Waarom astronauten vaak klimaatactivisten worden
- Interview
- 27 maa 2018
- 5 minuten leestijd
Als je de aarde vanuit de ruimte hebt gezien, weet je als geen ander hoe slordig we omgaan met met dat kwetsbare blauwe bolletje. "De aarde is als een ruimteschip met beperkte voorraden", zegt astronaut André Kuipers. Dus wees er voorzichtig mee.
Hoe kon hij ‘m vergeten, de dag waarop astronaut André Kuipers de aarde voor het eerst vanuit de ruimte in het heelal zag zweven. “Ik weet het nog goed, het was op m’n eerste vlucht. Een blauw bolletje, met de atmosfeer als een flinterdun fluoriserend draadje er omheen. Een soort parel. Ja, als je recht naar de aarde kijkt vanuit het ruimteschip, is-ie heel mooi.” Maar keek hij erlangs, zag hij het heelal, peilloos diep en pikkedonker. “Heel dreigend: koud, leeg, en vol met straling. Dan is het net alsof de aarde in elkaar schrompelt. Een levend celletje in de dode ruimte.”
“Ik draaide er 204 dagen omheen, en kende de aarde op een gegeven moment uit m’n hoofd.” De astronaut ontdekte steeds weer nieuwe dingen aan de aardbol, maar wist dat het bolletje zich elk anderhalve uur van dezelfde kant liet zien. “Ik vloog boven India en dacht bij mezelf: er wonen daar wel een miljard mensen, die stuk voor stuk denken dat de aarde oneindig groot is. Maar na anderhalf uur zag ik ze weer.” Hij zag de stranden van de Atlantische Oceaan, knipperde met z’n ogen, en keek naar hoe het strand verdronk in de golven van de Stille. “Ik was er zo snel omheen dat ik claustrofobisch werd van het zicht op m’n eigen planeet. Ineens viel het kwartje: we hebben alleen maar die blauwe bol. Dit is het.”
Foto: Bart Maat/ANP
Die kwetsbaarheid kennen alleen astronauten, zegt Kuipers. Mensen die de aarde met het blote oog vanuit de ruimte hebben kunnen zien. Het overview-effect heet dat: een griezelig besef dat de aarde – hoe mooi ook – kwetsbaar is als een gelatinepudding. “Het krioelt van de biochemische processen: leven. Zelfs het meest bizarre wezen, op de bodem van de zee: het is familie van ons. Al het leven, alle geschiedenis, alles dat je ooit gekend hebt is en was afhankelijk van de omstandigheden op deze planeet (de juiste temperatuur, stromend water, zuurstof…).” Verhuizen naar de buren is geen optie, zegt Kuipers (sorry, Elon). “Op Venus is de atmosfeer van zwavelzuur. Op Mars is het steenkoud, is er geen zuurstof, geen water, en zijn we niet beschermd tegen weet ik het wat. Bovendien hebben we ons magneetveld nodig. Het is prachtig om die plekken te onderzoeken, maar leven kan alleen op aarde. En dat blauwe bolletje wordt beschermd door een kleine tien kilometer lucht. Een draadje dat zo kapot kan. Er is maar een grote steen voor nodig en boem, ze kan in een keer kapot splatsen. Het is net een baby. En daar moeten we het mee doen.”
Still uit: One Strange Rock
Still uit: One Strange Rock
Uit het raam van het ruimteschip zag Kuipers dat de aarde verandert, en not in a good way. “Het is moeilijk om de Amazone te zien vanuit de ruimte, want het is een regenwoud: er hangen altijd dikke regenwolken boven. Maar af en toe, als het er opklaart, zie je door de gaten in het wolkendek lappen met graatstructuren. Dat is gekapt regenwoud. Wat dan ook opvalt: de rookpluimen van bosbranden, door mensen gesticht.” Hij zag het ijs smelten, luchtvervuiling, verwoestijning, erosie, en duizenden vracht- en vissersschepen die de oceaan oversteken.
De gevolgen van menselijke activiteit op aarde staan op zijn netvlies gebrand. “Ik was vroeger altijd optimistisch. Ach, dacht ik, het komt allemaal wel goed. Mijn broer is bioloog, en altijd pessimistisch. Hij waarschuwde me altijd voor het gevaar van hoe slordig we omgaan met de aarde, maar ik wilde hem niet geloven. Tot ik daar vloog in de ruimte en ik me dus bedacht: shit, we maken de bol kapot, en we kunnen er niet weg. De aarde is als een ruimteschip met beperkte voorraden. We moeten er zuinig op zijn.”
André Kuipers bij de presentatie van One Strange Rock.
Terug op aarde wist Kuipers wat hem te doen stond. “Dat hebben meer astronauten, dat gevoel van: dit moet iedereen zien. Of het nou een Braziliaanse collega is die zich met het behoud van de Amazone-regenwouden bezighoudt, of iemand uit Rusland: we moeten mensen overtuigen van dat ze hun ecosysteem moeten beschermen.”
En dat kan een astronaut als geen ander. “Kijk, mensen luisteren graag naar het exotische verhaal over de ruimtevaart”, legt Kuipers uit. Fijn, want dan kan hij ze tussen de regels door een wijze les meegeven. “Ik vertel ze wat ik met het blote oog heb kunnen zien, en gebruik satellietbeelden om te laten zien hoe de aarde verandert. Dan kunnen ze zelf hun conclusies trekken.” Want met een vingertje wijzen lost niets op, denkt Kuipers. “Dan zetten mensen hun hakken in het zand, en dan snijden wij in onze eigen vingers. Als mensen langzaam doorkrijgen dat de aarde gevaar loopt, gaan ze misschien net een beetje minder vlees eten, bijvoorbeeld. Zo ontstaat gestaag een tendens, en daar kan de ruimtevaart mooi een beetje aan bijdragen.”