“Kijk je in het gezicht van mensen die rouwen om huisdieren, dan kijk je recht in hun ziel”
- Artikel
- 17 jan 2020
- 7 minuten leestijd
Jos Nooijen begraaft al vijf jaar lang dieren op zijn dierennatuurbegraafplaats ‘De Aarde’, in het Limburgse dorp Grashoek. Wat voor mensen begraven hun dieren op een natuurbegraafplaats? Wat heeft Jos over de rouw voor dieren geleerd? Met die vragen bezocht ik ‘De Aarde’.
Het is gemakkelijk om de dood van dieren te negeren. Soms omdat dieren zo ver van ons af staan: hele soorten komen om door klimaatverandering, miljoenen sterven in slachthuizen zonder dat we daar een traan om laten. Soms omdat dieren te dichtbij staan: dan houden we zoveel van ze dat we er niet aan moeten denken dat ze ooit sterven. Jos Nooijen vindt dat zonde. “Als je het aan de dierenarts overlaat, wordt je huisdier opgehaald door Rendac [een destructiebedrijf dat bevoegd is om dieren te ruimen en te verwerken, JvT] waarna het samen met vele andere huisdierenlijken wordt versnipperd en dan tot dierlijk restproduct wordt bevorderd. Zo ga je toch niet om met geliefden?”, zegt Jos.
De ontvangst
Jos haalt me op bij het busstation in Kessel, een dorp in de buurt van Grashoek waar minder dan 1700 mensen wonen. Hij vertelt hoe hij met zijn natuurbegraafplaats was begonnen. “Vijf jaar terug kwam er een bosperceel vrij bij mij in de buurt, op 500 meter lopen van mijn huis. In een plek in de buurt was een natuurbegraafplaats voor mensen geopend, en ik dacht: dat moeten we voor dieren ook hebben.” Na aanvraag van vergunningen de gemeente en het uitvoeren van verplicht bodemonderzoek, kon Jos beginnen met het ter aarde bestellen van huisdieren. Daaronder vallen niet alleen honden en katten. “Ik heb ook parkieten begraven, andere vogeltjes, en konijnen. Er zitten teckels tussen en Anatolische herders. Die laatste zijn dan weer zo groot als een klein paard, maar kleine paarden mag ik dan weer niet begraven: dat zijn volgens de wet grote huisdieren, en al zijn sommige honden groter dan kleine paarden, toch mogen die laatsten hier niet liggen.”
Jos in dierenuitvaartcentrum 'De Aarde'
Het uitvaartcentrum ‘De aarde’ is officieel gevestigd in de schuur op Jos’ erf. In de ruimte staat een cd op met rustgevende vogelgeluiden, het ruikt er zoet, en er staan allerlei houten sculpturen en kistjes en urnen die Jos zelf heeft gemaakt. Het middelpunt is een met een deken overdekte mand, waar kaarsjes omheen branden. “Hier liggen de dieren opgebaard voor ze begraven worden”, vertelt Jos. In een ruimte naast de rouwruimte kan je na de uitvaart koffie en cake gebruiken en even uitblazen. “Mensen vinden dat extreem fijn en belangrijk”, weet Jos. “Koffie en cake horen bij Nederlandse rouw.”
De foto’s die hij daar in een map laat zien tonen een bont beeld van verdriet om het dier: als eerst valt op hoe er een zwart hondje dood in een kistje ligt. Het is Jos’ overleden hondje Slikie. Daar maakte hij als eerste een kistje voor, en het was deels de inspiratie voor ‘De aarde’. “Dat voelde goed”, zegt Jos. Dat ‘goed voelen’ is voor hem belangrijk, het komt vaak terug in ons gesprek. In de fotomap is ook te zien hoe een meisje een kistje beschildert voor haar hondje, het kistje heeft alle kleuren van de regenboog. “Dat voelde goed”, zegt Jos. “Het was haar dier, nu kon ze op haar manier afscheid nemen.”
Andere opmerkelijke foto’s zijn die van de dienst die is gehouden voor dieren die zijn omgekomen op de MH-17-vlucht. “Aan boord waren huisdieren die op weg waren naar Kuala Lumpur, om daar met hun Nederlandse expat-baasjes te worden verenigd. Maar die stonden tevergeefs op het vliegveld te wachten.” De lichamen van die dieren zijn helaas nooit naar Nederland teruggekeerd, legt Jos uit. “Dat is gewoonweg niet gelukt. Dierenlichamen worden toch anders behandeld dan mensenlichamen.” Na het bekijken van de foto’s laat Jos de begraafplaats zelf zien.
Mensen kunnen hun eigen kistje beschilderen. Hier was dat voor huisdier Gucci
De laatste tocht
Jos legt uit dat er geen peil op te trekken is wie er allemaal hun dieren laten begraven bij hem. “Ik dacht altijd: arme mensen geven meer geld uit aan dieren dan rijke mensen. Maar uiteindelijk komen hier heel uiteenlopende mensen, van alle klassen en geloven en landen. Voor de moslims heb ik het graf van hun hond richting Mekka geplaatst, dat vonden ze prettig.”
Als we aankomen bij de begraafplaats zelf, valt op wat voor plek het is. Een klein bosje, gelegen tussen akkers en paden. In het bosje zijn de wandelpaden overgroeid met mos, wat het een hele warme, bijna fantasy-achtige uitstraling geeft. “Voelt goed he”, zegt Jos.
Terwijl we langs de graven lopen van honden, katten, konijnen en parkieten vertelt Jos meer anekdotes over de uitvaarten die hij heeft gehad. “Laatst kwamen er mensen uit Rusland om hun hond te begraven. Die familie produceert apparatuur voor gasleidingen en is erg rijk. Ze kwamen voorgereden in een Porsche. Maar je ziet dan dat zij dezelfde tranen huilen voor hun dier als arme mensen.”
Bij een wat uitgesprokener, met vele planten en snuisterijen uitgerust graf vertelt Jos dat dat wordt onderhouden door een baasje dat twee, drie keer per week bij haar overleden hondje komt kijken. “Het wordt wat veel zo”, zegt hij, “Maar ja, het is een alleenstaande vrouw die zielsveel om dat dier geeft nog. Die kan ik moeilijk vertellen dat ze geen kaarsjes of bloemen meer mag bijzetten.” De hond, zo zie ik op het gedenkbordje, is in 2015 begraven.
Een ander opmerkelijk verhaal is dat van een grafje waar vijf bultjes voor liggen: meerdere honden en een parkiet. Er is ook een strooiveldje, waar de as van geliefde dieren kan worden uitgestrooid. Met de juiste vergunningen kunnen ook mensen worden uitgestrooid, iets wat in Duitsland niet kan. Jos vertelt dat daarom ook een Duits gezin een keer de as van hun herdershond bij hem kwamen uitstrooien, samen met de as van het baasje, de opa van het gezin.
Er is ook kleinere ontroering. “Een Turks-Nederlandse man die bij me kwam verzon allerlei excuses waarom hij zijn hond, een grote Anatolische herder, wilde laten begraven. Het zou voor zijn zoon zijn. Het zou voor zijn vrouw zijn. Uiteindelijk was het denk ik gewoon voor hemzelf, maar hij vond het moeilijk toe te geven.”
De achtertuin?
Terwijl we zo rondlopen is het inderdaad goed voor te stellen dat je je dier hier zou begraven. Maar een ding vraag ik me wel af: je huisdier in je eigen achtertuin begraven kan natuurlijk ook goed voelen. Waarom zou je dan helemaal naar ‘De aarde’ in Grashoek gaan? “Je begraaft je opa of oma toch ook niet in de tuin?”, zegt Jos daarop. “Huisdieren zijn onderdeel van het gezin, die verdienen ook een mooi plekje”, zo redeneert hij.
Jos is zo aardig me weer bij het station af te zetten. In de auto zegt hij: “Mensen hebben dezelfde rouw voor dieren als voor mensen. Ik heb kisten gemaakt voor dieren, ik heb kisten gemaakt voor mensen. Ook voor mijn eigen moeder. Die is vorig jaar overleden. Maar daar heb ik gek genoeg nog nooit om gehuild.” De uitvaarten voor dieren laten hem niet onberoerd. “Als je mensen verdriet ziet hebben bij zo’n uitvaart, dan doet dat iets met je. Kijk je in het gezicht van mensen die rouwen om huisdieren, dan kijk je recht in hun ziel. Als er een ziel in zit, zie je die door de tranen heen. Verdriet geeft alles bloot. Je ziet de mens op zo’n moment.”