“Ik poetste alles 100 keer”: leven met een dwangstoornis
- Artikel
- 30 aug 2022
- 5 minuten leestijd
Het hoofd van journalist Beau (21) maakt overuren door dwangmatig te tellen: letters, hoeveel slokken water en als hij druiven eet, zijn dat er altijd twee, vier, zes of acht. Hij spreekt met Layla (22) over de dwanghandelingen die zij beiden uitvoeren.
Een tijdje terug had ik het er met een vriendin over dat ik nooit een serie kan kijken en tegelijkertijd aandachtig een gesprek kan voeren. Waar zij overal doorheen kan tetteren en wonder boven wonder alsnog meekrijgt wat het plot is, moet ik Netflix even pauzeren om écht te kunnen luisteren. Volgens haar gebeurt tijdens het kijken van een serie al zó veel in mijn hoofd, dat daar niet nóg een complete taak bij kan. Zo puzzel ik tijdens het kijken bijvoorbeeld met de ondertiteling: ik tel uit hoeveel letters woorden en zinnen bestaan, en maak hier in gedachten sommetjes mee. Dit gebeurt allemaal op de automatische piloot, ik kan het niet níet doen.
We kwamen tot de conclusie dat dit dwanghandelingen zijn: ik moet van mezelf bepaalde handelingen steeds weer uitvoeren. Nu heb ik daar niet per se last van, maar het kan soms wel behoorlijk vermoeiend zijn. Zelf ken ik weinig andere mensen die dwanghandelingen uitvoeren, terwijl bijna één procent van alle volwassen Nederlanders ergens in hun leven een dwangstoornis krijgt.
Het wordt een dwangstoornis genoemd op het moment dat je dwanggedachten of dwanghandelingen niet meer verdwijnen. En jongeren tussen de achttien en vierentwintig jaar hebben er de meeste kans op. Wat voor ervaringen hebben andere jongeren met dwanghandelingen? Na het plaatsen van een oproep op Instagram krijg ik een aantal reacties op deze vraag.
Gadverdamme
Met haar blote voeten raakt ze de bodem van een openbaar zwembad niet aan, bestek in restaurants maakt ze voor gebruik zelf schoon en thuis bij haar ouders gebruikt ze enkel en alleen haar eigen glazen. Layla* (22) heeft last van smetvrees en voert dwanghandelingen uit. “Ik heb dit al van kleins af aan, maar ik heb geen idee hoe het is ontstaan. Bij een bord móét ik altijd eerst mijn hand eroverheen halen, om te voelen of het wel schoon is. Als ik dit van tevoren niet doe, eet ik heel weinig. Eigenlijk alleen wat het bord niet volledig heeft aangeraakt.”
‘Het is toch gewoon in de vaatwasser geweest’
De aanleiding voor dit gesprek met Layla was mijn interesse in hoe andere jongeren met hun dwang omgaan. Zelf heb ik me er namelijk wel eens voor geschaamd, en het gevoel gehad dat ik de enige ben met zo’n gekke ‘kwaal’. Aan Layla vertel ik dat ik zelf óók dwanghandelingen uitvoer. We lijken bij elkaar herkenning te vinden in hoe moe we zo nu en dan van onze dwang worden. “Soms denk ik bij mezelf: pff, stel je niet aan,” vertelt Layla me. Veel mensen in haar omgeving weten van haar smetvrees en zijn niet anders gewend. Toch wordt er nog wel eens gezegd dat ze zich aanstelt, bijvoorbeeld wanneer ze een vork omwisselt zodra haar ouders de tafel dekken. Maar er is één grote meevaller: “De smetvrees van mijn beste vriendin is nóg erger, dus zij reageert gelukkig nooit raar. Samen lachen we er soms zelfs om.”
“Als ik ergens anders moet douchen krijg ik daar ook echt rillingen van”
Buiten haar vertrouwde omgeving scant Layla continu hoe alles eruitziet. “Ik raak nooit zomaar iets aan. Als ik dat wel doe, is het sowieso altijd met mijn elleboog. Vroeger wilde ik op vakantie écht niet douchen of in het zwembad. Ik vond toen alles al mega vies. Nu doe ik overal slippers aan en raak ik de grond en de randen van het zwembad niet aan. Als ik ergens anders moet douchen, krijg ik daar ook echt rillingen van. Ik doe mijn ogen dicht en douche heel snel. Bij andere mensen thuis ga ik niet naar de wc, en gebruik ik hun borden en bestek niet.”
De poetsvrouw des huizes
Waar mijn dwang vooral in mijn eigen hoofd zit en anderen daar weinig tot niets van merken, zit Layla’s omgeving soms ‘opgescheept’ met haar dwanghandelingen. Ze heeft een tijdje op kamers gewoond in Breda. Hier stond ze bekend als ‘de poetsvrouw’ en wisten haar huisgenoten dat alles opgeruimd moest zijn zodra Layla thuis was. “Daar werden ze gek van. Alles moest honderd keer gepoetst worden. Mijn eigen kamer poetste ik dagelijks en ik liet ook niemand anders de badkamer schoonmaken, want anders vertrouwde ik er niet op dat het schoon genoeg was.”
Dwanggedachten en dwanghandelingen kunnen worden behandeld door middel van cognitieve gedragstherapie, medicijnen of een combinatie van beide. Dit is afhankelijk van de mate waarin je zelf last hebt van je dwang. Layla heeft nooit hulp gezocht voor haar dwanghandelingen, want ze zegt haar dagelijkse bezigheden nog normaal te kunnen uitvoeren. En van schaamte voor haar dwang is ook ab-so-luut geen sprake bij Layla. Dat is dan ook de boodschap die ze mij heeft meegegeven, want wij zijn namelijk zeker niet de enige jongeren die dwanghandelingen uitvoeren.
“Het maakt je uniek als persoon. En de mensen die er een probleem mee hebben, hebben pech. Ik ben wie ik ben,” zegt Layla stellig.
*I.v.m. familieomstandigheden wordt er gebruik gemaakt van een gefingeerde naam
Beeld: Kelly Sikkema op Unsplash