weet inmiddels: zo’n moment waait vanzelf een keer over.”