De uitvinder van Virtual Reality wil dat je NU je sociale media-accounts verwijdert
- Tip
- 19 feb 2018
- 7 minuten leestijd
Tech-hippie Jaron Lanier vond Virtual Reality uit in de jaren tachtig. In zijn boek 'Dawn of the new everything' beschrijft hij hoe hij Silicon Valley zag veranderen van een broedplaats voor creativiteit in een door winst gedreven zakenwereld, vol meedogenloze 'money men'. Delete al je sociale media-accounts, zegt hij. Nu! En zet een VR-bril op: die helpt je ontsnappen.
Jaron Lanier is eh, een beetje vreemd.
Zijn ouders, de joodse Lilly en Ellery, vluchtten Europa uit tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zij wist zich als vijftienjarige een weg te praten uit een concentratiekamp in Wenen. Hij ontsnapte aan de dood in Oekraïne. Ze ontmoetten elkaar in het drukke, bruisende New York, maar verhuisden in de jaren zestig naar het rustige, bijna saaie El Paso, Texas, aan de grens met Mexico. “Zo ver mogelijk weg van de boze buitenwereld.”
Jaron was een dromerig jongetje, met ouders die het liefst in hun eigen wereld bleven. Hij werd gepest. Eerst in Mexico, toen in Texas. Toen Jaron een jaar of tien was, zag zijn moeder vanuit de auto hoe kinderen uit de klas haar zoon te pakken kregen op de weg naar school. Diezelfde dag verongelukte Lilly Lanier, in die auto. De kleine Jaron bleef er lange tijd van overtuigd dat het ene met het andere te maken had. Snel na haar dood werd hij ziek. Het huis van zijn ouders ging in vlammen op. Het was 1972 en Jarons vader gaf zijn kleine zoon een lap grond en carte blanche. In zeven jaar bouwden Jaron en z’n vader een glazen koepel, middenin de woestijn.
Jaron bleef eenzaam, en vluchtte het liefst z’n hoofd in. Hij kon uren staren naar de schilderijen van Jeroen Bosch: vreemde, levendige werelden, die schuurden aan de onze, maar omlijst onbereikbaar bleven. Onder de sterren, in zijn huis van glas, droomde Jaron Lanier van Virtual Reality. Hij las ervan in The machine stops – een griezelig Sci-Fi-verhaal van E.M. Forster, uit 1909 – en wilde niet anders. Een wereld naast de onze, waar al onze problemen niet door de douane kwamen en waar niemand, ook hij niet, eenzaam was.
Jaron sloeg zijn laatste schooljaren over, en wist als jongen van dertien de Universiteit van New Mexico van zijn hersenkracht te overtuigen: daar leerde hij programmeren. Een vaardigheid die hem stapje voor stapje dichterbij zijn droom bracht. Een digitale wereld, zijn Utopia.
Vreemd, dus. “Very hippy-ish”, noemt hij het zelf. In zijn boek Dawn of the new everything: encounters with reality and virtual reality, laat hij geen enkel weetje onbesproken. Hij wil dat we hem leren kennen als mens. Hem, en onszelf: want we zouden onze menselijkheid bijna vergeten, in een wereld die gedomineerd wordt door technologie.
Met het geld dat hij verdiende aan een spelletje voor Atari, zette Jaron in de jaren tachtig zijn eerste Virtual Reality-bedrijf op in Silicon Valley. Daar begon hij aan de bouw van een wereld tussen werkelijkheid en droom in: cyber space. Samen met z’n vrienden, in een kelder waar de ratten over de vloer liepen, werkte hij aan VR-handschoenen en VR-brillen. Het kon twee kanten op, wist-ie. “Virtual Reality kan het mooiste medium ooit worden. Een geweldige kunstvorm, die mensen samenbrengt en elke kloof weet te overbruggen. Óf het wordt the creepiest thing of all time.”
Nee, je sterft niet eenzaam in de kou als je stopt. Het leven gaat gewoon door
Lanier werkte jarenlang bij Microsoft, aan wie hij zijn VR-bedrijf verkocht, en gaf les aan verschillende Amerikaanse universiteiten. De lezingen die hij gaf en de boeken die hij schreef, maakten van de pionier een geliefd als gevreesd criticus van digitale innovatie. In You are not a gadget (2010) opende hij de aanval op Google en Wikipedia. De expert werd beroofd van zijn autoriteit, waarschuwde Lanier. En de gebruiker is het zoeken verleerd, net als z’n kritische blik. Als informatie je op een presenteerblaadje wordt aangeboden, kun je er maar beter in geloven. Toch? In Who owns the future (2013) uitte hij zijn zorgen over data als betaalmiddel. Knowledge is power, in Silicon Valley. Hoe stoppen we data slurpende tech-reuzen als Facebook, Google, en Amazon? Met geld, schreef Lanier. Door opnieuw te gaan betalen voor sociale media en zoekmachines.
“Ik heb me lang thuis gevoeld in Silicon Valley,” zegt Lanier. “Maar met Google is er iets veranderd.” Not in a good way. In wat hij nog altijd cyber space noemt, komen Laniers nachtmerries uit. Nepnieuws is niet meer van nieuws te onderscheiden, de boel polariseert, en mensen met kwade bedoelingen verschuilen zich met gemak achter schuilnamen, nep-accounts, en anonimiteit. "Out in the wild it’s absolutely deadly.”
Gooi al je sociale media-accounts weg, raadt hij aan. Nu. “Stop gewoon. Het is stom gedoe. Je denkt dat je gewoon foto’s van je favoriete voetbalteam zit te bekijken, maar je wordt gemanipuleerd. Ga weg, houd op, bedenk een andere manier om op de hoogte te blijven. Zo dom ben je niet, toch? Ik heb zelf nog nooit iets geplaats op een sociaal medium. Ik verkoop ook nog gewoon boeken. En nee, je sterft niet eenzaam in de kou als je stopt. Het leven gaat gewoon door.”
Met Virtual Reality is het vooralsnog goed afgelopen, vindt Lanier. Zo creepy is het (nog) niet, schrijft hij. En juist VR kan ons helpen ontsnappen aan de verstikkende macht van Facebook en Google. “Virtual Reality is als een illusionist,” zegt Lanier. Wie een VR-bril opzet, weet waar hij aan begint. De bril is overduidelijk gereedschap, dat je bewust inzet om in een andere wereld te stappen. “Je bent je bewust van de truc,” zegt Lanier. Deze wereld is virtueel, weet je. Niet echt. En als ik wil, zet ik de bril af en stap ik eruit. Dat je weet dat je voor de gek gehouden wordt, doet niet af aan je beleving van de VR-wereld. Het is als een show van Hans Klok: je ziet ‘m vliegen en je weet, die hangt aan een touwtje. Maar man, wat ziet het er strak uit. En wat kan die man vliegen! Wie voor Virtual Reality betaalt, weet wat-ie krijgt: een illusie.
Facebook, daarentegen, is als een charlatan. Dat je als gebruiker deel uitmaakt van de truc, hebben de meesten van ons niet door. We maken een profiel aan, delen wat, chatten wat, en bekijken profielen van anderen. Facebook werkt achter de schermen aan een duister plannetje: daar worden onze gegevens verzameld en doorverkocht. We sluiten de app af en hebben zonder het te weten, de charlatan onze buidel leeg laten roven. Doe onderzoek, schrijft hij. Verdiep je in verdienmodellen en algoritmes, steek je hand in de hoge hoed. “If you learn a little bit of magic, you are less likely to be tricked by a magic show.”
Bovendien geeft Virtual Reality ons wat menselijkheid terug, vindt Lanier. Je neemt jezelf mee, in zijn cyber space: je lichaam, je motoriek, je stem, je oren, en je ogen. Dat maakt je ervaring wezenlijk anders: wie zichzelf meeneemt, zal ook de ander als mens willen zien.
Een maand geleden zag ik een filmpje van Youtube Rogue Shadow VR. In een Virtual Reality-wereld, ziet hij hoe een van de andere aanwezigen, een rooie robot, op de virtuele vloer valt en begin te schokken. Een elfje, een trol, en een baby op sokken, staan erbij en kijken ernaar. De vingers van de robot trekken samen, en zijn benen trillen op de houten pixelplanken. Omstanders maakten wat grappen, en riepen zijn naam.
De persoon met de bril op had een epileptische aanval. Iedereen zag het, niemand kon iets doen. Hun virtuele alter-ego's keken toe en wachtten af. Pas toen Virtual Reality het elfje, de trol, en de baby op sokken confonteerde met de grenzen van de illusie, viel het doek.
De truc is nog niet af. Lanier weet het zelf ook: voor hij z'n dromen kan beleven, zijn we twintig jaar verder.